Paragrafen

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Omschrijving (toelichting)

De paragraaf start met een algemene toelichting op het weerstandsvermogen en de financiële positie van de gemeente Delft. Dit gebeurt aan de hand van de Algemene reserve, het EMU-saldo, de meerjarige balans en de financiële kengetallen.  Daarna volgt een overzicht van het actuele  risicoprofiel en het beslag van de risico's op de beschikbare weerstandscapaciteit. De paragraaf eindigt met een toelichting op het Delftse risicomanagement, de strategische risicoagenda en de kerndossiers.

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Omschrijving (toelichting)

Het weerstandsvermogen is de verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit.

De  beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden om onverwachte en substantiële kosten te dekken die niet zijn opgenomen in de begroting:

  • Incidentele weerstandscapaciteit
    Het saldo van de Algemene reserve is eind 2024 € 104,5 miljoen. Na aftrek van de buffer die is ingesteld in 2023 voor onder meer cofinanciering en nieuw beleid, bedraagt de incidentele weerstandscapaciteit € 81,7 miljoen. De nadere toelichting op de Algemene reserve en de financiële ruimte op basis van incidentele dekkingsmiddelen volgt hieronder.
  • Structurele weerstandscapaciteit
    Dit betreft de post Onvoorzien (€ 100.000) en onbenutte belastingcapaciteit. De post Onvoorzien is structureel beschikbaar voor incidentele tegenvallers die onvoorzien, onontkoombaar en onuitstelbaar zijn. Als de tegenvaller toch structureel is, dan moet deze in het volgende begrotingsjaar op een andere wijze worden gedekt.
    De onbenutte belastingcapaciteit voor onroerendezaakbelasting (OZB), afvalstoffen- en rioolheffingen is gelijk aan de belastingheffing die nog kan plaatsvinden tot het niveau dat een gemeente moet heffen om voor toelating van een artikel 12-aanvraag in aanmerking te komen (OZB) of totdat 100% kostendekkendheid is gerealiseerd (Afvalheffing en Rioolheffing). Voor Delft is de onbenutte belastingcapaciteit circa € 3,1 miljoen (0,6% van de totale baten).

De benodigde weerstandscapaciteit is afhankelijk van de aard, kans van optreden en de omvang van de risico's waarmee de gemeente wordt geconfronteerd. De risico's komen zowel voor bij lijnactiviteiten als bij (ruimtelijke) projecten. Voor deze risico's kunnen geen verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen gevormd omdat de risico's zich niet regelmatig voordoen en/of onzeker in omvang en aanvang zijn.  De optelling van de risico's is € 37,7 miljoen (zie het risicoprofiel voor het actuele overzicht van de risico's).

Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen wordt bepaald door de verhouding tussen de beschikbare weerstand (2024: € 81,7 miljoen na aftrek buffer) en de benodigde weerstand. De benodigde weerstand bestaat uit de som van de risico's in het risicoprofiel (€ 37,7 miljoen) plus de risico's die moeilijk financieel in te schatten zijn en de strategische dossiers die als PM-post zijn opgenomen. Bij het opmaken van de jaarstukken is de weerstandsratio  2,2 en daarmee als 'uitstekend' te karakteriseren. Na aftrek van de benodigde weerstandscapaciteit is de totaal vrij besteedbare ruimte € 38,7 miljoen. Deze ruimte is betrokken bij de incidentele dekkingsmiddelen.

Algemene Reserve

Terug naar navigatie - Algemene Reserve

Omschrijving (toelichting)

Het overzicht van de Algemene reserve houdt rekening met de mutaties in 2024 (stortingen en onttrekkingen) als gevolg van eerder genomen besluiten, het rekeningresultaat en het  voorstel voor bestemming van het resultaat. 

Tabel Algemene reserve

Terug naar navigatie - Tabel Algemene reserve

Excel-tabel

Weerstandscapaciteit
Bedragen x € 1 miljoen
Saldo per 1 januari 2024 83,1
Jaarstukken 2023 - rekeningresultaat 2023 7,3
Jaarstukken 2023 - resultaatsbestemming -2,5
Herstelplan 2021-2024 - compensatie dividend -0,5
Ophoging Buffer 14,5
Inzet Buffer voor Delft-West -1,2
Inzet Buffer voor IDD -0,5
Inzet Buffer voor begrotingssaldo -
Units SIC 0,4
OHV Karrepad -0,2
ISK -0,2
Vrijval bestemmingsreserve Maatregelen coronacrisis 4,1
Tijdelijke huisvesting Museum Prinsenhof Delft 0,1
Verwerkte besluiten 21,4
Saldo 104,5
Jaarstukken 2024 - rekeningresultaat 2024 13,3
Jaarstukken 2024 - resultaatbestemming -6,8
Jaarstukken 2024 6,5
Saldo per 1 januari 2025 111,0

Algemene reserve

Terug naar navigatie - Algemene reserve

Omschrijving (toelichting)

Toelichting
Na de mutaties (per saldo  een toename van € 21,4 miljoen) en de verwerking van de Jaarstukken 2024 (rekeningresultaat en resultaatbestemming) is het saldo van de Algemene reserve € 111 miljoen.

Begin 2024 was de de stand van de Algemene reserve € 83,1 miljoen. De belangrijkste toevoegingen zijn de Jaarstukken 2023, middelen voor de buffer en het saldo van de opgeheven bestemmingsreserve Maatregelen coronacrisis. De Algemene reserve is ingezet als dekking voor Delft-West en IDD en eerder genomen besluiten over incidenteel beleid.

EMU-saldo

Terug naar navigatie - EMU-saldo

Omschrijving (toelichting)

Het EMU-saldo is het saldo van de inkomende en de uitgaande geldstromen die samenhangen met transacties en investeringen in een bepaalde periode, overeenkomstig de voorschriften van de EU. Het EMU-saldo geeft aan met welk bedrag de schuldpositie van een gemeente in een bepaalde periode is gemuteerd (een nadelig saldo betekent een afname van het eigen vermogen en een toename van de schuld). Conform deze voorschriften is het beeld van het EMU-saldo van de gemeente Delft als volgt.

Het EMU-saldo is in 2024  € 44,4 miljoen positief. Dit betekent dat op kasbasis de uitgaven lager zijn dan de inkomsten. Uitgaven voor investeringen zijn hiervoor de belangrijkste verklarende factor. Met het EMU-saldo is rekening gehouden in de financieringsbehoefte van de gemeente.

In het bestuurlijk overleg tussen Rijk, provincie, gemeenten en waterschappen (18 januari 2013 en 14 september 2015) is afgesproken dat er geen sturingsmaatregelen door het Rijk op basis van EMU-saldo en geen referentiewaarden op het individueel niveau van de decentrale overheden meer worden bepaald. Op basis van eerder bepaalde referentiewaarden zou het EMU-saldo in 2024 € 25,74 miljoen negatief mogen zijn (bron: septembercirculaire 2024).

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Tabel EMU-saldo

Terug naar navigatie - Tabel EMU-saldo

Excel-tabel

EMU saldo
(bedragen × 1.000) Mutatie 2023 2024 2025 2026 2027
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q.onttrekking aan reserves (BBV, art.17c) +/+ 12.953 29.706 6.251 -8.546 -15.027
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie +/+ 15.892 17.561 18.566 20.696 21.438
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie +/+ 18.440 29.825 11.841 10.025 11.525
Uitgaven aan investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd -/- 1.374 -1.739 30.000 30.000 30.000
De in mindering op onder 4 bedoelde investeringen gebrachte ontvangen bijdragen van Rijk, Provincies, Europese Unie en overigen +/+
Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs) +/+
Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa +/+
Uitgaven aan aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijpmaken e.d. -/- 7.452 5.359 9.276 6.192 3.484
Verkoopopbrengsten van grond (verkoopprijs) +/+ - - 14.314 3.686 449
Boekwinst op grondverkopen
Betalingen ten laste van de voorzieningen -/- 17.655 29.100 9.036 9.279 11.940
Betalingen die niet via de exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves worden gebracht en die nog niet vallen onder één van de andere genoemde posten -/- 5.000 5.000 5.000
Boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen +/+ - - - - -
Berekend EMU-saldo 20.804 44.372 -2.340 -24.610 -32.039

Incidentele Dekkingsmiddelen

Terug naar navigatie - Incidentele Dekkingsmiddelen

Omschrijving (toelichting)

In de Kadernota 2023 is de keuze gemaakt om incidentele dekkingsmiddelen te gebruiken voor cofinanciering, reserveringen voor Delft-West, Innovatiedistrict Delft, Prinsenhof, Gelatinebrug en voor het sluitend maken van de begroting. Samen met de  extra middelen van het Rijk voor onze woningbouwopgave, infrastructuur en openbare ruimte, voor de sociale opgave in Delft-West en de energietransitie is hiermee het fundament gelegd om stevig te investeren in de stad.

De incidentele dekkingsmiddelen zijn beschikbaar in de Algemene reserve (buffer en vrije ruimte na aftrek risicoprofiel) en de reserve Stad (vrij besteedbare ruimte).

Hierna volgt een actueel overzicht van de stand van zaken in de Programmabegroting 2025-2028 en de actuele situatie na het opmaken van de Jaarstukken 2024 (exclusief het rekeningresultaat 2024 en het voorstel voor bestemming van het resultaat 2024).

 

Tabel Incidentele dekkingsmiddelen

Terug naar navigatie - Tabel Incidentele dekkingsmiddelen

Excel-tabel

Incidentele dekkingsmiddelen (bedragen x € 1.000)
Financiële ruimte PB 2025-2028 JV 2024 Toelichting
Algemene reserve
- Buffer 7.737 17.638 Lagere inzet buffer (SC 2024, JR 2024)
- Vrij besteedbare ruimte 33.756 40.059 O.b.v. risicoprofiel JR 2024
Reserve Maatregelen coronacrisis - -
Reserve Stad (FD 2040)
- Bestedingsruimte 18.467 18.467
- Revolverend pm pm
59.960 76.164
Reserveringen
1. Cofinanciering -14.550 -14.550
2. Opgave Delft-West -2.488 -2.488
3. IDD (Delft Zuid Oost) - -
4. Museum Prinsenhof -10.000 -10.000
5. Gelatinebrug -8.000 -8.000
6. Begrotingssaldo 2024-2025 -4.600 -14.400 Lagere inzet reservering (SC 2024, JR 2024)
-39.638 -49.438
Saldo incidentele ruimte 20.322 26.726

Incidentele dekkingsmiddelen

Terug naar navigatie - Incidentele dekkingsmiddelen

Omschrijving (toelichting)

De ruimte in de Algemene reserve is ingezet als dekking voor (reserveringen voor) cofinanciering, de opgaven Delft-West en IDD en compensatie van het begrotingssaldo.  Nadat rekening is gehouden met de concrete bestedingsvoorstellen  resteert nog € 2,5 miljoen voor Delft-West en is de reservering voor IDD volledig belegd. Dankzij financiële ruimte in de septembercirculaire 2024 en het positieve rekeningresultaat is de geplande compensatie van het negatieve begrotingssaldo niet ingezet, hierdoor is nog € 14,4 miljoen beschikbaar.

De vrije ruimte in de reserve Stad is beschikbaar voor dekking van de reserveringen Museum Prinsenhof (€ 10 miljoen) en de Gelatinebrug (€ 8 miljoen). Er zijn nog geen concrete voorstellen voor inzet van deze dekkingsmiddelen gedaan. 

Meerjarige balans

Terug naar navigatie - Meerjarige balans

Omschrijving (toelichting)

Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft voor dat gemeenten een meerjarige balans moeten opstellen voor het begrotingsjaar en de drie volgende jaren. Dit is gebeurd op basis van de Jaarstukken 2024, cijfers van het EMU-overzicht en een beoordeling van de mutaties op de leningenportefeuille.

De bruto stadsschuld omvat de vaste schulden, vlottende schulden en de overlopende passiva (verplichtingen die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen). De bruto stadsschuld bedraagt in 2024 € 403,2 miljoen en daalt in het begrotingsjaar 2025 naar circa € 352,1 miljoen. De daling van de stadsschuld hangt samen met de actuele leningenportefeuille, het nieuwe investeringsprogramma en de financiële ruimte. 

Meerjarige balans

Terug naar navigatie - Meerjarige balans

Excel-tabel

Balans (bedragen x € 1000 2023 2024 2025 2026 2027
Activa
Vaste activa 438.470 460.891 497.103 530.881 568.032
Immateriele vast activa 88.656 85.763 86.056 84.756 83.456
Materiele vaste activa 349.814 375.128 411.047 446.125 484.576
Financiële vaste activa 81.139 66.099 76.056 73.512 70.968
Kapitaalverstrekking deelneming 8.740 8.740 8.740 8.740 8.740
Leningen aan deelnemingen 15.919 1.889 42.524 41.529 40.534
Leningen aan corporaties 44.514 43.484 13.011 11.557 10.103
Overige verstrekte leningen 11.966 11.986 11.781 11.686 11.591
Bijdrage in activa van derden - - - - -
Vlottende activa 166.666 211.640 89.367 50.537 145
Gronden in exploitatie -3.746 1.615 -5.755 -5.755 -5.318
Gronden niet in exploitatie - - - - -
Overige voorraden 11 8 10 10 10
Vorderingen 170.401 210.017 95.112 56.282 5.453
Liquide middelen 26 5.000 20 20 20
Overlopende activa 21.394 18.405 12.837 12.837 12.837
Totaal activa 707.695 762.035 675.383 667.787 652.002
Passiva
Eigen vermogen 286.357 316.063 273.792 266.246 260.676
Algemene reserve 90.434 104.483 93.650 90.577 86.570
Bestemmingsreserve 195.923 198.298 180.142 175.669 174.106
Voorzieningen 44.987 42.763 49.468 38.392 37.217
Vaste schulden 255.299 232.534 220.076 207.397 198.624
Vlottende schulden 33.980 27.887 33.980 33.980 43.980
Overlopende passiva 87.072 142.788 98.067 121.773 111.505
Totaal passiva 707.695 762.035 675.383 667.787 652.002

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

Omschrijving (toelichting)

Voor inzicht in de financiële positie  schrijft het BBV voor de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing zes financiële kengetallen voor. Een kengetal (of financiële ratio) is een verhoudingsgetal dat is opgebouwd uit exploitatie- en/of balanscijfers. Bij de kengetallen hoort een samenhangende beoordeling van de scores in relatie tot de signaleringswaarden die de provincie als financieel toezichthouder hanteert.

Waarderingscijfer

Minst risicovol Neutraal Meest risicovol
Ratio      
Netto schuldquote  < 90%  90%-130% > 130%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen  < 90%  90%-130% > 130%
Solvabiliteitsratio  > 50% 20%-50% < 20%
Grondexploitaties  <20% 25%-35% > 35%
Structurele exploitatieruimte  >0% 0% < 0%
Belastingcapaciteit  <95% 95%-105% > 105%

bron: Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader (GTK) 2020 gemeenten

De signaleringswaarden zijn geen doel, maar gelden als maximum (schuldquotes, grondexploitaties, belastingcapaciteit) c.q. minimum (solvabiliteit, structurele exploitatieruimte) en fungeren als referentie voor de beoordeling. 

Naast de verplichte kengetallen zijn drie aanvullende kengetallen op verzoek van de raad toegevoegd.

De kengetallen zijn weergegeven in onderstaande tabel. Bij deze ratio's is geen sprake van afwijkende scores ten opzichte van de signaleringswaarden van de financieel toezichthouder. Op basis van de kengetallen is de financiële positie van de gemeente houdbaar. Deze conclusie lichten we onder de tabel per kengetal toe.

Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft inzicht in de omvang van de gemeentelijke schuldenlast (saldo van bruto schuld en geldelijke bezittingen) ten opzichte van de totale baten. Het geeft een indicatie van de mate waarin de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie drukken. Een laag percentage is veelal gunstig. Een hogere schuldquote hoeft overigens niet per definitie een slecht teken te zijn. Een gemeente is immers een ‘bestedingshuishouding’. Het hoofddoel is niet om zoveel mogelijk eigen vermogen dan wel middelen aan te houden en daar rendementen uit te halen, maar veel meer om de inkomsten optimaal in te zetten ten behoeve van betere voorzieningen voor de stad, burgers en bedrijven.

Een netto schuldquote van 31,8% betekent dat de netto schulden van de gemeente (het saldo van de schulden en de bezittingen) 38,6% van de jaarlijkse baten bedragen. Op basis van de score kan een oordeel worden gevormd in hoeverre het inkomen van de gemeente toereikend is om de schuldverplichtingen te voldoen. De hoogte van de inkomsten bepaalt namelijk in belangrijke mate hoeveel schulden een gemeente kan dragen. Hoe hoger het inkomen, des te meer schuld een gemeente kan aangaan. De netto schuldquote krijgt als waardering 'Minst risicovol' (zie GTK 2020 gemeenten).

Het kengetal netto schuldquote is gevoelig voor schommelingen in inkomsten, bijvoorbeeld door taakwijzigingen of bezuinigingen van rijkswege. Er ontstaat dan een noemer-effect. Bij een stijging/daling van de inkomsten kan een naar beneden/boven vertekend beeld van de netto schuldquote ontstaan, zonder dat de omvang van de schuld wijzigt.

Gecorrigeerde netto schuldquote
Omdat bij leningen onzekerheid kan bestaan, wordt het kengetal Netto schuldquote ook berekend inclusief (gecorrigeerd) doorgeleende gelden. Bij de gecorrigeerde netto schuldquote wordt de schuldquote verlaagd met doorgeleende middelen, omdat de rentebetaling en aflossing bij die andere partij ligt. Delft heeft in 2024 € 57 miljoen doorgeleend aan andere partijen die de rente betalen en jaarlijks aflossen, bijvoorbeeld woningcorporaties en Parking Delft (zie paragraaf Financiering). Overigens is het uitlenen van geld niet altijd zonder risico. Als de lenende partij de lening niet kan terugbetalen, is de gemeente het uitgeleende geld kwijt en blijft zij zitten met de schuld. In Delft wordt de kans dat dit risico zich voordoet laag ingeschat. In 2024 is de waardering van de gecorrigeerde netto schuldquote 'Minst risicovol'. 

Conclusie is dat de schuldpositie van de gemeente houdbaar is. Wel wordt de komende jaren een stijging voorzien omdat voor het investeringsprogramma een aanvullende financieringsbehoefte ontstaat.

Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio is een belangrijke graadmeter voor financiële gezondheid en wordt berekend op basis van het eigen vermogen (het totaal van de algemene en de bestemmingsreserves) ten opzichte van de totale bezittingen van de gemeente. Hiermee wordt duidelijk in hoeverre er geen schulden op het bezit rusten. Hoe hoger de solvabiliteit (veel eigen vermogen), des te groter de weerbaarheid die de gemeente heeft om tegenvallers op te vangen. Als er veel eigen vermogen is, hoeft een hoge schuld geen probleem te zijn voor de financiële positie. De signaleringswaarde voor de solvabiliteitsratio is een ondergrens van 20%, een lagere score geldt als 'Meest risicovol'. De solvabiliteitsratio van de gemeente is eind 2024 41,5%.

Grondexploitaties
Omdat grondexploitaties een forse impact kunnen hebben op de financiële positie, is het kengetal grondexploitatie toegevoegd. De grondexploitatieratio geeft aan hoe groot de boekwaarde van de grondexploitaties  (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale baten. Hoe lager het percentage voor dit kengetal, hoe beter.  Een kengetal grondexploitatie van 35% of hoger wordt beschouwd als 'Meest risicovol'. In Delft is de grondpositie beperkt en voor reële marktwaardes opgenomen op de balans. Het risico op de voorraad bouwgrond en de schuld die ermee samenhangt is daarmee gering. Het kengetal is eind 2024 0,3%.

Structurele exploitatieruimte
Het kengetal Structurele exploitatieruimte helpt mee om te beoordelen welke ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen. Het kengetal structurele exploitatieruimte vergelijkt de structurele baten en structurele lasten met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten (bijvoorbeeld de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de onroerendezaakbelasting) toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken. De structurele exploitatieruimte is in 2024 positief. 

Belastingcapaciteit (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing)
Het kengetal belastingcapaciteit laat zien hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt tot de landelijk gemiddelde woonlasten. Naast de onroerendezaakbelasting (OZB) wordt tevens gekeken naar de riool- en afvalstoffenheffing, omdat deze heffingen niet kostendekkend hoeven te zijn, maar ook lager vastgesteld mogen worden (er is dan sprake van belastingcapaciteit die niet benut wordt).

Het kengetal geeft inzicht in de ruimte voor belastingverhoging om bijvoorbeeld een financiële tegenvaller op te vangen of om nieuw beleid te dekken (in het volgende begrotingsjaar). Hiermee geeft dit kengetal – naast de schuld en de verhouding tussen structurele lasten en structurele baten – een indicatie van de wendbaarheid van de begroting, oftewel de mate waarin bijgestuurd kan worden op een tegenvaller (de wendbaarheid wordt verder beperkt door een hoge schuld en structurele lasten die hoger zijn dan de structurele baten). De score voor het kengetal belastingcapaciteit is met 113,5%  'Meest risicovol'. Dit betekent concreet dat de wendbaarheid op dit onderdeel beperkt is.

Conclusie:
De financiële positie is op basis van de financiële kengetallen houdbaar. Met uitzondering van de belastingcapaciteit voldoen de scores aan de signaleringswaarden van de financieel toezichthouder. Om financieel gezond te blijven, monitoren we de ontwikkeling van de kengetallen.

 

Ratio's o.b.v. Financiële verordening

Netto schuld per inwoner
De netto schuld per inwoner brengt de ontwikkeling van de schuld in beeld. Voor Delft daalt de netto schuld per inwoner van 2023 naar 2024.

Saldo van baten en laten als percentage van de baten
Het saldo van baten en lasten als percentage van de baten is in de begroting 2024 - 1,2%. In de realisatie is dit 5,7% positief geworden.

Onbenutte belastingcapaciteit
Het kengetal onbenutte belastingcapaciteit (OZB) laat de ruimte voor stijging van de OZB zien als gekozen wordt voor 120% van het landelijk gemiddelde. Voor Delft is deze ruimte 0,6% van de totale begroting.

Ratio's

Terug naar navigatie - Ratio's

Excel-tabel

Ratio's
Jaarrekening 2023 Begroting 2024 Jaarrekening 2024
Netto schuldquote 43,3% 49,3% 31,8%
Gecorrigeerde netto schuldquote 26,3% 35,2% 19,2%
Solvabiliteitsratio 40,5% 46,6% 41,5%
Kengetal grondexploitaties -0,9% 0,3% 0,3%
Structurele exploitatieruimte 0,6% 1,5% 7,2%
Belastingcapaciteit 114,6% 115,9% 113,5%
Ratio's obv Financiele verordening
Jaarrekening 2023 Begroting 2024 Jaarrekening 2024
De ontwikkeling van de netto schuld per inwoner 1.707 1.960 1.514
Het saldo van baten en lasten als percentage van de baten 3,6% -1,2% 5,7%
Onbenutte belastingcapaciteit (OZB) als percentage van de baten 1,72% 1,26% 0,60%
Inwoneraantal* ( bron: CBS) 109.573 107.250 110.224

Risicoprofiel

Terug naar navigatie - Risicoprofiel

Omschrijving (toelichting)

In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van het risicoprofiel van de gemeente Delft. Bij de inventarisatie van de risico's hanteren we de volgende definitie: een onvoorziene gebeurtenis met wellicht een negatieve materiële financiële impact waarvoor nog geen maatregelen getroffen zijn. De risico's met een (in de planperiode) verwachte omvang groter dan € 0,1 miljoen zijn zichtbaar gemaakt. Verder hebben we onderscheid gemaakt tussen incidentele en structurele risico's. Na de tabel en grafiek is per risico een specificatie opgenomen met een inhoudelijke toelichting.

Voor de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit wordt de omvang van de risico's gewogen met de kans van optreden, aangeduid in het kolomhoofd met 'zonder weging' en 'met weging', respectievelijk. De weging betekent:

  1. dat we voorheen ongewogen risico's nu wegen met de kans, waarbij de waarde 1 = 10%, 2 = 30%, 3 = 50%, 4 = 70% en 5 = 90% (= kolom Kans (%)), en
  2. dat we structurele risico's vermenigvuldigen met een factor twee (= kolom Factor).

We maken in het risicoprofiel voor grondexploitaties al gebruik van gewogen bruto risico’s. Dat is het geval bij de risico’s '4. Bouwgrondexploitaties' en '5. Schieoevers'. Nadere informatie over grondexploitaties staat in de paragraaf Grondbeleid en in het TMPG (Tussentijds Meerjarenprogramma Grondontwikkeling).

In totaal komt het operationeel risicoprofiel uit op € 37,7 miljoen. Dat is met € 5,1 miljoen afgenomen ten opzichte van stand bij de Programmabegroting 2025 ( € 42,9 miljoen). Belangrijkste wijzigingen nu zijn i) de daling in de kans van optreden  van het risico in  WMO en Jeugdhulp van 50% naar 30%, ii) de daling van het risico op de grondexploitaties met € 2,6 miljoen doordat onzekerheden langzaam afnemen in de loop van de projecten , en iii) het vervallen van het risico  Bijzondere bijstand, omdat het risico van deze open-einde regeling kleiner is geworden. De tabel hieronder toont het overzicht van de mutaties per risico. De genummerde risico's vormen het huidige risicoprofiel en worden na de figuur tekstueel toegelicht.

 

 

 

 

Risicoprofiel tabel

Terug naar navigatie - Risicoprofiel tabel

Excel-tabel

Risico's
Bedragen x € 1.000 Nr. I/S Jaarrekening 2023 met weging Begroting 2025 met weging Jaarverslag 2024 zonder weging kans kans % Impact factor Jaarverslag 2024 met weging
Duurzame stad
Bodemsanering TU Delft Campus Zuid 1 I 210 210 300 4 70% 3 1,0 210
Grondwateronttrekking schade 2a I 900 900 3.000 2 30% 3 1,0 900
Grondwateronttrekking uitstel 2b I 300 300 1.000 2 30% 2 1,0 300
Goed wonen
Bodemverontreiniging 3 I 100 100 200 3 50% 1 1,0 100
Bouwgrondexploitaties 4 I 4.646 11.421 8.826 2 (reeds gewogen) 3 8.826
Schieoevers 5 I 20.600 20100 20.200 3 (reeds gewogen) 4 20.200
Schone en veilige stad
Avalex 6 I 125 125 250 3 50% 3 1,0 125
Gezonde en sociale stad
WMO en Jeugdhulp 7a S 4.950 4950 6.600 2 30% 3 1,5 2970
Jeugdhulp Plus (JHP) 7b I 455 455 650 4 70% 3 1,0 455
Samenleven, onderwijs en cultuur
Doorontwikkeling welzijnswerk 8 S 300 300 500 2 30% 3 2,0 300
Project Prinsenhof 9 I 2.500 2500 5.000 3 50% 4 1,0 2500
Verruiming btw-sportvrijstelling 10 S 120 120 200 2 30% 1 2,0 120
Prijsstijging investeringen OHV I 5.100
Werk en inkomen
Participatie in balans 11 S 400 400 400 3 50% 3 2,0 400
Bijzondere bijstand S / (I) 600 600 3 50% 3 2,0 0
Overig
Vpb reclameinkomsten I 350 50 3 50% 2 1,0 0
Vpb benzineverkooppunten 12 I 325 650 3 50% 2 1,0 325
Totaal 41.656 42.856 47.776 37.731
Waarvan incidenteel 35.286 36.486 40.076 33.941
Waarvan structureel 6.370 6.370 7.700 3.790

1. Bodemsanering TU Delft Campus Zuid

Terug naar navigatie - 1. Bodemsanering TU Delft Campus Zuid

Omschrijving (toelichting)

 

Naam risico Programma Kans

Impact

Score Bedrag (x € 1.000) Tijdsperiode
Bodemsanering TU Delft
Campus Zuid
Duurzame stad 4 3 12 300 I

Wat is het risico?
De bodem is vervuild en de verantwoordelijkheid voor sanering ligt bij de gemeente. De wijze van sanering is afhankelijk van het soort ontwikkeling. Dus afhankelijk van wat er ontwikkeld wordt, schatten we de kosten met moderne saneringstechnieken op orde grootte € 300.000.

Wat zijn de oorzaken?
Op Campus Zuid was eerder een motorcrossterrein gevestigd waarvoor de gemeente verantwoordelijk was. Na beëindiging bleek de bodem vervuild te zijn.

Beheersmaatregelen:
Met de Technische Universiteit Delft is afgesproken om het terrein te saneren wanneer hier ontwikkelingen op plaatsvinden. Op dit moment is nog niet bekend wat er ontwikkeld gaat worden en wanneer dit gaat plaatsvinden.

2. Grondwateronttrekking (gwo)

Terug naar navigatie - 2. Grondwateronttrekking (gwo)

Omschrijving (toelichting)

Naam risico Programma Kans Impact Score Bedrag (x € 1.000) Tijdsperiode
Gwo schade Duurzame stad 2 3 6 3.000 I
Gwo uitstel Duurzame stad 2 2 4 1.000 I

Wat is het risico?
Door de afbouw van de onttrekking veranderen de grondwaterdrukken in de bodem en kan de bodem bewegen. Als dat te snel gebeurt, kan dat schade veroorzaken aan gebouwen van circa € 3 miljoen. In 2021 heeft uit voorzorg geen afbouw van de onttrekking plaatsgevonden, omdat de bodem sneller steeg dan verwacht (wel binnen de normen). Uit monitoring is gebleken dat dit zich weer stabiliseerde. In 2022 en ook in 2023 is daarom verdergegaan met de afbouw. Vanwege de natte winter en voorjaarsperiode in 2024 was de grondwaterstand hoger dan normaal. Daarom is in 2024 de afbouwstap later in het jaar gerealiseerd dan gebruikelijk. Naar mate de afbouw vordert, neemt het risico toe dat nogmaals een jaar moet worden overgeslagen. Dit wordt ieder jaar opnieuw afgewogen. De kosten voor een jaar uitstel bedragen cumulatief voor de resterende periode circa € 1 miljoen. 

Wat zijn de oorzaken?
De gemeente kan aansprakelijk worden gesteld voor gevolgschade als gevolg van veranderende grondwaterstanden. En eventueel uitstel leidt tot meerkosten.

Beheersmaatregelen:
Jaarlijks zijn en worden de risico’s en beheersmaatregelen geactualiseerd op basis van gedegen monitoring. Aan de hand daarvan is en wordt afgewogen of de volgende reductiestap wel, gedeeltelijk of niet wordt doorgevoerd. Bij twijfel wordt uitgesteld omdat dit de laagste impact heeft.

3. Bodemverontreiniging

Terug naar navigatie - 3. Bodemverontreiniging

Omschrijving (toelichting)

Naam risico Programma Kans Impact Score Bedrag (x € 1.000) Tijdsperiode
Bodemverontreiniging Goed wonen 3 1 3 200 I

Wat is het risico?
Het ontdekken van onbekende locatie(s) met hevige verontreiniging van bodem, waar ingrijpen dringend nodig is. Regelmatig worden door (leiding)werkzaamheden, door nieuwe onderzoeken, en door nieuwe regelgeving, onbekende verontreinigingen geconstateerd in gemeentelijk grondbezit. De in de begroting beschikbare budgetten voor saneringen kunnen onvoldoende zijn. In 2024 speelde dit bijvoorbeeld op Noordeinde (zie programma Goed Wonen, post 83-Wonen en Bouwen en programma Schone en veilige stad, post 74-Milieubeheer)

Wat is de oorzaak?
De gemeente is wettelijk verplicht bij verontreiniging van de bodem deze te saneren of te beheersen, maar de locatie, omvang, de aanpak en de kosten zijn nog onzeker.

Wat is het gevolg?
De gemeente zal kosten moeten maken voor sanering of beheersing van nog onbekende omvang.

Beheersmaatregelen:
De onzekerheid over de aanpak en de kosten managen we door een stapsgewijze projectmatige werkwijze.

4. Bouwgrondexploitaties

Terug naar navigatie - 4. Bouwgrondexploitaties

Omschrijving (toelichting)

Naam risico Programma  Kans Impact Score Bedrag (x € 1.000) Tijdsperiode
Bouwgrondexploitaties Goed wonen 2 3 6 8.826 I

Wat is het risico?
Grondexploitaties kennen projectspecifieke risico's en algemene risico's. Projectspecifieke risico's worden voorzien in de projecten Kop van de Buitenhof, Kop Nieuwe Haven (nieuw), Maria Duystlaan, Nieuw Delft en Voorhof Noord-West. Het betreft onder meer risico's op hogere kosten voor het bouw- en woonrijp maken van de gronden, mogelijke financiële claims als gevolg van vertraging in het project, extra plankosten en tegenvallende grondopbrengsten. Het totale risicobedrag gemoeid met de projectspecifieke risico's is € 7,57 miljoen. Kop van de Buitenhof, Nieuw Delft en Voorhof Noord-West zijn positieve grondexploitaties en kunnen hun projectspecifieke risico’s deels zelf opvangen. Dit betekent dat het benodigd weerstandsvermogen om de projectspecifieke risico's te kunnen opvangen beperkt blijft tot € 5,86 miljoen. Daarnaast worden algemene risico's berekend die voor alle grondexploitaties dezelfde zijn. Dit houdt verband met onzekere economische ontwikkelingen. Er zijn drie scenario's doorgerekend met alternatieve parameters voor kostenstijging en opbrengstenstijging. Deze leiden tot een risicobedrag van € 3,19 miljoen voor alle grondexploitaties. Het benodigde weerstandsvermogen om de algemene risico's op te vangen komt uit op € 2,97 miljoen. Het totale te dekken risicobedrag, voor beide typen risico's, komt daarmee uit op € 8,83 miljoen (€ 5,86 + € 2,97). Dit is € 2,59 miljoen lager dan ten tijde van de Programmabegroting 2025.

Wat zijn de oorzaken? 
Projectspecifiek gaat het om onder meer complexiteit in de bouwlogistiek, hoge ambities, extra kwaliteitseisen ten aanzien van de openbare ruimte, gefaseerde ontwikkeling van de locatie, nog onvoldoende inzicht in saneringsopgaven. Daarnaast is er onzekerheid over de hoogte van de toegepaste parameters in relatie tot de algemene risico's.

Wat zijn de gevolgen? 
Stijgende kosten aanleg openbaar gebied, dalende grondwaarden, extra begeleiding en toezicht en een langere doorlooptijd. Hogere inflatie en economische terugval leiden verder tot lagere verwachte financiële resultaten.

Beheersmaatregelen:

  1. Heroverwegen uitgiftestrategie voor grond.
  2. Aanpassen programmering met hogere kans op realisatie/verkoop.
  3. Besparingen op kwaliteit en duurzaamheidsmaatregelen.
  4. Zakelijke aansturing van processen.

5. Schieoevers

Terug naar navigatie - 5. Schieoevers

Omschrijving (toelichting)

Naam risico Programma Kans Impact Score Bedrag (x € 1.000) Tijdsperiode
Schieoevers Goed wonen 3 4 12 20.200 I

Wat is het risico?
De gemeente Delft wil Schieoevers Noord transformeren van een werklocatie naar een gemengd werk-woongebied. De ambitie is om in fase 1 tot 2030 ruim 1800 arbeidsplaatsen en bijna 4200 woningen toe te voegen. De gemeente zelf heeft weinig grondpositie en is afhankelijk van initiatieven van derden. De gemeente legt zich daarom met name toe op het investeren in noodzakelijke bovenwijkse voorzieningen, zoals een Gelatinebrug.  De totale geldstroom in de businesscase Schieoevers waarover risico wordt gelopen (investeringen, algemene projectkosten, bijdragen overheden, kostenverhaal) bedraagt € 141 miljoen (inclusief prijsontwikkelingen tot 2030). De bandbreedte van het financiële risico bedraagt € 7 tot € 28 miljoen. Voor het risicoprofiel houden we € 20,2 miljoen aan als gewogen bedrag. Dit bedrag is nagenoeg gelijk aan het bedrag van € 20,1 miljoen dat is gemeld bij de Programmabegroting 2025. In de tijd die sindsdien is verstreken is het risicoprofiel voor Schieoevers niet significant gewijzigd.

Wat zijn de oorzaken?

  • Bouwkosten zijn hoog en blijven stijgen, zij het minder hard dan in het recente verleden.
  • De prijsontwikkeling van nieuwbouwwoningen trekt aan.
  • Het bestemmingsplan voor Schieoevers Noord 1e fase (Kabeldistrict en Nieuwe Haven) is nog niet geagendeerd door de Raad van State.
  • Geluidsproblematiek (onder andere nabijheid spoor en Kruithuisweg).
  • De ontwikkeling van Schieoevers is complex en langlopend met een mix aan functies.
  • De gemeente is afhankelijk van het tempo van initiatiefnemers in het gebied.
  • Er zijn in de tijd onderlinge afhankelijkheden tussen deelprojecten.

Wat zijn de gevolgen?

  • Realisatie van de gemeentelijke ambities loopt vertraging op.
  • Stijging van de kosten door langere processen en door vertraging vanwege de marktomstandigheden.
  • Toegezegde specifieke uitkeringen/subsidies moeten terugbetaald worden vanwege niet tijdig opleveren/nakomen van afspraken (realisatie woningen en infrastructurele maatregelen).
  • Ontwikkelaars maken een pas op de plaats en Schieoevers Noord gaat niet bruisen.
  • Extra financiële dekking vanuit de gemeente blijkt noodzakelijk.
  • De geluidsproblematiek leidt ertoe dat er extra maatregelen genomen moeten worden.

Beheersmaatregelen:

  • Weloverwogen keuzes maken in de investeringen die we wel of niet doen in relatie tot toegezegde subsidies/specifieke uitkeringen.
  • Vol inzetten op kostenverhaal in anterieure overeenkomsten en daarbij scherp zijn op aanvullende werkzaamheden.
  • Inzetten op aanvullende specifieke uitkeringen/subsidies (lobby). 
  • Heroverwegen geformuleerde uitgangspunten voor de ontwikkeling van Schieoevers Noord.
  • Flexibiliteit in de plannen inbouwen, om niet afhankelijk te worden van 1 specifieke maatregel of 1 specifieke ontwikkeling.

6. Avalex

Terug naar navigatie - 6. Avalex

Omschrijving (toelichting)

Naam risico Programma Kans Impact Score Bedrag (x € 1.000) Tijdsperiode
Avalex Schone en veilige stad 3 3 9 250 I

Wat is het risico? 
Enerzijds onverwachts hogere verwerkingskosten van het afval en hogere rijksbelasting op verbranding en CO2-toeslag, en anderzijds vermindering van inkomsten door daling van verkoopprijzen van ingezamelde grondstoffen zoals gerecycled plastic. 

Wat is de oorzaak?
Extra heffingen op afvalverwerking (meestal verbranding) of verhoging van die heffingen zijn soms pas na vaststelling van het tarief bekend. En de prijzen voor ingezamelde grondstoffen volgen de ontwikkelingen op de markt en op de huidige markt is nieuw plastic goedkoper dan gerecycled plastic. De reserve Reiniging is op dit moment ontoereikend om extra belasting en/of tegenvallers op te vangen. Het risico is als incidenteel bestempeld, omdat bij de eerstvolgende mogelijkheid het tarief voor inwoners erop kan worden aangepast. Overigens is met de overeenkomst met HVC voor afvalverwerking het risico op onverwachte verhoging van de verwerkingskosten zelf kleiner door de samenwerking en het tijdig en open delen van informatie. 

Wat is het gevolg?
De stijging van kosten leidt tot verhoging van het lokale tarief voor de burgers, wat nodig is voor het opvangen van deze extra kosten.

Beheersmaatregelen:
Volgen van de actualiteiten en hierop anticiperen en eventuele tariefsverhoging, indien mogelijk, tijdig doorvoeren.

7. Sociaal domein: autonome groei Wmo en Jeugdhulp

Terug naar navigatie - 7. Sociaal domein: autonome groei Wmo en Jeugdhulp

Omschrijving (toelichting)

Naam risico Programma Kans Impact Score Bedrag (x € 1.000) Tijdsperiode
a. Sociaal domein Gezonde en sociale stad 2 3 9 6.600 S
b. Jeugdhulp Plus (JHP) Gezonde en sociale stad 4 3 12 650 I

(* er wordt gerekend met een factor 1,5 in plaats van 2,0 voor het structurele karakter, omdat het hele risicobedrag pas vanaf 2027 vol telt en daarmee onzekerder is en er daarnaast nog mitigerende (kabinets)maatregelen kunnen spelen)

Wat is het risico?
a. Het financieel risico bedraagt voor jeugd ca. € 2-2,5 miljoen in 2026 en € 4 miljoen voor 2027 en verder. Voor Wmo bedraagt het risico € 1,7 miljoen in 2026 en € 2,6 miljoen voor 2027 en verder. In totaal bedraagt het risico in 2026 € 4,0 miljoen en vanaf 2027 € 6,6 miljoen

De kosten van de jeugdhulp en de Wmo worden door veel verschillende factoren bepaald, zowel intern als extern. Prognoses zijn daarom in hoge mate onzeker. Met enige mate van zekerheid kunnen de verwachte kosten tot en met 2025 worden geraamd. Daarna is de onzekerheid te groot en wordt een eventuele verdere kostenstijging als risico gezien. Externe factoren betreffen met name landelijke wet- en regelgeving en demografische ontwikkelingen, zoals de invoering en de aanzuigende werking van het abonnementstarief, de invoering van het woonplaatsbeginsel en de vergrijzing. Ook de aanbesteding van onder meer de jeugdhulp heeft geleid tot hogere tarieven vanwege de Algemene Maatregel van Bestuur reële kostprijs. De rijksvergoedingen blijken steeds minder toereikend om deze stijgende kosten op te vangen. Ten slotte blijft het onzeker of de autonome groei afremt of stopt (los van externe factoren als vergrijzing die de komende jaren tot groei blijven leiden). En het blijft een risico of de rijkscompensatie voor indexatie de komende jaren toereikend is. Bovenstaande problematiek speelt al jarenlang, en op basis daarvan wordt de kans nu teruggebracht van factor 3 (50%) naar 2 (30%).

b. Financiële problemen in de Jeugdhulp Plus (JHP) in het landsdeel Zuidwest. Per casus is een verdeelsleutel vastgesteld op aandeel van de regio en aantal inwoners per gemeente. De totale impact voor JHP bedraagt € 19,7 miljoen. Het aandeel van de regio Haaglanden bedraagt € 7,1 miljoen. Voor Delft betekent dit een risico van € 650.000.

Wat zijn de oorzaken?
a. Doordat de Wmo en de jeugdhulpwet zogeheten open-einderegelingen zijn, moet de gemeente zorg en hulp leveren ongeacht het aantal aanvragen. Gelijktijdig is de beïnvloedbaarheid van de hoeveelheid en zwaarte van deze aanvragen beperkt en de geboden rijksfinanciering ontoereikend. Ten slotte zijn er externe ontwikkelingen (wetswijzigingen, nieuwe taken) die tot toenemende kosten hebben geleid en blijven leiden. Het Integraal Zorgakkoord ziet het sociaal domein als onderdeel van de oplossing voor de druk op de zorg. Indien een individuele oplossing voor een inwoner niet in algemene voorzieningen (de basis) gevonden kan worden, ligt de oplossing in de maatwerkvoorzieningen.

b. Aanleiding voor deze problemen is de landelijke beweging om jeugdigen niet meer op te vangen via JHP, maar volgens de landelijke politieke wens deze jeugdigen op te vangen in kleinschalige voorzieningen. De zorgaanbieders die JHP aanbieden, zijn hierdoor in de problemen gekomen, omdat het vastgoed primair is ingericht voor gesloten jeugdzorg en grotere groepen. In combinatie met een dalende instroom JHP leidt dit tot leegstand.

Wat zijn de gevolgen?
a. Zelfs relatief marginale effecten kunnen vanwege de financiële omvang van het sociaal domein leiden tot forse tekorten op de gemeentemiddelen. Daarom is het logisch om eventuele kostenstijging vanaf 2026 als risico te zien, ondanks dat het procentueel niet om grote afwijkingen gaat en we via diverse wegen inzetten op kostenbeheersing.

b. Binnen de regio Haaglanden zijn er meerdere aanbieders van JHP, waarvan twee zich in 2022 hebben gemeld met grote financiële problemen, omdat zij de gevolgen van bovenstaande ontwikkeling niet zelf kunnen financieren. Uiteindelijk heeft dit geleid tot een advies van de jeugdautoriteit (JA) en het besluit van de staatssecretaris om het landsdeel onder interbestuurlijk toezicht (IBT) te stellen.

Beheersmaatregelen:
a. Aandacht voor mogelijkheden van kostenbeheersing in het sociaal domein heeft hoge prioriteit. Dit bestaat uit meerdere delen:

  1. borgen van succesvolle maatregelen uit het inmiddels afgeronde actieplan sociaal domein
  2. bij jeugdzorg een regionale verkenning op richtingen kostenbeheersing
  3. in de regionaal verkende richtingen aanvullend nieuwe maatregelen lokaal uitwerken.

We blijven vanzelfsprekend inzetten op de lobby richting het Rijk voor aanvullende middelen. Daarnaast blijven we de exogene ontwikkelingen volgen om tijdig te kunnen anticiperen en wordt de (regionale) informatievoorziening daar waar mogelijk versterkt. Hierboven schetsen we de beheersing van het financiële risico binnen het sociaal domein. Er kunnen ook maatschappelijke risico’s ontstaan op het moment dat hulp niet, of onvoldoende, beschikbaar is voor kwetsbare burgers. Denk bijvoorbeeld aan mensen met psychische problemen die bij gebrek aan voldoende ondersteuning uit onmacht dingen doen die een gevaar opleveren voor henzelf of hun omgeving.

b. In het kader van het IBT hebben beide aanbieders hun continuïteitsplan opgesteld. Het verdere verloop is afhankelijk van regionale besluitvorming.

8. Doorontwikkeling preventie/welzijnswerk

Terug naar navigatie - 8. Doorontwikkeling preventie/welzijnswerk

Omschrijving (toelichting)

Naam risico Programma Kans Impact Score Bedrag (x € 1.000) Tijdsperiode 
Doorontwikkeling welzijnswerk Samenleven, onderwijs en cultuur 2 3 6 500 S

Wat is het risico?
Bij de kadernota is er in 2023 € 0,5 miljoen beschikbaar gesteld voor deze doorontwikkeling en vanaf 2024 structureel € 1,0 miljoen. Het is onzeker welke middelen vereist zijn voor de verdere vormgeving vanaf 2025. Het risico op aanvullende kosten bedraagt naar schatting € 0.5 miljoen bovenop de beschikbaar gestelde middelen.

Wat zijn de oorzaken?
Zowel vanuit landelijke als lokale ontwikkelingen, zoals GALA, IZA/RIGA en Delft-West, wordt de komende jaren ingezet op de doorontwikkeling van het welzijnswerk en een verstevigde inzet op preventie. Dit om de sociale basis van inwoners in Delft te versterken. Een sterke sociale basis wordt als één van de randvoorwaarden en één van de doelen van het GALA genoemd. In 2024 is onderzoek gedaan naar de Delftse situatie omtrent de sociale basis. Het onderzoek laat zien dat een sterke sociale basis in de wijken nodig is om de leefbaarheid en veiligheid, de bestaanszekerheid en de houdbaarheid van de zorg in de toekomst enigszins te waarborgen. Het college heeft uitgangspunten vastgesteld om te sturen op de beweging naar preventie en een beleidsvisie op deze sociale basis wordt momenteel opgesteld. Tevens wordt het welzijnswerk opnieuw ingericht met ingang van 1 januari 2026. Doorontwikkeling om de sociale basis van de inwoners in Delft te versterken is onvermijdelijk gezien de groeiende vraag naar hulp en ondersteuning en de toenemende complexiteit in het sociaal domein. Maar hoe we dit precies vorm moeten geven, wordt op dit moment nader uitgewerkt. Het is daarom onzeker hoe dit eruit komt te zien en welke kosten hiermee gemoeid zijn.

Wat zijn de gevolgen?
Het streven/de verwachting is dat door de inzet op een versterkte sociale basis de kosten voor zwaardere vormen van hulp bij de jeugd en de Wmo beheersbaar blijven. Bij het niet toereikend blijken van de middelen voor de doorontwikkeling welzijnswerk zullen aanpassingen volgen,.

Beheersmaatregelen:
Er zal geanticipeerd worden op de ontwikkelingen in en de effecten van het welzijnswerk enerzijds, en op de kosten anderzijds.

9. Prinsenhof

Terug naar navigatie - 9. Prinsenhof

Omschrijving (toelichting)

Naam risico Programma Kans Impact Score Bedrag (x € 1.000) Tijdsperiode
Project Prinsenhof Samenleven, onderwijs en cultuur 3 4 12 5.000 I

Wat is het risico?
Het risicoprofiel ziet op het opvangen van financiële effecten die veroorzaakt worden door exogene factoren die een risico vormen voor de realisatie van het project (zie raadsvoorstel 1 februari 2024). Hierbij moet worden gedacht aan onder meer: excessieve prijsstijgingen (indexering), marktwerking, verborgen gebouwgebreken, enzovoorts.  Op basis van het projectverloop wordt de eerder uitgevoerde risicoanalyse periodiek geactualiseerd.

Wat zijn de oorzaken?

  • Marktomstandigheden, zijnde de beschikbaarheid van materialen en capaciteit (intern en extern).
  • de complexiteit van het werk, bijvoorbeeld de haalbaarheid van belangrijke ontwerpprincipes
  • exogene ontwikkelingen, zoals 'onverwachte' besluiten van hogere overheidsorganen en
  • economische ontwikkelingen, zoals bovenmatige kostenstijgingen.

Wat zijn de gevolgen?
De oorzaken kunnen leiden tot stijgende bouwkosten, langere doorlooptijd, of verzwaarde exploitatielasten.

Beheersmaatregelen:

  • Passende aanbestedingsstrategie
  • Modulair af- of opbouwen

10. Verruiming btw-sportvrijstelling

Terug naar navigatie - 10. Verruiming btw-sportvrijstelling

Omschrijving (toelichting)

Naam risico Programma Kans Impact Score  Bedrag (x € 1.000) Tijdsperiode
Verruiming btw-sportvrijstelling Samenleven, onderwijs en cultuur 2 1 2 200 S

Wat is het risico?
Gemeenten worden in beginsel gecompenseerd via de Specifieke Uitkering Stimulering Sport (SPUK). De uitkering bedraagt 18% (in de regeling 2024-2025) van de gerealiseerde bestedingen (inclusief btw). Op basis van een inschatting van de praktijk schatten we het risico in op een bedrag van € 200.000. Het risico is:

  • De aanvraag voor de SPUK wordt niet geheel gehonoreerd.
  • Het totaalbedrag van de aanvragen is hoger dan het uitkeringsplafond. Wanneer het totaal van de aangevraagde uitkeringen het beschikbare budget overschrijdt, worden de aanvragen naar rato verleend.

Wat zijn de oorzaken?
Sinds 1 januari 2019 is de btw-sportvrijstelling verruimd. Door deze wetswijziging is het recht vervallen op aftrek van btw voor gemeenten en niet-winstbeogende exploitanten van sportaccommodaties. De gemeente heeft geen recht meer op aftrek van btw via de btw-aangifte. Voor compensatie heeft het Rijk een SPUK-regeling geopend. Deze biedt slechts voor een deel compensatie.

Wat zijn de gevolgen?
De uitbreiding van de btw-sportvrijstelling heeft tot gevolg dat de btw op de bouw en het onderhoud van de accommodaties en de btw op de kosten van het geven van gelegenheid tot sportbeoefening voor gemeenten geheel of gedeeltelijk een kostenpost wordt.

Beheersmaatregelen:

  1. Tijdige en volledige aanvraag indienen voor de SPUK en zorgen voor een goede verantwoording met de bruto gerealiseerde bedragen.
  2. Monitoren in 2025 om in onze eigen ambities een afweging te maken voor 2026 (tarieven, uitgaven, investeringen).

11. Gevolgen Participatiewet in balans

Terug naar navigatie - 11. Gevolgen Participatiewet in balans

Omschrijving (toelichting)

Naam risico Programma Kans Impact Score Bedrag (x € 1.000) Tijdsperiode
Gevolgen Participatiewet in balans Werk en inkomen 3 3 9 400 S

Wat is het risico?
Op dit moment werkt het Rijk de ‘Participatiewet in balans’ nader uit. Vooralsnog gaat het Rijk ervanuit dat deze wetswijziging geen aanvullende uitvoeringslasten met zich meebrengt.

Wat zijn de oorzaken?
De aankomende wetswijziging met betrekking tot de Participatiewet in balans.

Wat zijn de oorzaken?
De daadwerkelijke gevolgen met betrekking tot de uitvoeringscapaciteit als gevolg van deze wetswijziging zijn nog ongewis. Deze worden op dit moment nader uitgewerkt. De wet heeft invloed op hoe onze uitvoeringsorganisaties binnen het sociaal domein, waar onder het eigen KCC, zich verhouden tot de inwoner.

Beheersmaatregelen:
De uitvoeringsorganisaties binnen het sociaal domein, gezamenlijk met beleidsadvisering, gaan samen verkennen wat de impact van deze wet zal zijn. Indien nodig moet een plan van aanpak worden opgesteld hoe om te gaan met deze wetswijziging, inclusief een financieel kader.

Bijzondere bijstand

Terug naar navigatie - Bijzondere bijstand

Omschrijving (toelichting)

Het risico Bijzondere Bijstand is komen te vervallen, omdat het risico sterk is verkleind. Het risico op overschrijding van het beschikbare budget  was oorspronkelijk opgenomen tijdens de Corona-pandemie, en is vervolgens in het risicoprofiel gehandhaafd tijdens de crisis met de hoge energieprijzen. En omdat het een open-einde regeling betreft, blijft het risico op overschrijding altijd bestaan, zeker bij economische recessie of sterk stijgende (energie)kosten voor levensonderhoud. Maar vanwege de huidige omstandigheden is het geschrapt uit het risicoprofiel. 

12. Vennootschapsbelasting (vpb)

Terug naar navigatie - 12. Vennootschapsbelasting (vpb)

Omschrijving (toelichting)

Het risico VPB reclame-inkomsten is komen te vervallen omdat de gemeente alle aanslagen heeft betaald ter voorkoming van oplopende belastingrente voor het geval de gemeente in de lopende procedure in het ongelijk wordt gesteld door de hoogste rechter.

 

Naam risico Programma Kans Impact Score Bedrag (x € 1.000) Tijdsperiode
Vpb benzineverkooppunten Financiën     3 2 6 650 I

Wat is het risico? 
Vpb heffing met betrekking tot gunning van het recht tot exploitatie van benzineverkooppunten in de gemeente. Voor de jaren 2019 t/m 2023 wordt de omvang geschat op circa € 650.000 inclusief rente . 

Wat zijn de oorzaken?
De Belastingdienst is van mening dat onder voorwaarden de activiteit brandstofverkooppunten een Vpb-plichtige activiteit betreft en stemt niet in met het standpunt dat sprake is van normaal vermogensbeheer. Hierover loopt momenteel een procedure van een buurgemeente.

Wat zijn de gevolgen?
Het gevolg is dat de gemeente mogelijk de Vpb-naheffing moet betalen over de afgelopen jaren. Daarnaast zal de gemeente een openingsbalans moeten opstellen en jaarlijks de fiscale resultaten moeten aangeven in de aangifte.

Beheersmaatregel:
De gemeente volgt de ontwikkelingen in een lopende bezwaar- en beroepsprocedure van een buurtgemeente. De hoogste rechter zal een uitspraak moeten doen of deze inkomsten onder de reikwijdte vallen van de Wet Vpb. Uitgangpunten zijn dat gemeente een pleitbaar standpunt heeft (met 50% slagingskans) gelet op een lopende procedure van een buurgemeente en dat de jaren 2016 tot en met 2018 waarschijnlijk zijn verjaard. 

Overige operationele risico's

Terug naar navigatie - Overige operationele risico's

Omschrijving (toelichting)

Prijsstijgingen onderhoud en investeringen openbare ruimte, scholen, sportvoorzieningen en cultuurvoorzieningen etc.
Het reguliere (groot) onderhoud door de gemeente in onder meer de openbare ruimte, onderwijsgebouwen en sportvoorzieningen/cultuurvoorzieningen wordt uitbesteed aan marktpartijen. Daarmee maken we optimaal gebruik van de markt(werking). Het nadeel is dat de prijzen ook volledig afhankelijk zijn van de markt. Dit betekent dat de economische situatie van invloed is op de kosten, waarvan momenteel niet te voorspellen is wat het effect (positief dan wel negatief) zal zijn. In 2021 heeft dit risico zich voorgedaan (al dan niet als gevolg van een door Covid-19 veroorzaakt grondstoffentekort). In 2022 heeft dit risico zich ook voorgedaan. De investeringsportefeuille van de gemeente is ook gevoelig voor kostenstijgingen in de bouwmarkt (onder meer scholen, sportvoorzieningen en infrastructuur). Dit risico is betrokken bij een bredere raming uit hoofde van de sterk verhoogde inflatie. Hiertoe is in de raadsbrief van eind maart 2022 rekening gehouden met een aanvullend benodigde structurele reservering in het financieel meerjarenbeeld van € 1,8 miljoen jaarlijks voor de jaren 2022 en verder. Voor de investeringen in schoolgebouwen verwijzen we ook naar het kerndossier Integraal Huisvestingsplan Onderwijs.

Uitbreiding areaal
Delft is volop in ontwikkeling en heeft in de ontwikkelagenda uitgesproken verder te willen groeien (bouw van ongeveer 15.000 woningen). Dit brengt extra baten (aanvullende opbrengsten onroerendzaakbelasting, hogere gemeentefondsuitkering) en lasten (extra voorzieningen en onderhoudskosten) met zich mee. De verwachte ontwikkelingen brengen we via verbeterde prognoses in kaart, zodat we in de meerjarenbegroting op de diverse ontwikkelingen kunnen anticiperen. Daarom blijft dit onderwerp in de komende jaren in de risicoparagraaf alleen gehandhaafd als PM-post.

Risicomanagement informatiebeveiliging
Beveiliging van de informatie is van belang voor de bedrijfsvoering van de overheid. Om te borgen dat informatie en informatiesystemen optimaal worden beveiligd, vormt risicomanagement een belangrijk onderdeel in dit proces. Voor de risicobepaling wordt een inschatting gemaakt van mogelijke schade als informatiesystemen (tijdelijk) niet beschikbaar zijn (Beschikbaarheid), de informatie niet integer is (Integriteit) en/of deze informatie in verkeerde handen valt (Vertrouwelijkheid). Ook wordt een inschatting gemaakt van de dreigingen waartegen de overheid beschermd moet worden. Dit leidt tot beveiligingseisen om de risico’s te beperken, die met passende maatregelen worden afgedekt. Bij het onderkennen en beperken van risico’s zoals schade door uitval of gecompromitteerde integriteit van systemen komt de Business Continuity steeds meer centraal te staan. Kortheidshalve verwijzen we hier verder naar de paragraaf Bedrijfsvoering en de jaarlijkse Verantwoordingsrapportage waarin het college hierover verantwoording aflegt aan de raad. De onzekerheid op de mogelijke financiële impact van inbreuken op de Beschikbaarheid, Integriteit en Vertrouwelijkheid van gegevens en informatiesystemen is in het algemeen, dus niet voor een specifiek geval, bijzonder groot. Daarom wordt dit risico als PM-post opgenomen.

Opvang en huisvesting ontheemden, statushouder en asielzoekers
De gemeente heeft te maken met een toenemend aantal ontheemden uit Oekraïne en statushouders. Daarnaast vangt Delft sinds 2022 asielzoekers op. Voor de ontheemden uit Oekraïne en statushouders vervult de gemeente een regierol als het gaat om de beschikbaarheid en financiering van huisvesting, onderwijs(huisvesting) voor kinderen en sociale/maatschappelijke voorzieningen.

De huisvesting van ontheemden en statushouders in sociale huurwoningen kan leiden tot (vergroting van) het knelpunt in de huisvesting van reguliere woningzoekenden. Om het draagvlak voor de woonruimtebemiddeling te behouden, kan inzet van de gemeente gevraagd worden voor andere oplossingen, zoals de bouw van flexwoningen en bijdragen aan woningdelen. De realisatie van flexwoningen blijkt weerbarstig te zijn. In 2024 loopt Delft achter op de wettelijke taakstelling. De toezichthouder (Provincie Zuid-Holland) heeft per 1 april 2024 trede 1 van de toezichtladdder toegepast (signaleren) en per 1 juli 2024 trede 2 (info opvragen + ambtelijk gesprek). Naar verwachting zal Delft de taakstelling statushouders in 2024 niet halen, onder meer omdat de bouw van flexwoningen, extra aanbod voor statushouders en andere spoedzoekers, weerbarstig is en vooralsnog uitblijft. We bespreken ideeën hoe de gemeente toch meer statushouders in Delft kan huisvesten met de toezichthouder en het COA .  

In het kader van de Spreidingswet heeft de minister van Asiel en Migratie, eind 2024, het verdeelbesluit genomen, waarmee per gemeente de verdeling voor de opvang van asielzoekers is vastgesteld. Op basis daarvan moet Delft minimaal 376 opvangplaatsen beschikbaar stellen, waarvan 50 geschikt voor amv. Met de huidige opvanglocaties aan het Manderspark en de Kleveringweg (Campanilehotel) en een nog te realiseren extra opvanglocatie voor de doelgroep alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv) op Sportpark Kruithuisweg (oplevering medio 2025) verwacht de gemeente aan haar opgave voor de eerste cyclus (tot begin 2026) van de Spreidingswet te voldoen. Voor de feitelijke opvang is het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) primair verantwoordelijk. De gemeente dient locaties beschikbaar te stellen  en is daarnaast verantwoordelijk voor het faciliteren van onderwijs.  

Risico onderwijswetgeving
In het IHP 2025-2041 (wettelijke verplichting) zijn bindende afspraken gemaakt met schoolbesturen over (de financiering van) nieuwbouw en vervangende huisvesting voor het onderwijs. Met de aankomende wetswijziging ‘planmatige en doelmatige aanpak van onderwijshuisvesting in het funderend onderwijs’ kan een verplichting ontstaan voor het vaststellen van een integraal huisvestingplan (IHP) voor gemeenten en meerjarenonderhoudsplan (MJOP), op basis van een bouwkundige inspectie, voor schoolbesturen. Daarnaast is het voorstel om gegevens in het IHP te standaardiseren. Het huidige IHP is vormvrij en voldoet niet aan alle (voorgestelde) eisen uit het wetsvoorstel en de eventuele verdere regels over de verplichte gegevens die worden gesteld aan een IHP.  Het aanpassen van het IHP aan de voorgestelde regelgeving kan leiden tot extra inzet en administratieve lasten, en dus ook tot extra kosten. (Voor andere risico's: zie Kerndossier IHP)

Daarnaast is per 1 juni 2021 de wet ‘Meer ruimte voor nieuwe scholen’ in werking getreden. Hierdoor is voor initiatiefnemers de drempel voor het oprichten van een nieuwe school verlaagd. Deze stelselwijziging is bedoeld voor meer ruimte voor vernieuwing in het onderwijs. Na een positief besluit van de minister heeft de gemeente, samen met het schoolbestuur, veertien maanden de tijd om de start van de school voor te bereiden en heeft de gemeente de opgave om in (tijdelijk) passende huisvesting te voorzien. Jaarlijks kan de gemeente geconfronteerd worden met een nieuwe opgave op het gebied van onderwijshuisvesting.

In 2035 is er in Nederland een inclusief onderwijssysteem. Dat is het doel van de 'Werkagenda Route naar inclusief onderwijs 2035' van OCW. De agenda is een uitwerking van de coalitieafspraak over inclusief onderwijs. Leerlingen zullen steeds minder specifiek speciaal onderwijs aangeboden krijgen en steeds meer in het regulier onderwijs een plek krijgen. Eén van de actielijnen is 'Bouwen aan een toegankelijke en inclusieve huisvesting’. Gebouwen moeten flexibel worden ingericht zodat ze voor zoveel mogelijk leerlingen toegankelijk zijn en ze ruimte bieden aan jongeren met verschillende ondersteuningsbehoeften.  Het is nog niet duidelijk in hoeverre dit huisvestingsconsequenties heeft, maar te denken valt aan meer m² per leerling en verbouwingen voor specifieke ruimten.

BUIG: Bundeling van Uitkeringen Inkomensvoorziening aan Gemeenten
Het BUIG-budget is het door de gemeente niet-beïnvloedbare bedrag dat zij ontvangt om onder meer bijstandsuitkeringen te verstrekken. Het BUIG-budget kent sinds 2022 een aparte component voor het verstrekken van loonkostensubsidies (LKS). Het macrobudgetdeel daarvoor wordt verdeeld op basis van gerealiseerde aantallen in het voorafgaand jaar in heel Nederland. Zolang de aantallen uitkeringen in de pas loopt met de landelijke trend is er geen probleem. Als de gemeente hoger uitkomt dan het landelijk model voorspelt, moet zij zelf 7,5% van het rijksbudget uit algemene middelen bijpassen. Dit risico effectueert zich wanneer de BUIG-middelen niet toereikend zijn voor de uitkeringen.

Risicomanagement: de Delftse aanpak

Terug naar navigatie - Risicomanagement: de Delftse aanpak

Omschrijving (toelichting)

Die schaarste kan ertoe leiden dat ruimtelijke projcten of bedrijfsvestigingen geen doorgang vinden.Algemeen
In aanvulling op de gedefinieerde risico's binnen programma's (zie sectie Risicoprofiel) en het weerstandsvermogen, brengen we hier onzekerheden in beeld die de stad als geheel raken en een langetermijnperspectief kennen (voor nadere toelichting zie 'Delftse aanpak risico’s in beeld', 2016). De risico's bij verbonden partijen zijn opgenomen in de betreffende paragraaf, waarin per partij de relevante risico's zijn benoemd. De aanpak onderscheidt:

  • strategische risico's die een langetermijnperspectief kennen en van belang zijn voor de stad als geheel, en, deels of geheel, liggen binnen de invloedssfeer van de stad, en anderzijds
  • kerndossiers, die betrekking hebben op het beleid, de maatregelen of de projecten die horen bij de aanpak van de strategische risico's.

Strategische risico's en kerndossiers
Hieronder is een geactualiseerd overzicht opgenomen van de strategische risico's. Nieuw opgenomen zijn de risico's Kaderrichtlijn Water (nr 4) en de netcongestie (nr 5).

nr strategisch risico werkwijze
1 In het sociaal domein niet kunnen garanderen van de zorg en/of kwaliteit daarvan.   Verdere monitoring, mede aan hand van het Actieplan Sociaal Domein (zie ook Risicoprofiel)
2 De veelheid van ontwikkelingen die op Delft afkomen zet de leefbaarheid onder druk  Verkennen van het effect van de opgaven voor de fysieke, economische en sociale infrastructuur op mogelijke tweedeling
3 Complexe wet- en regelgeving op het ruimtelijk domein maakt dat we onze ambities niet kunnen realiseren Verkennen van de mogelijkheden van kennismanagement en omgevingsmanagement.
4

Vanaf 2027 kunnen als gevolg van de Europese Kader Richtlijn Water (KRW) nieuwe lozingsvergunningen mogelijk niet worden verleend en bestaande vergunningen komen onder druk te staan. Dit is bijvoorbeeld het geval bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zoals woningbouw en bedrijfslocaties maar ook bij verbouw, beheer en onderhoud van bijvoorbeeld infrastructuur. Het is op dit moment onduidelijk wat de impact gaat zijn, of en hoe hoog boetes gaan uitpakken, maar ook welke (financiële)risico’s er ontstaan door het niet kunnen verlenen van nieuwe vergunningen of het moeten aanpassen van bestaande vergunningen of werkzaamheden. Bovendien is het risico dat er meer inzet nodig zal zijn (bij de gemeente en de ODH) voor de ‘juridisering’ zoals verzoeken tot handhaving en bezwaar- en beroepsprocedures, en voor het daadwerkelijk handhaven van vergunningen en het aanpassen van de vergunningen.

Voor het behalen van de KRW-doelen zijn het rijk, provincie ZH, waterschappen en Omgevingsdienst naast de gemeente ook verantwoordelijk. De gemeente heeft haar (beperkte) rol met name in de vergunningverlening voor lozingen op het riool en voor grondverzet en de handhaving daarvan. Verder is de gemeente verantwoordelijk voor lozingen vanuit het gemeentelijk rioleringssysteem. Aan de hand van de landelijke en regionale kennisontwikkeling op dit gebied wordt voor Delft de komende periode/jaren een inschatting gemaakt van de genoemde risico’s.

5

Netcongestie: te weinig capaciteit op het elektriciteitsnet waardoor bedrijven, inwoners en organisaties te maken krijgen met schaarste. Die schaarste kan ertoe leiden dat ruimtelijke projecten of bedrijfsvestigingen geen doorgang vinden.

Netbeheerders zijn verantwoordelijk voor netverzwaring. Zolang de capaciteit nog niet toereikend is, stimuleren wij slim omgaan met elektriciteit, opslag en andere maatregelen die de claim op het elektriciteitsnet verminderen.

6 Bedrijfsprocessen zijn door hun afhankelijkheid van IT kwetsbaar als de IT/het internet uitvalt.  Verkennen van de wijze van versterking van de business continuïteit, waarbij de organisatie plannen formuleert om de bedrijfsprocessen minder afhankelijk te maken van IT en het risico op IT-uitval.
7 Lokale gevolgen van bovenregionale crisis, zoals een nieuwe pandemie of gevolgen van de klimaatcrisis zoals een overstroming of grote droogte.   In strategie en beleid wordt de klimaatcrisis meegewogen waar relevant en waar deze (lokaal) kan worden beïnvloed, zoals bij de energietransitie, de ruimtelijke ontwikkelingen en bij waterbeheersing (zie Uitvoeringsagenda klimaatadaptatie, de investeringsbudgetten Waterplan en Waterberging en het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Bij een bovenregionale gebeurtenis als overstroming of ernstige ziekte-uitbraak, of zelfs pandemie, zal de lokale crisisbeheersing in werking treden en zal er samenwerking zijn met andere overheden in de beheersing.

Voor strategisch risico 1 zijn geïnventariseerde financiële risico's opgenomen in het operationeel risicoprofiel op de voorgaande pagina's. Voor strategische risico's 2 tot en met 5 geldt dat het onderwerpen betreft die naar hun karakter en/of de fase van inventarisatie (nog) niet in een concreet beslag op het weerstandsvermogen zijn te vertalen.

Hier houden we rekening mee via de methodiek waarbij als streefwaarde een weerstandsratio van 1,4 ('ruim voldoende') wordt aangehouden. Verder spelen niet direct financieel te vertalen risico's bij het bereiken van bestuurlijke doelen, zoals bijvoorbeeld de bouwopgave. Daarbij valt te denken aan de krappe arbeidsmarkt en de stikstofcrisis.

Kerndossiers
Hieronder is een geactualiseerd overzicht opgenomen van de kerndossiers.

Kerndossiers/projecten Voortgang     Informatievoorziening
Schieoevers Het bestemmingsplan Schieoevers-Noord (Kabeldistrict en Nieuwe Haven) en de bijbehorende (MER) besluiten zijn op 18 oktober 2022 door de gemeenteraad vastgesteld. De volgende mijlpaal betrof, op 14 november 2022, de toekenning van in totaal ongeveer € 90 miljoen versnellingsgelden voor infrastructuur aan Schieoevers (Kabeldistrict en Stationsgebied Delft Campus) en De Kop van de Buitenhof. Verder is in december 2022 het bestemmingsplan voor de verbreding van de Schie ter visie gegaan.  De raad ontvangt twee keer per jaar een voortgangsrapportage, naast de reguliere informatievoorziening via de P&C-cyclus.
Project Prinsenhof Het Voorlopig Ontwerp is eind 2022 op basis van de eerder vastgestelde uitgangspunten afgerond breed gedeeld. In december 2022 is het ontwerpteam gestart met de verdere uitwerking naar een Definitief Ontwerp. Eind 2023 zal deze uitwerkingsfase worden afgerond.    In 2023 is gedurende de Definitief Ontwerpfase een aantal bijeenkomsten van de raadswerkgroep gepland. Daarnaast wordt geparticipeerd in de totstandkoming van het ontwerp voor de tuin en het Sint Agathaplein.
Integraal Huisvestings Plan onderwijs (IHP) 2025-2041

Het IHP Onderwijs 2025-2041 is een dynamisch en indicatief plan en is geactualiseerd. Het geeft voor de eerste vier jaar een concrete planning en voor de jaren daarna een doorkijk voor 12 jaar. Nieuwe wetgeving, maatschappelijke ontwikkelingen, bestuurlijke fusies/wijzigingen, gewijzigde beleidsambities vanuit het onderwijs hebben consequenties voor onderwijshuisvesting en groei van de stad.  De opgave voor onderwijshuisvesting beweegt mee met deze dynamiek. Het IHP Onderwijs, geeft samen met IHP’s sport en cultuur invulling aan het ontwikkelperspectief Maatschappelijke Voorzieningen.

In de periode 2020-2024 zijn negen projecten opgeleverd. De komende jaren start het onderzoek naar veertien projecten onderwijshuisvesting. Bij veel (bewegings)onderwijsprojecten is de globale planning afhankelijk van de realisatie van andere projecten en van de beschikbaarheid van tijdelijke huisvesting.

De raad ontvangt jaarlijks (of vaker indien nodig) een informatiebrief over de voortgang en uitvoering van de verschillende projecten.

Voor dossier Schieoevers is op de voorgaande pagina's in het operationele risicoprofiel een gekwantificeerd risicobedrag te vinden. Ook voor het project Prinsenhof is inmiddels in het operationele risicoprofiel een gekwantificeerd risicobedrag opgenomen. In verband met de huisvesting van scholen is ook relevant in de subsectie 'overige operationele risico's'  het risico Onderwijswetgevingsplannen.

Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Omschrijving (toelichting)

Deze paragraaf geeft een verantwoording over de resultaten van het gemeentelijk fiscaal beleid in 2024. De paragraaf geeft inzicht in:

  • de algemene ontwikkelingen;
  • de gerealiseerde opbrengsten per heffing;
  • de tariefontwikkeling en de hoogte van de woonlasten;
  • de kwijtschelding;
  • de gerealiseerde kostendekkendheid van de opbrengsten.

Actuele ontwikkelingen rond gemeentelijke belastingen

Terug naar navigatie - Actuele ontwikkelingen rond gemeentelijke belastingen

Omschrijving (toelichting)

Inwerkingtreding Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging bouwen (Wkb)
De inwerkingtreding van de Omgevingswet en Wkb maakte het voor gemeenten noodzakelijk het stelsel van de legesheffing voor omgevingsvergunningen ingrijpend te herzien. Vooral door de Wkb is de mogelijkheid om kosten te verhalen via de leges belangrijk verminderd. Dit is omdat de technische toetsing voor bouwactiviteiten met een  gering risico is overgedragen aan private kwaliteitsborgers.  In opdracht van het Ministerie van BZK onderzoekt het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) de landelijke effecten op de leges omgevingsvergunningen. Voor de ontwikkeling van 2023 naar 2024 ziet COELO een  (verwachte) daling van de legeskosten voor die aanvragen waarbij de gemeente geen bouwtechnische keuring meer doet. Voor de mate van kostendekkendheid ziet COELO geen duidelijke ontwikkeling. 

De Omgevingswet biedt de mogelijkheid om een legestarief in te stellen voor de milieuvergunningen die de Omgevingsdienst Haaglanden verstrekt  voor Delft. Hiervoor heeft de gemeente nog geen tarief vastgesteld in 2024.

Nieuwe Modelverordening riool- en waterzorgheffing
De gemeentelijke taken voor waterbeheer verbreden zich onder invloed van de klimaatverandering. Om de taakverbreding een solide financieel draagvlak te geven, heeft de VNG een nieuwe modelverordening ontwikkeld voor de rioolheffing: de modelverordening Riool- en waterzorgheffing. In 2024  is met de RBG onderzoek gedaan naar de impact. Hierop is besloten  in de Verordening rioolheffing Delft 2025 een aantal wijzigingen op te nemen. Deze zijn in lijn met de nieuwe modelverordening van de VNG.

Hoofdlijnenakkoord kabinet-Schoof 2024 - 2028
Het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet noemt een gemeentelijke planbatenheffing en een gemeentelijke heffing op onbebouwde grond voor woningbouw als mogelijke  uitbreiding van het gemeentelijk belastingterrein. De achtergrond van beide  heffingen is het stimuleren van woningbouw. Voor zover bekend zijn er nog geen voorbereidingen getroffen om deze heffingen de vereiste wettelijke grondslag te geven.  Verder noemt het hoofdlijnenakkoord het voornemen om de hoogte van de OZB te maximeren via afspraken met de gemeenten.

Gerealiseerde inkomsten

Terug naar navigatie - Gerealiseerde inkomsten

Omschrijving (toelichting)

In de tabel hieronder staan de gerealiseerde opbrengsten per belastingsoort.

De afwijking bij de OZB hangt samen met verschillen tussen prognoses en werkelijk gerealiseerde (WOZ) waarden. Op de OZB-tarieven voor niet-woningen zit een vaste opslag van 8,22%, waarvan de opbrengst is bestemd voor het Ondernemersfonds. Het geraamde bedrag voor 2024 is circa  € 1 miljoen.  De meeropbrengst bij afvalstoffenheffing en rioolheffing hangt samen met een hoger aantal huishoudens dan geraamd. Het resultaat bij de omgevingsvergunningen is veroorzaakt door enkele grote bouwprojecten waarvoor in het laatste kwartaal aanvragen voor de vergunning zijn ontvangen. Bij de overige leges moet nog verrekend worden een nadeel van  € 127.000 op de afdrachten aan het Rijk. In 2024 heeft de gemeente hogere baten gerealiseerd uit straatparkeren dan oorspronkelijk begroot. Deze stijging is voornamelijk toe te schrijven aan toegenomen bezoekersaantallen, verbeterde handhaving en doordat het project autoluwe zones binnenstad nog niet volledig is gerealiseerd. Bij de parkeervergunningen is een meeropbrengst van € 120.000 gerealiseerd door een hoger aantal aangevraagde vergunningen. Bij de toeristenbelasting is van het resultaat nog € 220.000 toe te rekenen aan 2023. Verder is met het Centraal Orgaan  opvang Asielverzoekers een compensatie van € 176.000 voor de inzet van hotelruimte afgesproken. De overige meeropbrengst is vanwege meer overnachtingen dan geraamd.

Gerealiseerde inkomsten per belasting soort

Terug naar navigatie - Gerealiseerde inkomsten per belasting soort

Excel-tabel

Inkomsten per belastingsoort
(bedragen × € 1.000) Begroot na wijziging Realisatie Verschil begroot na wijziging/ realisatie
Woonlastenheffingen
OZB 33.688 33.909 221
Afvalstoffenheffing (voor afrek kwijtschelding) 18.275 18.447 172
Rioolheffingen (voor aftrek kwijtschelding) 14.374 14.638 264
Overige heffingen
Reinigingsrechten 536 611 75
Kadegelden + precario haven 162 292 130
Leges omgevingsvergunningen 2.098 3.216 1.118
Overige leges 3.042 3.327 285
Parkeerbelasting 9.040 9.746 706
Reclamebelasting 254 270 16
Precariobelasting 325 518 193
Toeristenbelasting 1.391 1.938 547
Totaal 83.185 86.912 3.727

Woonlasten

Terug naar navigatie - Woonlasten

Omschrijving (toelichting)

Tariefontwikkeling woonlasten 2024

In onderstaande tabel staat de ontwikkeling van de woonlasten van 2023 naar 2024. Bij de OZB zijn hierbij opgenomen de tarieven die zijn vastgesteld bij de 1e wijziging van de OZB verordening 2024 in december 2023. Voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing  zijn de tarieven bepaald bij de vaststelling van de betreffende verordeningen door de raad in november 2023.

Tariefsontwikkeling

     

Belastingsoort / Categorie

Tarief 2023

Tarief 2024

Tariefstijging t.o.v. vorig boekjaar

OZB

     

Eigenaren woningen

0,09485%

0,09743%

2,7%

Eigenaren niet-woningen

0,33657%

0,34625%

2,9%

Gebruikers niet-woningen

0,26385%

0,26926%

2,1%

Afvalstoffenheffing

     

Meer-persoons huishouden

€ 400,50

 € 417,09

4,1%

Een-persoons huishouden

€ 255,66

 € 266,25

4,1%

Reinigingsrechten*

     

Tot 480 liter per twee weken

 € 454,39

 € 473,20

4,1%

Verhoging > 480 liter per 240 liter

€ 228,90

 € 238,38

4,1%

Rioolheffing

     

Afvoerrecht <= 500 m3

€ 54,42

 € 55,28

1,6%

Afvoerrecht > 500 m3

€ 0,64

 € 0,65

1,6%

Afvoerrecht > 500.000 m3

€ 0,24

 € 0,24

0,0%

Aansluitrecht eigenaren

€ 193,94

 € 197,02

1,6%

 

Vergelijking met gemeenten in de regio

In de grafieken hieronder staat een vergelijking van de totale woonlasten en de lasten per component  met een aantal regiogemeenten. Het gaat om de woonlasten voor een éénpersoons- en een meerpersoonshuishouden met een woning van de gemiddelde waarde in de betreffende gemeente in 2024.  Tot 2024 stelde COELO jaarlijks een 'ranglijst' op van  de woonlasten in de gemeenten met meer dan 100.000 inwoners.  Vanaf 2024 is deze  publicatie komen te vervallen.

GRAFIEK Vergelijking woonlasten regiogemeenten

 

Bron van de grafieken: COELO, Atlas lokale lasten 2024

Kostendekkendheid gesloten circuits reiniging en riool

De opbrengsten van de afvalstoffenheffing en de rioolheffing zijn gebonden aan besteding voor die specifieke taken en mogen bij de begroting  maximaal 100% kostendekkend zijn. Het uitgangspunt in Delft is om alle kosten die voor doorberekening in aanmerking komen ook door te berekenen in de tarieven. Hierop zijn twee uitzonderingen van toepassing. Ten eerste zijn de kosten voor oninbaarheid voor 70% doorberekend. De reden hiervoor is dat deze betrekking hebben op een periode van vijf jaar, waarbij op dit moment een licht dalende trend zichtbaar is bij de oninbaarheid. Ten tweede is bij de tariefberekening voor de rioolheffing een bedrag van € 1 miljoen gedekt uit de voorziening Riolering. De reden hiervan is dat het saldo in de voorziening raakt aan de gehanteerde bovengrens. . Hierdoor hoeven de tarieven minder te worden verhoogd en daalt de kostendekkendheid van de rioolheffing. Deze onttrekking uit de reserve loopt jaarlijks met 2 ton terug. Hieronder staan de tabellen met de gerealiseerde kostendekkendheid in 2024.

Afvalstoffenheffing

De kostendekkendheid komt uit op 104,37%  Dit komt vooral doordat er € 745.000  incidentele meeropbrengst is aan baten buiten de heffing. Hierdoor daalt het aan de heffing toe te rekenen totaal  van de lasten. Verder zijn er iets meer huishoudens opgenomen in de aanslagen dan geraamd. De meeropbrengst van  € 772.887 wordt toegevoegd aan de voorziening.

Rioolheffing

De kostendekkendheid komt uit op 98,24%. Bij de directe kosten op het taakveld is een overschrijding van € 239.672. Daar staat tegenover een incidentele opbrengst van baten buiten de heffing van €348.080 en een meeropbrengst bij de heffing vanwege meer huishoudens dan geraamd. De benodigde onttrekking uit de voorziening komt op  €259.613. Verder is bij de tariefberekening  dekking uit de voorziening ter hoogte van   €1.000.000 in aanmerking genomen.

Bij beide circuits is voor de berekening van de kostendekkendheid de dekking oninbaar op nul gesteld omdat deze al direct wordt verwerkt in de gerealiseerde opbrengst van de heffingen.

Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Afvalstoffenheffing

Excel-tabel

Afvalstoffenheffing JR 2024
Lasten Baten uit heffing
Taakveld € 14.739.823
Schoonmaakkosten € 859.869 Heffing EP + MP HH € 17.453.300
Kwijtschelding € 1.396.800 Kamerbewoning € 1.022.832
Overhead € 375.000 Totaal € 18.476.132
BTW € 1.680.000
Perceptiekosten € 500.432 Kostendekkendheid 104,37%
Dekking oninbaar € 0 Mutatie voorziening € 772.887
Totaal lasten taak Reiniging € 19.551.924
Baten buiten de heffing € -1.848.680
Toerekenbaar aan de heffing € 17.703.244

Rioolheffing

Terug naar navigatie - Rioolheffing

Excel-tabel

Rioolheffing JR 2024
Lasten Baten
Taakveld € 11.547.964 Eigenaren € 11.154.900
Schoonmaak € 859.869 Gebruikers € 3.339.100
Kwijtschelding € 231.500 Totaal € 14.494.000
Overhead € 1.319.000
BTW € 710.000 Kostendekkendheid 98,24%
Dekking oninbaar € 0 Baten uit de heffing € 14.494.000
Perceptiekosten € 433.359 Uit voorziening € 259.613
Totaal lasten taak Riolering € 15.101.692 Gedekte kosten € 15.747.542
Incidentele baten buiten heffing -348.080
Toe te rekenen aan heffing € 14.753.613

Overzicht tarieven met maximale kostendekkendheid

Terug naar navigatie - Overzicht tarieven met maximale kostendekkendheid

Omschrijving (toelichting)

Voor een aantal gemeentelijke heffingen is in de wet opgenomen dat de tarieven op basis van de begroting maximaal 100% van de aan het tarief toe te rekenen kosten mogen dekken. Het gaat met name om de tarieven voor reiniging, riolering en de leges. De daadwerkelijk gerealiseerde kostendekking voor legesheffing en kadegelden is opgenomen in onderstaande tabellen. De berekening van de kostendekking is gemaakt op basis van de gerealiseerde opbrengsten en de gerealiseerde uurtarieven en overheadtoeslag. De kostendekkendheid bij de afvalstoffenheffing en de rioolheffing is hierboven opgenomen.  Bij de afvalstoffenheffing is sprake van een toevoeging aan de voorziening. Bij de rioolheffing was bij de tariefberekening rekening gehouden met een onttrekking van 1 miljoen euro uit de voorziening. In het resultaat is deze ruim € 93.000 hoger geworden.

Kostendekkendheid overig

Terug naar navigatie - Kostendekkendheid overig

Excel-tabel

Gerealiseerde kostendekkendheid
Bedragen x € 1.000 Directe kosten Indirecte kosten Baten Kosten- dekking realisatie Kosten- dekking begroting Verschil
Leges Hoofdstuk 1 - Algemene dienstverlening 1.775.414 1.664.949 2.964.199 86% 88% -2%
Leges Hoofdstuk 2 - Omgevingsvergunningen 1.716.559 1.609.755 3.216.058 97% 97% 0%
Leges Hoofdstuk 3 - dienstverlening Europese richtlijn 40.306 37.799 62.683 80% 60% 20%
Kadegelden 155.000 89.126 57% 21% 19%
* De verhouding directe - indirecte kosten is afgeleid uit de verhouding gemiddeld uurtarief - overheadopslag

Omschrijving (toelichting)

De gerealiseerde kostendekking is berekend op basis van de gerealiseerde aantallen en uurtarieven

Kwijtschelding

Terug naar navigatie - Kwijtschelding

Excel-tabel

Kwijtschelding
Belastingsoort Begroot na wijziging Realisatie Verschil begroot na wijziging/ realisatie
Afvalstoffenheffing 1.422.400 1.338.362 84.038
Rioolheffing - gebruik 257.303 215.374 41.929
Leges indentiteitsbewijs (gemeentelijk deel) 15.140 3.335 11.805
Leges huisvestingsvergunning - - -
Totaal 1.694.843 1.557.071 137.772

Omschrijving (toelichting)

Kwijtschelding is bedoeld voor mensen met een laag inkomen zonder vermogen of waardevolle bezittingen. In 2023 is voor de in de tabel opgenomen bedragen kwijtschelding verleend. De kwijtschelding blijft al enkele jaren onder het daarvoor geraamde bedrag.

Percentages kwijtschelding

Terug naar navigatie - Percentages kwijtschelding

Excel-tabel

Kwijtscheldingspercentages
Belastingsoort 2019 2020 2021 2022 2023 2024
Afvalstoffenheffing 9,5% 9,2% 8,6% 8,3% 8,0% 8,0%
Rioolheffing 9,8% 9,5% 8,5% 8,3% 7,0% 7,0%

Omschrijving (toelichting)

De RBG voert de kwijtschelding voor afvalstoffenheffing en rioolrechten uit. De RBG heeft bovenstaande opgave gedaan van de verleende kwijtschelding als percentage van het in dat jaar opgelegde totaalbedrag van de betreffende heffing.

Grondbeleid

Grondbeleid en doelstellingen

Terug naar navigatie - Grondbeleid en doelstellingen

Omschrijving (toelichting)

Het grondbeleid is één van de middelen die de gemeente tot haar beschikking heeft om (ruimtelijke) doelstellingen te kunnen realiseren. Het grondbeleid is daarmee ondersteunend aan beleidsvelden als wonen, werken, onderwijs, cultuur en recreatie. Gegeven deze doelstelling streeft de gemeente naar het optimaliseren van de financiële uitkomsten. De financiële uitkomsten zijn in deze jaarrekening opgenomen onder het programma Goed Wonen. Nadere uitleg over de in deze paragraaf gepresenteerde cijfers is te vinden in het MeerjarenProgramma Grondontwikkeling (MPG) 2025.

Uitvoering van de nota Grondbeleid

Terug naar navigatie - Uitvoering van de nota Grondbeleid

Omschrijving (toelichting)

In een nota Grondbeleid legt een gemeente vast langs welke weg zij haar ruimtelijke doelstellingen wil bereiken en welke instrumenten zij hiervoor tot haar beschikking heeft. In maart 2022 heeft de raad de nota Grondbeleid 2022-2025 vastgesteld. Gekozen is voor een situationeel grondbeleid. Dat betekent dat de focus ligt op faciliterend grondbeleid, maar dat, daar waar opportuun, ook een actieve rol kan worden ingenomen.

Informatievoorziening

Terug naar navigatie - Informatievoorziening

Omschrijving (toelichting)

Jaarlijks stellen we het MPG op. Dit document geeft inzicht in de te verwachten resultaten per grondexploitatie en het verloop van het risicoprofiel. De in het MPG benoemde risico's worden opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing en lopen mee in de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit van de gemeente Delft. Naast het MPG wordt ook jaarlijks het TMPG opgesteld. Dit betreft een tussentijdse actualisatie van de grondexploitaties om te zien of de projecten financieel nog op koers liggen. Het TMPG loopt mee met de Najaarsrapportage. Bij het MPG en het TMPG wordt ook gerapporteerd over de stortingen in en onttrekkingen aan de ingestelde bestemmingsreserve Reserve kostenverhaal bovenwijkse voorzieningen en ruimtelijke ontwikkelingen. Deze Reserve is ingesteld op grond van de Nota Kostenverhaal (raadsbesluit juli 2021).

Uitgangspunten, risico's en onzekerheden in de waardering van grondexploitaties

Terug naar navigatie - Uitgangspunten, risico's en onzekerheden in de waardering van grondexploitaties

Omschrijving (toelichting)

Een grondexploitatie is een overzicht van geschatte kosten en opbrengsten, uitgezet in de tijd. Naarmate een project vordert en concreter wordt, kunnen schattingen worden vervangen door achtereenvolgens meer gedetailleerde ramingen en uiteindelijk door de resultaten van aanbestedingen en tenders. Ingeschat moet ook worden hoe kosten en opbrengsten zich in de toekomst ontwikkelen (kostenstijging en opbrengstenstijging). Grondexploitaties zijn derhalve omgeven door onzekerheden. De economische situatie is van invloed op de gemeentelijke grondexploitaties. Enerzijds via noodzakelijke aanpassing van te hanteren parameters voor kosten- en opbrengstenstijging en anderzijds via het risicoprofiel.

Parameters

Terug naar navigatie - Parameters

Omschrijving (toelichting)

De parameters, op basis waarvan de netto contante waarde (NCW=verwacht resultaat in € per 1-1-2025) en de eindwaarde (EW=verwacht resultaat in € per einddatum project) van grondexploitaties worden berekend, zijn bepaald op:

Parameters tabel

Terug naar navigatie - Parameters tabel

Excel-tabel

Parameters MPG 2025
2024 2025 2026 2027 2028 e.v.
Bouw- en woonrijp maken 2,70% 5,70% 3,50% 3,50% 3,50%
Overige kosten 3,30% 4,40% 2,90% 2,90% 2,90%
Opbrengstenstijging 2,90% 2,90% 2,90% 2,90% 2,90%
Rentetoerekening 1,55% 0,39% 0,39% 0,39% 0,39%
Discontovoet 2,00% 2,00% 2,00% 2,00% 2,00%

Uitkomsten actualisaties grondexploitaties/actuele prognose

Terug naar navigatie - Uitkomsten actualisaties grondexploitaties/actuele prognose

Omschrijving (toelichting)

In 2024 zijn 2 nieuwe grondexploitaties gestart. Alle grondexploitaties zijn herzien. Nieuw Delft is van een verliesgevende grondexploitatie gewijzigd in een winstgevende. In de onderstaande tabel zijn de verwachte resultaten weergegeven. Project Harnaschpolder is afgesloten per 31-12-2024. Er is zodoende nog sprake van 6 grondexploitaties.

Grondexploitatie tabel

Terug naar navigatie - Grondexploitatie tabel

Excel-tabel

Verwachte projectresultaten
Bedragen x €1.000 Winst/Verlies Boekwaarde 31-12-2024 Nog te realiseren kosten Nog te realiseren opbrengsten NCW MPG 2025 EW MPG 2025 Looptijd tot einde
Nieuw Delft Verlies -5.317 20.384 16.227 1.072 1.160 2028
Maria Duystlaan Verlies 1.064 4.980 4.398 -1.520 -1.645 2028
Locatie Haring Verlies 1.406 56 61 -1.374 -1.401 2025
Voorhof Noord-West Winst 1.436 3.412 5.451 558 604 2028
Kop van de Buitenhof Winst 5.368 59.753 65.527 333 405 2034
Kop Nieuwe Haven Verlies 518 479 568 -420 -428 2025
Bedrijfskavels Tanthof Winst nvt nvt

Systematiek van winstneming

Terug naar navigatie - Systematiek van winstneming

Omschrijving (toelichting)

De gemeente heeft drie winstgevende grondexploitaties. Voor een winstgevende grondexploitatie bestaat de verplichting om via een voorgeschreven methode te berekenen of er tussentijds winst genomen moet worden. Hiervan is geen sprake bij de Jaarrekening 2024.

Systematiek van verliesneming

Terug naar navigatie - Systematiek van verliesneming

Omschrijving (toelichting)

Voor de verliesgevende grondexploitaties moet een verliesvoorziening worden gevormd. Deze voorziening is gewaardeerd op de netto contante waarde. De actualisatie van de grondexploitaties in het MPG 2025 resulteert in een verwacht verlies voor de verliesgevende grondexploitaties van € 3,31 miljoen.

Risicoprofiel en weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Risicoprofiel en weerstandsvermogen

Omschrijving (toelichting)

Aan actieve gebiedsontwikkeling zijn risico's verbonden. Deze worden per project bij zowel het MPG als het TMPG in beeld gebracht. Ieder risico kent een kans van optreden (maximaal 50%) en een financieel effect als het risico zich voordoet. Kans van optreden maal het financieel effect levert een risicobedrag op. Onderstaande tabel geeft inzicht in het totale risicobedrag (optelsom van alle risicobedragen) voor zowel de projectspecifieke risico's als de algemene (voor iedere grondexploitatie geldende) risico's.

Risicoprofiel

Terug naar navigatie - Risicoprofiel

Excel-tabel

Projectspecifieke risico's in uitvoering zijnde grondexploitaties
Risicobedragen x €1.000 MPG 2025 MPG 2024
Totalen 7.569 10.020
Te dekken door weerstandsvermogen 5.857 9.392
Algemene risico's in uitvoering zijnde grondexploitaties
Risicobedragen x €1.000 MPG 2025 MPG 2024
Totalen 3.187 3.987
Te dekken door weerstandsvermogen 2.969 3.867
Projectspecifieke + algemene risico's
Risicobedragen x €1.000 MPG 2025 MPG 2024
TOTAAL 10.757 14.007
TE DEKKEN DOOR WEERSTANDSVERMOGEN 8.826 13.259

Risico's

Terug naar navigatie - Risico's

Omschrijving (toelichting)

Met beide typen risico's wordt rekening gehouden in het gemeentelijk weerstandsvermogen. Het totale benodigde weerstandsvermogen is € 8,83 miljoen. Dit is € 4,43 miljoen minder dan ten tijde van het MPG 2024 en € 2,59 miljoen lager dan ten tijde van de Programmabegroting 2025.

Vennootschapsbelasting

Terug naar navigatie - Vennootschapsbelasting

Omschrijving (toelichting)

Bij de invoering van de vennootschapsbelasting in 2016 bleek dat het Grondbedrijf zich niet kwalificeerde als onderneming in fiscale zin.  Nu de grondexploitatie Nieuw Delft positief is geworden zal deze kwalificatie nader bekeken moeten worden.

Onderhoud kapitaalgoederen

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Omschrijving (toelichting)

Deze paragraaf gaat over de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallig onderhoud aan openbaar groen, water, wegen en kunstwerken, verlichting, speeltoestellen, riolering, gebouwen en maatschappelijke voorzieningen. In deze paragraaf geven we aan hoe we kapitaalgoederen in gemeentelijk eigendom beheren. In de Financiële verordening is onder andere opgenomen hoe en wanneer de gemeente haar kapitaalgoederen afschrijft. De paragraaf is opgebouwd uit de volgende onderdelen: openbare ruimte, vastgoed en maatschappelijke voorzieningen. Per onderdeel gaan we in op de specifieke beleidskaders, beheerplannen en financiën. In de onderstaande tabel is het overzicht van de beheer- en beleidsplannen opgenomen.

Tabel Algemeen

Terug naar navigatie - Tabel Algemeen

Excel-tabel

Door de raad vastgesteld (jaar) Looptijd t/m (jaar) Financiële vertaling in begroting (ja/nee) Financiering via Reserve / Voorziening / Exploitatie / Investering (R/V/E/I) Actueel beleidsplan Achterstallig onderhoud
(ja/nee) (ja/nee)
Wegen 2023 2027 Ja E/R/I Ja Ja
Riolering 2021 2026 Ja E/V Ja Nee
Groen en water 2023 2027 Ja E/R/I Ja Nee
Civiele constructies 2023 2027 Ja E/R/I Ja Nee
Verlichting 2023 2027 Ja E/I Ja Nee
Speeltoestellen 2023 2027 Ja E/I Ja Nee
Verkeersregelsystemen 2022 2025 Ja E/I Ja Nee
Schoon 2023 2027 Ja E Ja Nee

Openbare ruimte

Terug naar navigatie - Openbare ruimte

Omschrijving (toelichting)

Beheer en onderhoud van de openbare ruimte is een kerntaak van de gemeente. Een goede openbare ruimte draagt bij aan het welzijn en de veiligheid van de gebruikers van de openbare ruimte. Daarnaast is een functionele én goed onderhouden openbare ruimte van groot economisch belang en draagt deze ertoe bij dat Delft een aantrekkelijke plaats is om te verblijven en in te investeren.

Voor het beheer van de kapitaalgoederen in de openbare ruimte heeft de gemeente een aantal instrumenten. Dit zijn het integrale beheersysteem en de diverse schouw- en inspectierondes voor de vaststelling van de onderhoudsgesteldheid van de openbare ruimte. Op basis hiervan maken we via de beheerplannen keuzes voor de instandhouding en/of vervanging en de daarvoor benodigde middelen.

De beheerplannen geven op korte en middellange termijn (twintig jaar) aan welke onderhouds- en vervangingsmaatregelen in welk jaar genomen worden om het kapitaalgoed in stand te houden. Ook wordt er inzichtelijk gemaakt welke financieringsbehoefte er is op de korte termijn (vijf jaar). Voor de langere termijn is de Nota Kapitaalgoederen opgesteld, dit geeft een theoretische weergave van de vervangingsopgave voor de periode van twintig tot honderd jaar.

Beheerplannen

De vastgestelde beheerplannen worden – indien nodig – geactualiseerd en eventueel ontbrekende beheerplannen worden opgesteld. In 2019 is de beheervisie openbare ruimte vastgesteld. In 2025 starten we met het actualiseren van de Beheervisie. We werken aan het Beheerplan Straatmeubilair en bebording. De technische en beeldkwaliteitsniveaus zijn vastgesteld op de ondergrens van duurzaam technische instandhouding (CROW-niveau 'C'). Dit met uitzondering van de binnenstad en het beschermd stadsgezicht, waar we CROW-niveau 'B' hanteren. Deze niveaus zijn opgenomen in de beheerplannen. De beheerplannen zijn gebaseerd op een technische controle en/of schouw van het areaal in het terrein en geven een realistisch beeld van de uit te voeren werkzaamheden en de hiervoor benodigde budgetten.

Areaaluitbreidingen

De financiële consequenties voor de areaaluitbreidingen zijn inzichtelijk gemaakt. De kosten zijn primair te verdelen over het programma Schone en veilige stad en de Overhead. Alle gebieden of onderwerpen waar sprake is van areaaluitbreiding zijn opgenomen in onderstaande tabel. Elk jaar bij de kadernota wordt deze tabel geactualiseerd. De tabel geeft een totaal overzicht van benodigde en op dit moment beschikbare middelen.

Deze paragraaf gaat over de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallig onderhoud aan openbaar groen, water, wegen en kunstwerken, verlichting, speeltoestellen, riolering, gebouwen en maatschappelijke voorzieningen. In deze paragraaf geven we aan hoe we kapitaalgoederen in gemeentelijk eigendom beheren. In de Financiële verordening is onder andere opgenomen hoe en wanneer de gemeente haar kapitaalgoederen afschrijft. De paragraaf is opgebouwd uit de volgende onderdelen: openbare ruimte, vastgoed en maatschappelijke voorzieningen. Per onderdeel gaan we in op de specifieke beleidskaders, beheerplannen en financiën. 

Voor de toekomstige (nog niet begrote) kosten areaaluitbreiding is een stelpost beschikbaar. De stelpost is opgenomen in het programma Financiën (zie Reserves en stelposten).

Stijgende kosten

Bovenop de reguliere aanpassing van de budgetten aan het prijspeil 2024, bestaat bij alle kapitaalgoederen het risico dat zich extra kostenstijgingen voordoen. Dit als gevolg van sterk stijgende grondstofprijzen, materieel- en materiaalkosten. Als dit risico optreedt zijn de beschikbare middelen niet toereikend voor de beoogde werkzaamheden en kan sprake zijn van consequenties voor de leefbaarheid en het veilig gebruik van de openbare ruimte. Zo nodig volgt in de Kadernota 2024 een voorstel voor aanpassing van de budgetten.

Wegen

Terug naar navigatie - Wegen

Omschrijving (toelichting)

De omvang van het wegennet is circa 330 hectare. Hiervan is circa 84 hectare asfalt en circa 10 hectare halfverharding. De overige 236 hectare bestaat uit elementenverharding. Uit de meest recente inspecties blijkt dat we met 12% op niveau D achterstanden hebben in het onderhoud. Dit ondanks de inzet van aanvullende middelen in de vorige beheerplanperiode. Daarom zetten we verder in op het onderhoud van het areaal en stellen we conform het beheerplan aanvullend investeringsbudget beschikbaar. 

Tabel beheerplan wegen

Terug naar navigatie - Tabel beheerplan wegen

Excel-tabel

Bedragen * € 1.000 Begroot 2024 Realisatie 2024 Saldo
Riolering
Regulier onderhoud (E) 3.176 4.148 -972
Groot onderhoud (E) 957 741 216
Dotatie voorziening (E) 6.084 6.856 -772
Kapitaallasten (E) 558 537 21
Totaal exploitatie 10.775 12.282 -1.507
Investeringen 7.101 8.647 -1.546
Totaal investeringen 7.101 8.647 -1.546

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

Omschrijving (toelichting)

In 2021 is het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) 2022-2026 vastgesteld. Binnen dit vGRP is er naast de aandacht voor de afvalwaterzorgplicht – de duurzame instandhouding van het rioolstelsel – ook aandacht voor de hemelwater- en grondwaterzorgplicht. Nieuw in dit geactualiseerde vGRP is de opname van watergerelateerde klimaatmaatregelen. Het beoogde kwaliteitsniveau hebben we vastgelegd en vertaald naar de hiervoor benodigde inspanningen en financiële middelen. Om invulling te geven aan de verschillende zorgplichten voeren we projecten uit. Denk hierbij aan het aanleggen van een gescheiden rioolstelsel, het vervangen van riolering die niet meer voldoet aan de gestelde eisen en het onderhouden van gemalen en drukriolering.

De bewoners en bedrijven in Delft betalen rioolheffing. De opbrengst hiervan besteden we geheel aan het vervullen van de drie zorgplichten. Bij het bepalen van het riooltarief gaan we uit van een 100% kostendekkend tarief. Vanaf 2020 is er gedurende ongeveer tien jaar een vervangingspiek in de riolering. Deze wordt veroorzaakt door een niet-homogene opbouw van het stelsel. De hiervoor benodigde investering wordt geactiveerd en vervolgens (versneld) afgelost. Hierdoor kunnen we het tarief van de rioolheffing stabiel houden. De kostendekkendheid van het tarief lichten we toe in de paragraaf lokale heffingen.

Het hierboven genoemde risico van extra kostenstijgingen geldt ook voor het reeds vastgestelde verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan. Als de kostenstijging zich voordoet, wordt nader bezien wat hiervan de gevolgen zijn voor de totale kosten en opbrengsten in het gesloten circuit.

Tabel rioleringsplan

Terug naar navigatie - Tabel rioleringsplan

Excel-tabel

Bedragen * € 1.000 Begroot 2024 Realisatie 2024 Saldo
Riolering
Regulier onderhoud (E) 3.176 4.148 -972
Groot onderhoud (E) 957 741 216
Dotatie voorziening (E) 6.084 6.856 -772
Kapitaallasten (E) 558 537 21
Totaal exploitatie 10.775 12.282 -1.507
Investeringen 7.101 8.647 -1.546
Totaal investeringen 7.101 8.647 -1.546

Groen en water

Terug naar navigatie - Groen en water

Omschrijving (toelichting)

Het openbaar groen en water zijn een beeldbepalend onderdeel van de openbare ruimte. In 2023 is het beheerplan Groen en water vastgesteld voor de periode 2024-2027. Het beheerplan geeft een verdere uitwerking van de door de raad vastgestelde beleidskaders in de nota Groen. In het beheerplan zijn aanvullende middelen beschikbaar gesteld voor het onderhouden van het groen in de stad. Maar ook om de klimaatadaptieve inrichting te kunnen onderhouden.

Tabel Groen en water

Terug naar navigatie - Tabel Groen en water

Excel-tabel

Bedragen * € 1.000 Begroot 2024 Realisatie 2024 Saldo
Groen en Water
Regulier onderhoud (E) 4.973 6.670 -1.697
Groot onderhoud (E) 704 412 292
Kapitaallasten (E) 219 291 -72
Totaal exploitatie 5.896 7.373 -1.477
Investeringen 2.105 917 1.188
Totaal investeringen 2.105 917 1.188

Civiele constructies

Terug naar navigatie - Civiele constructies

Omschrijving (toelichting)

In 2023 heeft de raad het beheerplan Civiele constructies vastgesteld. In dit beheerplan zijn de civiele kunstwerken en de constructieve beschoeiingen samengevoegd. De inzet van de middelen is gericht op duurzaam technische instandhouding (minimale instandhouding, functionaliteit en voorkoming van kapitaalvernietiging).Uit inspecties blijkt dat de ondergrens van duurzaam technische instandhouding is bereikt. Voor het uitvoeren van regulier onderhoud op het beoogde onderhoudsniveau en vervanging hebben we daarom de investeringsbudgetten aangepast. Uit aanvullende inspecties blijkt dat op verschillende plekken het areaal in slechtere staat is dan op basis van de vorige inspecties verwacht kon worden.

Tabel civiele constructies

Terug naar navigatie - Tabel civiele constructies

Excel-tabel

Bedragen * € 1.000 Begroot 2024 Realisatie 2024 Saldo
Civiele constructies
Regulier onderhoud (E) 846 1.246 -400
Groot onderhoud (E) 964 546 418
Kapitaallasten (E) 841 860 -19
Totaal exploitatie 2.651 2.652 -1
Investeringen 7.935 6.323 1.612
Totaal investeringen 7.935 6.323 1.612

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Openbare verlichting

Omschrijving (toelichting)

In 2023 is het beheerplan Openbare verlichting vastgesteld. Het beleid is gericht op duurzaam instandhouding van de openbare verlichting in Delft. Hierbij kijken we ook naar het slim verduurzamen van het areaal. De financiële middelen die nodig zijn voor uitvoering hiervan zijn opgenomen in de reguliere exploitatiebegroting. De vervanging van lichtmasten, het kabelnetwerk, de OV-toonschakeling en de uitplaatsing van schakelsystemen uit de Stedin-huisjes worden via investeringen gefinancierd. In het vastgestelde beheerplan is met name extra budget beschikbaar gesteld voor de vervanging van lichtmasten en de vervanging van de kabelstructuur. Ook vervangen we de spanverlichting in de binnenstad die aan het einde van de levensduur is.

Tabel openbare verlichting

Terug naar navigatie - Tabel openbare verlichting

Excel-tabel

Bedragen * € 1.000 Begroot 2024 Realisatie 2024 Saldo
Openbare verlichting
Regulier onderhoud (E) 1.729 1.833 -104
Kapitaallasten (E) 107 143 -36
Totaal exploitatie 1.836 1.976 -140
Investeringen 2.647 1.614 1.033
Totaal investeringen 2.647 1.614 1.033

Speeltoestellen

Terug naar navigatie - Speeltoestellen

Omschrijving (toelichting)

Het speelbeleid 'Ruimte voor spelen' is een aantal jaren geleden opgesteld. De plantermijn van dit document mag dan wel verlopen zijn, de uitgangspunten voldoen goed. In 2023 is het beheerplan Speelvoorzieningen vastgesteld; conform het beheerplan verhogen we het investeringsbudget voor de vervanging van speelvoorzieningen.

Tabel speeltoestellen

Terug naar navigatie - Tabel speeltoestellen

Excel-tabel

Bedragen * € 1.000 Begroot 2024 Realisatie 2024 Saldo
Spelen
Regulier onderhoud (E) 438 405 33
Totaal exploitatie 438 405 33
Investeringen 481 556 -75
Totaal investeringen 481 556 -75

Verkeersregelinstallaties

Terug naar navigatie - Verkeersregelinstallaties

Omschrijving (toelichting)

In 2025 wordt het beheerplan Verkeersregelinstallaties vernieuwd. Het beleid is gericht op duurzaam instandhouding van de verkeersregelinstallaties, het parkeerrouteinformatiesysteem (PRIS) en afsluitingen in Delft. De voor uitvoering hiervan benodigde financiële middelen zijn deels opgenomen in de reguliere exploitatiebegroting. De vervanging van de verkeersregelinstallaties worden via investeringen gefinancierd.

Tabel verkeersregelinstallaties

Terug naar navigatie - Tabel verkeersregelinstallaties

Excel-tabel

Bedragen * € 1.000 Begroot 2024 Realisatie 2024 Saldo
Verkeersregelsystemen
Regulier onderhoud (E) 1.009 1.009 -
Totaal exploitatie 1.009 1.009 -
Investeringen 315 59 256
Totaal investeringen 315 59 256

Straatmeubilair

Terug naar navigatie - Straatmeubilair

Omschrijving (toelichting)

In 2025 moet het beheerplan Straatmeubilair en bebording vastgesteld worden. Op dit moment worden de kosten van straatmeubilair en bebording gefinancierd vanuit de exploitatiebegroting.

Tabel straatmeubilair

Terug naar navigatie - Tabel straatmeubilair

Excel-tabel

Bedragen * € 1.000 Begroot 2024 Realisatie 2024 Saldo
Straatmeubilair en bebording
Regulier onderhoud (E) 291 255 36
Totaal exploitatie 291 255 36
Investeringen - - -
Totaal investeringen - - -

Vastgoed

Terug naar navigatie - Vastgoed

Omschrijving (toelichting)

Kaders
Onderhoudskosten bepalen een belangrijk deel van de kosten voor instandhouding van objecten. Het onderhoudsbeleid geeft de prioriteiten en kaders aan waarbinnen het Vastgoedbedrijf het onderhoud uitvoert van de objecten waarvoor we als eigenaar verantwoordelijk zijn. Het onderhoud is hierbij van invloed op de levensduur, kwaliteit en waarde van een object, de uitstraling van een object naar de omgeving en geeft uitvoering aan contractuele afspraken vanuit de huurovereenkomst. Het onderhoud bepaalt hiernaast een substantieel deel van de huurprijs gebaseerd op de integrale kostprijs.

Het onderhoudsbeleid van de gemeente Delft gaat op hoofdlijn uit van sober en doelmatige instandhouding op basis van een objectieve conditiemeting volgens NEN2767 in een 4-jaarlijkse cyclus. Wijzigingen, aanpassing of upgrading van het bestaande voorzieningenniveau zijn geen onderdeel van de instandhouding en zijn op basis van het huidige onderhoudsbeleid en de beschikbare middelen niet in de onderhoudsbegroting opgenomen. De objectieve conditiemetingen per pand zijn in 2023 geactualiseerd. De meerjarige onderhoudsbegroting wordt herijkt op basis van deze conditiemetingen. Op basis van de eerste cijfers hebben we een onderhoudsplanning opgesteld. De nota Vastgoedbedrijfanalyse met hierin de definitieve resultaten van de herijking ontvangt de raad in het eerste kwartaal 2025. In het eerste kwartaal 2025 ontvangt de raad ook een herijking van de routekaart verduurzaming vastgoedportefeuille en het uitvoeringsplan voor 2025-2028. De maatregelen uit het uitvoeringsplan combineren we met het uitvoeren van onderhoud vanuit het meerjarenonderhoudsplan. 

Planning
De onderhoudsplanning is financieel vertaald en verwerkt in de begroting. In werkelijkheid fluctueert het onderhoudsvolume. Jaarlijks voeren we een schouw uit. De schouw en de planning zijn de basis voor de concrete jaarplanning. Het vervangingsonderhoud wordt vanaf 2023 verrekend met de onderhoudsvoorziening Vastgoed. Dit betekent dat jaarlijks sprake is van een storting vanuit de exploitatie in de voorziening en een besteding ten laste van de voorziening. De storting in de voorziening bedraagt op basis van de concept onderhoudsplanning € 2.214.000.  Deze dotatie vindt voor € 209.000 plaats vanuit het programma Algemene dekkingsmiddelen en Overhead en voor € 2.005.000 uit het programma Economie en vastgoed.
De nota Vastgoedbedrijfanalyse geeft op basis van de definitieve resultaten van de herijking van de onderhoudsbegroting een meerjarig inzicht. Wanneer dit financiële consequenties heeft, volgt een voorstel bij de Kadernota 2025.

Maatschappelijke voorzieningen

Terug naar navigatie - Maatschappelijke voorzieningen

Omschrijving (toelichting)

De gemeente heeft een zorgplicht om voor het primair onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en het voortgezet onderwijs voldoende lesuren bewegingsonderwijs aan te bieden. De gemeente is ook verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de gemeentelijke sportaccommodaties. Uitgangspunt daarbij is dat de Delftse sportaccommodaties toegankelijk, functioneel en veilig moeten zijn en daarmee voldoen aan de normering van de sportbonden. Op basis van deze uitgangspunten actualiseren we jaarlijks het beheerplan Buitensport.

Onderwijshuisvesting

Voor het primair onderwijs krijgt de gemeente middelen van het Rijk voor instandhouding van de voorziening bewegingsonderwijs. Op basis van gemiddelde ramingen van de meerjarenonderhoudsplanning (MOP) is er structureel budget beschikbaar conform het reguliere vastgoedbeleid.

Sportvoorzieningen

Het beheerplan Buitensport maakt inzichtelijk wat de verwachte kosten zijn voor (dagelijks) beheer en onderhoud en voor groot onderhoud. Daarnaast bevat het beheerplan Buitensport ook renovatieplanning (investeringen) voor de bestaande sportvelden en inrichting van de buitensportaccommodaties.

Fonds Delft 2040

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Omschrijving (toelichting)

Delft heeft in 2017 het Fonds Delft 2040 opgericht, een fonds met als dekking de bestemmingsreserve Stad. Doel van dit fonds was om investeringen te genereren uit de stad voor de lange termijnopgaven  (Agenda Delft 2040). Voor het Fonds Delft 2040 is destijds een aparte procedure afgesproken, vastgelegd in het Reglement Fonds Delft 2040.  Via het Fonds Delft 2040 worden acht initiatieven gefinancierd door middel van een lening, subsidie of een garantie. Bij de Programmabegroting 2024-2027 heeft de gemeenteraad besloten het doel van de bestemmingsreserve Stad te verruimen tot ’een vitale, sterke en duurzame toekomst van Delft’, waartoe ook de drie langjarige Delftse opgaven en de cofinanciering bij rijksbijdragen behoren. Door deze keuze én het succes van de aanvragen voor rijksbijdragen met cofinanciering, is er in 2024 geen budget meer beschikbaar om vanuit Fonds Delft 2040 nieuwe initiatieven aan te vragen.  

In de Raadsinformatiebrief ‘Beeldvorming toekomst Fonds Delft 2040 (5946912)’ is een toelichting gegeven op Fonds Delft 2040, de aanleiding, de behaalde resultaten, actuele ontwikkelingen en twee varianten voor de toekomst van Fonds Delft 2040. Op basis van deze notitie en het gesprek in de commissie EFB is op 17 oktober 2024 de Motie 7_2_1 “Neem op een nette manier afscheid van Fonds Delft 2040‘’ aangenomen. Vervolgens is het amendement A 6.2.F ‘Formele afwikkeling motie ‘Neem op een nette manier afscheid van Fonds Delft 2040’’ door de Gemeenteraad op 7 november 2024 aangenomen. Het Fonds Delft 2040 wordt per 1 januari 2025 opgeheven. Inmiddels is één initiatief afgerond en gerealiseerd: Station Delft Campus. Alle verplichtingen ten aanzien van de 7 nog lopende businesscases worden conform afspraken uitgevoerd.

De 7 lopende initiatieven betreffen:

  • Filmhuis Lumen (Nieuw Delft);
  • Aanleg Gelatinebrug
  • NeXt! Delft
  • Biotech Campus Delft
  • Futureproof open warmtenet (Buitenhof/Voorhof);
  • Project Maria Duystlaan (Delft-Oost)
  • Futureproof warmtepompcentrale

Zie voor nadere informatie over het Fonds Delft 2040 en de lopende businesscases de voorgangsrapportage (onderdeel van de Jaarstukken 2024).

 

Financieel kader

Terug naar navigatie - Financieel kader

Omschrijving (toelichting)

Het Fonds Delft 2040 heeft als dekking de bestemmingsreserve Stad. Tevens is een aparte bestemmingsreserve Voorbereidingskosten Fonds Delft 2040 ingesteld om kansrijke initiatieven de mogelijkheid te bieden een solide businesscase uit te werken ten behoeve van een aanvraag voor Fonds Delft 2040. 

Over  de financieel administratieve verwerking van de opheffing van het Fonds Delft 2040 is besloten in de Programmabegroting 2025-2028. Via deze jaarrekening valt het restant van de bestemmingsreserve Voorbereidingskosten Fonds Delft 2040 (€ 934.000) vrij ten gunste van de bestemmingsreserve Stad.  Bij eventuele goedkeuring in 2025 van één nu nog lopende aanvraag met als dekking de bestemmingsreserve Voorbereidingskosten Fonds Delft 2040 (€ 100.000 voor de inzet van gemeentelijke capaciteit bij de uitrol van het warmtenet in 2025)  komt het goedgekeurde bedrag logischerwijs komend jaar ten laste van de bestemmingsreserve Stad.

Hieronder is een tabel opgenomen over het verloop van het fonds tot en met 2024 en de relatie met de bestemmingsreserve Stad (inclusief de toevoeging van het saldo van de bestemmingsreserve Voorbereidingskosten Fonds Delft 2040): 

Verloop tabel

Terug naar navigatie - Verloop tabel

Excel-tabel

Omvang Fonds Delft 2040 eind 2024 Bedrag
Totale investering (x € 1.000)
Opbouw fonds (inclusief maatregelen herstelplan) 41.903
BC (A): Station Delft Campus Zuid 2.400 -800
BC (B): Gelatinebrug (incl. ontvangen bijdrage) 27.700 -7.446
BC (C): NeXt!Delft 32.000 -1.150
BC (D): Biotechcampus Delft 8.500 -1.500
BC (E): Filmhuis Lumen 2020 5.350 -3.550
BC (F): Futureproof open warmtenet 3.800 -3.784
BC (G): Ontwikkelingen Maria Duystlaan 42.100 -1.200
BC (H): Futureproof warmtepompcentrale 22.000 -4.000
Totale omvang Fonds Delft 2040 eind 2024 143.850 18.473
Nog te storten in reserve Stad (2025 e.v.) -8.205
Nog te onttrekken aan reserve Stad (2025 e.v.) 21.937
Toevoegen saldo reserve Voorbereidingskosten FD 2040 934
Totale omvang Reserve Stad eind 2024 33.139

Verbonden partijen en subsidies

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Omschrijving (toelichting)

Deze paragraaf behandelt de verbonden partijen (gemeenschappelijke regelingen en vennootschappen) en de algemene subsidiezaken van de gemeente. Informatie over de regionale samenwerking is te vinden in het programma Stad en Bestuur.

De bron van de gegevens is de meest recente beschikbare jaarstukken of jaarverslag van de organisatie. 

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

Omschrijving (toelichting)

De gemeente participeert, met andere organisaties of zelfstandig, in verbonden partijen voor effectieve en efficiënte uitvoering van gemeentelijke taken, beleid en/of beleidsdoelen. De verbonden partijen zijn daarmee van maatschappelijk en politiek belang. Participatie door de gemeente in deze organisaties heeft niet alleen voordelen, maar levert ook financiële en bestuurlijke risico's op. Want de participanten in een verbonden partij dragen (per definitie) de risico's gezamenlijk. Om de synergie vanuit de samenwerking optimaal te benutten en de risico's te beheersen, is aandacht voor de sturingsrelatie en risicobeheersing essentieel. Het beleidskader hiervoor is vastgelegd in de 'Nota Bestuurlijke Rolneming & Verbonden partijen 2025'. Deze nota is in voorjaar 2025 aan de raad voorgelegd ter besluitvorming.

Definitie: een verbonden partij is een privaat- of publiekrechtelijke organisatie, waarin de gemeente én een bestuurlijk én een financieel belang heeft. Van een bestuurlijk belang wordt gesproken als er zeggenschap bestaat uit hoofde van stemrecht of een vertegenwoordiging in het bestuur van de organisatie. Er is een direct financieel belang wanneer een ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is bij faillissement, of als er een financiële aansprakelijkheid bestaat als de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Indien sprake is van een participatie in een organisatie met alleen een bestuurlijk óf een financieel belang, dan spreken we van een deelneming .

Binnen de bovenstaande definitie van verbonden partij vallen de gemeenschappelijke regelingen en vennootschappen waarin de gemeente aandelen heeft, die ook vaak als deelneming worden aangeduid. Gerangschikt naar beide soorten geven we hieronder beknopt relevante informatie weer over elke verbonden partij in relatie tot de realisatie van de gemeentelijke doelstellingen. Voor alle partijen geldt dat de indicator grondexploitatie en belastingcapaciteit niet van toepassing is en daarom niet is opgenomen in de tabellen.

Naar aanleiding van de aanbeveling van de Rekenkamer in het onderzoek "Grip op verbonden partijen" om de informatiepositie van de raad te versterken, is hier nu te vinden per verbonden partij:

  • de algemene informatie aangevuld alle leden van de verbonden partij (tenzij er teveel zijn),
  • de  relevante  actuele ontwikkeling voor de verbonden partij, 
  • het/de risico('s) bij de verbonden partij specifiek van toepassing, en jaarlijks te actualiseren
  • en een weblink naar de organisatie aangebracht.
  • In aanvulling is een start gemaakt met de koppeling van de uitvoering met beleidsdoel(en) van de gemeente ; dit is nog in ontwikkeling en de stand van zaken is per verbonden partij aangegeven in de tabel.

De genoemde financiële cijfers komen uit het jaarverslag 2024 (indien reeds beschikbaar) van de verbonden partij, behalve de bijdrage. Want de bijdrage per gemeente is vaak niet opgenomen in de jaarstukken en de bijdrage 2024 komt daarom meestal uit de meest recente begroting 2024 van de verbonden partij . Voor meer toelichting verwijzen we graag naar die onderliggende stukken.

Gemeenschappelijke regelingen

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen

Omschrijving (toelichting)

Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden (SbJH) concept cijfers

 

Algemene informatie Het Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden (SbJH) is een samenwerking gericht op ondersteuning van de inkoop van specialistische jeugdzorg voor Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer (H9-gemeenten). De gemeente Voorschoten is formeel uitgetreden per 1 januari 2024.
Vestigingsplaats / link Den Haag      https://sbjh.nl 
Doel / openbaar belang

Efficiëntie in adequate administratieve verwerking van de jeugdhulp. Opgedragen taken betreffen onder meer het voorbereiden (en eventueel in mandaat aangaan) en het beheer van de contracten, de administratieve verwerking van transacties en de analyse van de gegevens per deelnemer.

Koppeling beleidsdoel(en)    

Koppeling van uitvoering aan beleidsdoel(en) (in ontwikkeling)

Deelname wel/niet verplicht

 Op grond van artikel 2.8 van de Jeugdwet werkt de gemeente samen in de jeugdhulpregio Haaglanden (één van de 42 regio's in Nederland).

Ontwikkelingen  Sinds 1 januari 2024 heeft gemeente Den Haag de ambulante jeugdhulp zelfstandig ingekocht. Via de landelijke Hervormingsagenda wordt o.a. de reikwijdte van de jeugdhulp nader bekeken. De kostenbesparingsopgave vanuit de Hervormingsagenda is opgenomen in de bestuurlijke opdracht kostenbeheersing, waarbij ook wordt gekeken naar een eventuele nieuwe inrichting van het regionale zorglandschap. 
Risico's (Financieel, bestuurlijk, maatschappelijk)  De gemeenten financieren de jeugdzorg en het SbJH levert ondersteunende diensten. Het functioneren van SbJH staat niet los van de risico's voor de gemeenten, maar de (financiële) risico's voor SbJH zijn daarmee beperkt. 
Programma Gezonde en sociale stad
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling: Bedrijfsvoeringsorganisatie
Financiële gegevens Beginstand (1-1-2024) Eindstand (31-12-2024)
Eigen vermogen

€ 583.000

€ 199.000

Vreemd vermogen € 4.138.000 € 3.573.000
Resultaat 2024

-/-€87.000 

 
Financieel belang

9,03%

 
     
Omvang van de bijdrage/toegezonden declaraties in 2024 € 543.480  
     
Financiële kengetallen    
     
 

 

 

 
Solvabiliteit    5,27% (2024)
     

 

GGD Haaglanden/Veilig Thuis (GGD/VTH)

Terug naar navigatie - GGD Haaglanden/Veilig Thuis (GGD/VTH)

Omschrijving (toelichting)

Algemene informatie GR GGDVTH     bestaat uit twee regionaal opererende organisaties (onderdelen van de gemeente Den Haag) die samen een openbaar lichaam vormen, vastgelegd in de Gemeenschappelijke Regeling (GR) GGD en Veilig Thuis Haaglanden (VTH). De GGD is verantwoordelijk voor publieke gezondheid en Veilig Thuis is het regionale advies- en meldpunt voor Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Deelnemende gemeenten zijn: Den Haag, Delft, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer. De operatie is georganiseerd met gemeente Den Haag als gastheer.
Vestigingsplaats / link Den Haag      https://www.ggdhaaglanden.nl  & https://veiligthuishaaglanden.nl 
Doel / openbaar belang

De GR GGD en VTH behartigt de belangen van de gemeenten op het terrein van:

  • Het bevorderen, beschermen en bewaken van de publieke gezondheid;
  • Het voorkomen van, en de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling.

Koppeling beleidsdoel(en)    

Koppeling van uitvoering aan beleidsdoel(en) [in ontwikkeling]

Deelname wel/niet verplicht

Verplicht op grond van :

  • Wet publieke gezondheid, Wet op de lijkbezorging en wet Kinderopvang;
  • Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Jeugdwet voor zover deze taken en bevoegdheden strekken tot het voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld en kindermishandeling.
Ontwikkelingen

GGD:

  1. Regionale uitvoering van het Integraal Zorg Akkoord (IZA), het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) en het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO) door onder andere het verder vormgeven van de regionale preventie-infrastructuur, het versterken van de kennisfunctie van GGD Haaglanden en het ontwikkelen van passende monitoring en evaluatie.
  2. Het versterken van de uitvoering van infectieziektebestrijding en advisering over een gezonde leefomgeving.
  3. Intensiveren samenwerking met GGD Hollands Midden op het gebied van forensische geneeskunde om deze taak toekomstbestendig uit te kunnen voeren. 

VTH:

  1. Door ontwikkelen naar het Toekomstscenario Kind en Gezinsbescherming, inclusief kwaliteitsverbetering en het verder verbeteren van de samenwerking in de keten onder andere met de lokale teams van de deelnemende gemeenten ten behoeve van een afname van het aantal hermeldingen.
  2. Blijvende aandacht voor behoud en werving personeel ten behoeve van het terugdringen van de wachtlijst en het verkorten van wachttijden.
Risico's (Financieel, bestuurlijk, maatschappelijk)
  • Uitbreiding of wijziging wettelijke takenpakket met onvoldoende kostendekkende vergoeding door Rijk
  • Maatschappelijke calamiteit (infectieziekte uitbraak)
  • calamiteit in de bedrijfsvoering (bijvoorbeeld cyberattack)
  • Resterend gebruik van softwarepakket (HP-Zone) van GGD Nederland
  • Boven verwachting verzuim en tekort aan personeel door krapte op de arbeidsmarkt
Programma Gezonde en sociale stad
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling: openbaar lichaam
Financiële gegevens Beginstand (1-1-2024) Eindstand (31-12-2024)
Eigen vermogen € 2.432.000 € 2.258.000
Vreemd vermogen € 1.054.000 € 765.000
Resultaat € 597.000 € 568.000
Financieel belang 10,2%  
Verstrekte garanties / geldleningen geen  
Omvang van de bijdrage (2024) € 3.838.000  
     
Financiële kengetallen    
Bruto schuldquote    
Netto schuldquote 3,2% 1,18%
Solvabiliteit 52% 80%
Structurele exploitatieruimte 0,026% 0,0%

 

Omgevingsdienst Haaglanden (ODH)

Terug naar navigatie - Omgevingsdienst Haaglanden (ODH)

Omschrijving (toelichting)

Algemene informatie

De ODH is een regionale uitvoeringsdienst die zich richt op de uitvoering en handhaving van diverse milieuwetten en de groene wetgeving. Het gaat daarbij om toetsing van meldingsplichten, vergunningverlening, adequaat toezicht op legale en mogelijk strijdige situaties, behandeling van overlastmeldingen en handhaving.

Andere deelnemende partijen zijn de gemeenten Den Haag, Pijnacker-Nootdorp, Westland, Midden-Delfland, Leidschendam-Voorburg, Zoetermeer, Rijswijk, Wassenaar en de provincie Zuid-Holland.   

Vestigingsplaats Den Haag     https://OmgevingsdienstHaaglanden.nl 
Doel / openbaar belang

Uitvoering van wettelijk taken in verband met vergunningverlening, toezicht en handhaving voor milieubelastende activiteiten en bodemtaken. De verplichte bundeling van middelen moet de kwaliteit van organisatie en uitvoering borgen en tegelijkertijd leiden tot een meer uniforme en efficiëntere uitvoering op regionaal niveau.

Koppeling beleidsdoel(en)    

In de eerste twee trimesters van 2024 heeft de ODH de onderstaande aantallen op de VTH-taken gerealiseerd voor de gemeente Delft:

  • Afgehandelde vergunningen: 1
  • Afgehandelde meldingen activiteitenbesluit: 34
  • Uitgevoerde milieucontroles: 469
  • Handhavingsbesluiten: 39

Daarnaast adviseert de ODH desgevraagd ook op beleidsontwikkelingen en initiatieven.

Deelname wel/niet verplicht

Een verplichte samenwerking op grond van Omgevingswet (art 18.21) en de regio-indeling op basis van Ministeriele Regeling (op basis van afspraken tussen het Rijk, IPO en de VNG)

Ontwikkelingen

Doorontwikkeling van taakuitvoering, dienstverlening en organisatie: 

  • Doorontwikkeling taakuitvoering Omgevingswet en groene wetten 
  • Vormgeven ketensamenwerking
  • Versterken regionale samenwerking met de overige omgevingsdiensten binnen Zuid-Holland
  • Doorontwikkeling organisatie
  • Meedenken met en adviseren aan deelnemers in beleidsvorming, grote ontwikkelingen en uitdagingen in de fysieke leefomgeving
  • Borging van kennis en expertise
  • Versterken informatievoorziening en datahuishouding
Risico's (Financieel, bestuurlijk, maatschappelijk)
  • Gevolgen Omgevingswet voor taakuitvoering
  • Implementatie Koersplan ODH 2024-2028
  • Hogere (kwaliteits)ambities vanuit Interbestuurlijk Programma VTH-stelsel en onzekerheden vanuit financiering vanuit het Rijk
Programma Duurzame stad
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling: openbaar lichaam
Financiële gegevens Beginstand (1-1-2024) Eindstand (31-12-2024)
Eigen vermogen € 2.653.000 € 2.654.000
Vreemd vermogen € 9.640.000 € 9.757.000
Resultaat € 692.000  
Financieel belang 5%  
Verstrekte garanties / geldleningen geen  
Omvang van de bijdrage (2024 begroot) € 1.522.000  
     
Financiële kengetallen    
Bruto schuldquote    
Netto schuldquote 10,4% 9,0%
Solvabiliteit 21,6% 18,9%
Structurele exploitatieruimte 0,0% 0,0%

 

Veiligheidsregio Haaglanden (VRH)

Terug naar navigatie - Veiligheidsregio Haaglanden (VRH)

Omschrijving (toelichting)

Algemene informatie

De VRH voert uit en behartigt de belangen van de gemeenten in de regio Haaglanden op het gebied van brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening en het beheer van de gemeenschappelijke meldkamer. De gemeenten (Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer) besturen en de VRH voert uit met gezamenlijke beleidsvorming.

Vestigingsplaats Den Haag    https://www.vrh.nl
Doel / openbaar belang

De VRH is verantwoordelijk voor risicobeheersing (door middel van planvorming, toetsing en opleiden) en crisisbeheersing (door het beheren van de multidisciplinaire crisisorganisatie en het actief uitvoeren van operationele taken ten tijde van incidenten en crises). Door dit vanuit een gemeenschappelijke regeling te doen, kan er centraal materiaal en middelen worden ingekocht, kunnen specialismes verdeeld worden en is er uniformiteit in de werkwijze.

Koppeling beleidsdoel(en) 

Voor een overzicht van de uitgevoerde werkzaamheden in 2024, heeft de VRH het Jaaroverzicht 2024 Veiligheidsregio Haaglanden opgesteld. (www.vrh.nl/sites/default/files/2025-01/Jaaroverzicht%202024_digitaal.pdf)

Deelname wel/niet verplicht

Wettelijke verplichte deelname (wet Veiligheidsregio’s: artikel 8 [wijziging per AMvB])

Ontwikkelingen

 De negen gemeenten in Haaglanden werken intensief samen op het gebied van de gemeentelijke taken op het gebied van crisisbeheersing. Hierbij worden gezamenlijk plannen, piketten en vakbekwaamheidsprogramma’s ontwikkeld en beheerd. In 2024 is een belangrijke mijlpaal bereikt met het afronden van het project Doorontwikkeling Bevolkingszorg. Met ingang van 1 juli is de nieuw ingerichte organisatie van bevolkingszorg operationeel. Door een nauwere regionale samenwerking zijn voordelen op het gebied van robuustheid, eenduidigheid en kosten bereikt. Een soortgelijk project is gestart om ook de gemeentelijke taken op het gebied van crisiscommunicatie door te ontwikkelen en meer aan te laten sluiten aan de huidige verwachtingen van bestuur en samenleving.

Daarnaast is de VRH is gericht op de thema’s: verdichting (bevolkingsgroei en daarmee samenhangende bebouwing), energietransitie en verduurzaming.  In het kader van de financiële vraagstukken die er liggen, heeft de VRH in 2024 de bezuinigingsmogelijkheden uitgelopen en gepresenteerd.  De gevraagde bezuiniging (6,2 %) kan niet gerealiseerd worden zonder significante consequenties op de hulpverleningscapaciteit in Haaglanden. 

Risico's (Financieel, bestuurlijk, maatschappelijk) De gewenste bezuinigingen vanuit de deelnemende gemeenten kunnen niet zonder merkbare gevolgen voor de brandweerzorg worden doorgevoerd bij een uitvoeringsdienst zoals de VRH.  
Programma Schone en Veilige stad
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling: Openbaar lichaam
  https://www.vrh.nl/sites/default/files/2025-01/Jaaroverzicht%202024_digitaal.pdf
Financiële gegevens Beginstand (1-1-2024) Eindstand (31-12-2024)
Eigen vermogen € 6.865.000 € 10.041.000
Vreemd vermogen € 73.103.000 € 73.172.000
Resultaat € 3.785.000  
Financieel belang 9%  
Verstrekte garanties / geldleningen geen  
Omvang van de bijdrage (2024 begroot) € 9.588.000  
     
Financiële kengetallen    
Bruto schuldquote    
Netto schuldquote 52,2% 49,9%
Solvabiliteit 5,5% 7,3%
Structurele exploitatieruimte 3,7% 3,0%

 

Regionale Belastinggroep (RBG)

Terug naar navigatie - Regionale Belastinggroep (RBG)

Omschrijving (toelichting)

Algemene informatie De RBG is een samenwerking met andere gemeenten en waterschappen en heeft tot taak de heffing en inning van decentrale belastingen. Deelnemers zijn Hoogheemraadschap Delfland, Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard, gemeenten Delft, Schiedam, Vlaardingen. 
Vestigingsplaats Schiedam    https://www.derbg.nl 
Doel / openbaar belang

Efficiënte heffing en inning van decentrale belastingen zoals OZB, afvalstoffenheffing, rioolheffing en waterschapsbelasting.

Koppeling beleidsdoel(en)

Realiseren van belastingopbrengst naar ramingen in de begroting.

Deelname wel/niet verplicht

Geen verplichting tot deelname

Ontwikkelingen Invoeren van maatschappelijk verantwoord incassobeleid bij problematische schuldsituaties. Toetreding gemeente Zuidplas  in 2026.
Risico's (Financieel, bestuurlijk, maatschappelijk)

Beleidstaak ligt bij de deelnemers. De RBG zal alleen geld aantrekken voor de uitvoeringstaak. Er vindt geen uitzetting van gelden plaats en er wordt geen gebruik gemaakt van financiële instrumenten zoals derivaten. De belastingopbrengsten voor de deelnemers vallen buiten de financieringsparagraaf.

Programma Stad en Bestuur
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling: openbaar lichaam
Financiële gegevens Beginstand (1-1-2024) Eindstand (31-12-2024)
Eigen vermogen € 3.800.000 € 3.308000
Vreemd vermogen € 4.900.000 € 2.864.000
Resultaat   €  519.000
Financieel belang 12,9%  
Verstrekte garanties / geldleningen geen  
Omvang van de bijdrage (2024) € 2.060.000  
     
Financiële kengetallen    
Bruto schuldquote    
Netto schuldquote -14,72% -20%
Solvabiliteit 43,68% 54%
Structurele exploitatieruimte 3,55%

3%

 

Avalex (Afvalinzameling )

Terug naar navigatie - Avalex (Afvalinzameling )

Omschrijving (toelichting)

Algemene informatie Avalex is het gemeenschappelijk afvalinzamelingsbedrijf met deelnemers de gemeenten Midden-Delfland, Leidschendam-Voorburg, Wassenaar, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk en Delft.
Vestigingsplaats Den Haag    https://www.avalex.nl 
Doel / openbaar belang

Uitvoering van de wettelijke afvalinzamelingstaak / hogere efficiëntie en kwaliteit door de samenwerking.

Koppeling beleidsdoel(en)

 Koppeling van uitvoering aan beleidsdoel(en) [in ontwikkeling].

Zie infographic onderaan https://www.avalex.nl/over-avalex-2/

Deelname wel/niet verplicht

Geen verplichting tot deelname

Ontwikkelingen Stijging kosten door overheidsmaatregelen (onder andere belastingverhoging op verbranding). Naast de vergroting van efficiëntie van routes voor het legen van containers is nu ook de kostenbesparing gerealiseerd bij de afvalbrengstations. De huisvesting van Avalex in Den Haag wordt verbouwd in 2024 en in Delft vindt sloop en (ver)nieuwbouw plaats van de vestiging. 
Risico's (Financieel, bestuurlijk, maatschappelijk)

De deelneming van Avalex in HVC betekent een maximale garantstelling voor Delft van € 24,5 miljoen waar een provisie tegenover staat van 1%. Risico's voor Avalex zijn verder personeelstekort door arbeidsmarkttekorten en onvoorzien hoge prijsstijgingen en beperkte beschikbaarheid van materialen bij leveranciers. Zie voorts paragraaf weerstandsvermogen begroting Avalex (sectie 2.4). De weerstandsratio van Avalex is 0,8. 

Programma Schone en veilige stad
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling: bedrijfsvoeringsorganisatie
Financiële gegevens Beginstand (1-1-2024) Eindstand (31-12-2024)
Eigen vermogen € 7.538.000 € 7.097.000
Vreemd vermogen € 44.529.000 € 38.434.000
Resultaat -/-  €  113.000 -/- € 529.000
Financieel belang 11/36 = 30,6%  
Verstrekte garanties / geldleningen zie risico's / geen  
Omvang van de bijdrage (2024) € 13.018.440  
     
Financiële kengetallen    
Bruto schuldquote    
Netto schuldquote 88% 75%
Solvabiliteit 14%

14%

Structurele exploitatieruimte 0%

0%

 

Metropool Regio Den Haag (MRDH)

Terug naar navigatie - Metropool Regio Den Haag (MRDH)

Omschrijving (toelichting)

Algemene informatie De MRDH is sinds 2015 verantwoordelijk voor de beleidsvelden 'Bereikbaarheid en Mobiliteit' en 'Economisch Vestigingsklimaat'. De 21 deelnemers zijn: Albrandswaard, Barendrecht, Capelle aan den IJssel, Delft, Den Haag, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg, Maassluis, Midden-Delfland, Nissewaard, Pijnacker- Nootdorp, Ridderkerk, Rijswijk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Voorne aan Zee, Wassenaar, Westland en Zoetermeer. De inkomsten van de MRDH zijn een jaarlijkse brede doeluitkering (BDU) van het Rijk, rijkssubsidies en inwonersbijdragen van gemeenten.
Vestigingsplaats Rotterdam     https://www.mrdh.nl
Doel / openbaar belang

De MRDH is de vervoersautoriteit en heeft als een belangrijke taak het aanbesteden van de OV-concessies voor het stads- en streekvervoer. De MRDH investeert in de aanleg van (regionale) infrastructuur voor auto, fiets en openbaar vervoer. De MRDH helpt bij het realiseren van de investeringsagenda van Delft op het gebied van bereikbaarheid. Voor het economische vestigingsklimaat zet de MRDH zich in voor toekomstbestendige arbeidsplaatsen, het verhogen van de (innovatieve) productiviteit en bedrijvigheid en het creëren van voldoende ruimte voor economische activiteiten op de juiste plek.

Koppeling beleidsdoel(en)

Via mobiliteitsverbeteringen dragen we bij aan de energietransitie en aan de duurzame en veilige bereikbaarheid van de groeiende stad. Met accenten op de drie opgaven. In het Delftse mobiliteitssysteem staat de voetganger op de eerste plaats, als schoonste vorm van vervoer, die de minste ruimte inneemt. Daarnaast stimuleren we ook het gebruik van de (deel)fiets en het openbaar vervoer. Voor de langere termijn willen we samen met de MRDH en de concessiehouders het OV-systeem versterken. 

We blijven inzetten op versterking van het krachtige Delftse ecosysteem, dat werkt als permanente kraamkamer voor innovaties en innovatieve bedrijven. Bij het realiseren van ruimte voor ondernemen, werken we gemeentegrensoverstijgend samen met de regio. Er wordt ingezet op de verbetering van de aansluiting tussen het onderwijs en het bedrijfsleven en verkennen we de mogelijkheden om talent aan te trekken en te behouden voor Delft. 

Deelname wel/niet verplicht

De MRDH is een vrijwillig samenwerkingsverband. De Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) heeft vanuit het Rijk de status van vervoerregio en daarmee ook wettelijke taken rond verkeer en vervoer. Om die reden is de MRDH opdrachtgever van het regionale en stedelijke openbaar vervoer in de 21 gemeenten. De MRDH is bovendien directe ontvanger van de rijksmiddelen voor regionaal verkeer en vervoer en subsidieverstrekker voor lokale bereikbaarheidsprojecten.

Ontwikkelingen

Strategische agenda 2023- 2026 bevat de hoofdopgaven voor de MRDH: 1 - Investeren in bereikbaarheid om de inwonersgroei in de regio te faciliteren, 2 - Toekomstbestendige economie stimuleren, 3 - Actieve (fiets) en collectieve vormen van mobiliteit stimuleren, 4 - Vernieuwen van werklocaties, 5 - Versterken van het regionale mobiliteitsnetwerk, 6 - Herstellen van het OV-systeem.

In 2024 is tienjaar samenwerken in de GR MRDH geevalueerd. In juli is de eerste fase afgerond met een feitelijk onderzoeksrapport. In de tweede helft van 2024 een brede dialoog over de verdere ontwikkeling van de MRDH gevoerd. Dit heeft geresulteerd in een actieplan evaluatie MRDH, dat begin 2025 ter zienswijze aan de raden is aangeboden. 

Risico's (Financieel, bestuurlijk, maatschappelijk)

De risico's voor economisch vestigingsklimaat zijn beperkt en kunnen uit het weerstandsvermogen worden gedekt. Voor de projecten voor de bereikbaarheid en openbaar vervoer gaan de risico's die uitstijgen boven het weerstandsvermogen ten koste van uitvoering andere projecten (faseren). Daarnaast zijn er risico's met lage kans in verband met de financiering van OV- maatschappijen en verlenen van (rail)concessies en de Verordening bussenlening ten behoeve van de electrificatie.

Programma Bereikbare stad & Economie en vastgoed
Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling: openbaar lichaam
Financiële gegevens Beginstand (1-1-2024) (voorlopige) Eindstand (31-12-2024) (voorlopige)
Eigen vermogen € 35.000.000 € 42.000.000
Vreemd vermogen € 1.5 miljard € 1.75 miljard
Resultaat € 900.000 € 830.000
Financieel belang    
Verstrekte garanties / geldleningen 1,0 miljard 1,0 miljard
Omvang van de bijdrage (2024) € 315.067  
     
Financiële kengetallen    
Bruto schuldquote    
Netto schuldquote 175,4% % (nog onbekend)
Solvabiliteit 2,1% 2,3%
Structurele exploitatieruimte 0,4%

% (nog onbekend)

 

Gemeenschappelijke Regeling Bedrijfsvoering (GRB) Delft-Rijswijk

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke Regeling Bedrijfsvoering (GRB) Delft-Rijswijk

Omschrijving (toelichting)

Algemene informatie

Samenwerking Delft-Rijswijk op het gebied van ICT-beheer (bedrijfsvoering). Deze GRB is opgericht om de IT-infrastructuur en werkplek van de gemeente Delft en Rijswijk onder te brengen om daarmee kwetsbaarheid te verminderen, kwaliteit te verhogen en kosten te beperken. Beide gemeenten voeren zelf applicatiebeheer en functioneel beheer uit. Het bestuur van de GRB Delft-Rijswijk stelt het ICT-pakket vast gericht op werkplek, netwerk en hosting. Dit pakket bevat zowel gezamenlijke diensten als diensten per gemeente. Deze bedrijfsvoeringsorganisatie (type 'lichte' GR) kent geen eigen (vrije) exploitatieruimte, gaat geen leningen aan en kent geen eigen vermogen. 

Vestigingsplaats Delft
Doel / openbaar belang

Efficiëntie in effectief ICT-beheer (bedrijfsvoering) van voldoende kwalitatief niveau.

Koppeling beleidsdoel(en)

Koppeling van uitvoering aan beleidsdoel(en) [in ontwikkeling]

Deelname wel/niet verplicht

geen verplichting tot deelname

Ontwikkelingen

Vanaf 2024 zijn nieuwe afspraken gemaakt over de diensten en het kwaliteitsniveau. Bij deze herziening van de dienstverleningsovereenkomst zijn heldere afspraken gemaakt met als doel meer inzicht en overzicht te creëren. De ontwikkelingen rond ICT gaan snel, met name als het gaat om werken in de cloud. Steeds meer applicaties worden als dienstverlening afgenomen (verSaasing: software as a service). De betekenis hiervan voor de GRB en de mogelijke ontwikkeling naar een regieorganisatie zullen de komende jaren verder worden afgestemd met de deelnemers.

Risico's (Financieel, bestuurlijk, maatschappelijk)

Voor de risico's in IT-beheer zoals cyberattacks zie paragraaf bedrijfsvoering en de paragraaf Weerstandsvermogen - risicoprofiel. Risico voor de GRB is de dienstverlening aan te laten sluiten op de wensen en eisen van de deelnemers (en eventuele verschillen tussen de deelnemers) in een snel veranderende wereld.

Programma Overhead
Rechtsvorm

Gemeenschappelijke regeling: bedrijfsvoeringsorganisatie

Financiële gegevens Beginstand (1-1-2024) (voorlopige) Eindstand (31-12-2024) (voorlopige)
Eigen vermogen € 0 € 0
Vreemd vermogen € 1.368.643 € 825.739
Resultaat € 0 € 0
Financieel belang    
Verstrekte garanties / geldleningen geen  
Omvang van de bijdrage (2024) € 1.088.000  
     
Financiële kengetallen    
Bruto schuldquote n.vt. n.vt.
Netto schuldquote n.vt. n.vt.
Solvabiliteit n.vt. n.vt.
Structurele exploitatieruimte n.vt.

n.vt.

 

Privaatrechtelijke organisaties (coöperatie en vennootschappen)

Terug naar navigatie - Privaatrechtelijke organisaties (coöperatie en vennootschappen)

Omschrijving (toelichting)

 

Coöperatief Beheer Groengebieden Midden-Delfland (CBG)

Algemene informatie  In 2019 is het Coöperatief Beheer Groengebieden Midden-Delfland  (CBG) opgericht als opvolger van het Recreatieschap Midden-Delfland. Overige deelnemers zijn de gemeenten Midden-Delfland, Maassluis, Schiedam, Vlaardingen en Westland. De uitvoering van de taken is opgedragen aan Staatsbosbeheer (SBB). De deelnemende partijen hebben daarvoor een samenwerkingsovereenkomst opgesteld. Behalve de
deelnemende partijen draagt de provincie Zuid-Holland via een subsidie bij aan het beheer van de groengebieden.
Vestigingsplaats Gemeente Midden-Delfland
Doel / openbaar belang

De coöperatie heeft als doel gezamenlijk met aanliggende gemeenten de belangen te behartigen van natuur, landschap en openlucht recreatie en het beheer, onderhoud en exploitatie van de natuur- en recreatiegebieden in Midden-Delfland. De gebieden die de gemeente Delft in beheer bij de CBG heeft ondergebracht zijn Abtswoudse Bos, Ackerdijkse Bos en Kerkpolder. 

Koppeling beleidsdoel(en)

 Koppeling van uitvoering aan beleidsdoel(en) [in ontwikkeling]

Ontwikkelingen
  • In de begroting is een indexatie van 5,2% van toepassing voor de prijsstijging op de ramingen voor 2026 opgenomen waar relevant. Deze indexatie is gebaseerd op het indexeringspercentage van de Kring van gemeentesecretarissen Rotterdam-Rijnmond. 
  • De deelnemersbijdragen vanaf 2026 zijn gebaseerd op het geharmoniseerde model. Na 2026 zijn de deelnemersbijdragen niet verder geïndexeerd.
Rol van de gemeente t.o.v. verbonden partij

De gemeente is actief lid van de coöperatie en draagt haar deel bij aan de exploitatie.

Risico's (Financieel, bestuurlijk, maatschappelijk)

Risico's zijn beperkt door langjarige samenwerking. De dienstverlening door SBB is gebaseerd op de Samenwerkingsovereenkomst CBG-SEG-SBB over de periode 2021 t/m 2025 en de daarop gebaseerde Uitvoeringsovereenkomst. Voor de jaren 2026-2029 is de intentie van de betrokken partijen de samenwerking te continueren. 

Met ingang van 2026 wordt de ‘vaste’ boekjaarsubsidie (à € 111.500) van de provincie vervangen door de Subsidieregeling beheer recreatiegebieden. De te verwachten bijdrage is afhankelijk van het aantal hectare aan recreatiegebied dat de provincie toerekent voor de CBG. Dit hoeft niet nadelig uit te pakken, maar de hoogte ervan zal jaarlijks fluctueren wat het meerjarig begroten lastiger maakt. Op dit moment is de portal van de provincie nog niet vrijgegeven. Hierdoor is de subsidie voor komende jaar nog onbekend. 

Programma Duurzame stad

 

Yes !Delft BV (Young Entrepreneurs Society Delft)

Terug naar navigatie - Yes !Delft BV (Young Entrepreneurs Society Delft)

Omschrijving (toelichting)

Yes!Delft BV (Young Entrepreneurs society Delft) 

Algemene informatie

Yes!Delft is een BV waarin de gemeente minderheidsaandeelhouder is. TU Delft Services BV (TU Delft) en de Erasmus Universiteit zijn eveneens aandeelhouders.

Vestigingsplaats Delft
Doel / openbaar belang

Aantrekken, behouden en vernieuwen bedrijvigheid. Ondersteunen studenten, professionals, wetenschappers in het succesvol oprichten van een eigen onderneming met een technologisch product of proces als basis.

Koppeling beleidsdoel(en)

De activiteiten van YES!Delft dragen bij aan de groei van technische startups in Delft en daarmee aan de volgende beleidsdoelstellingen uit de Ruimtelijke Economische Visie (2018) van gemeente Delft:
•         Delft doorontwikkelen als stad van innovatie en technologie;
•         De realisatie van 10.000 extra banen op álle niveaus tot aan 2040.

Ontwikkelingen

YES!Delft heeft na 2025 een financieringsopave met als basis de in 2023 vastgestelde strategie. De aandeelhouders van YES!Delft blijven in gesprek over haar financiële positie. 

Rol van de gemeente t.o.v. verbonden partij

De gemeente draagt bij in kapitaal en exploitatie.

Risico's (Financieel, bestuurlijk, maatschappelijk)

Financiering van YES!Delft op de lange termijn is en blijft een aandachtspunt

Programma Economie en vastgoed
Rechtsvorm Besloten vennootschap
Financiële gegevens Beginstand (1-1-2024) Eindstand (31-12-2024)
Eigen vermogen € 244.000 € 461.000
Vreemd vermogen € 798.000 € 279.000
Resultaat € -566.000 € 67.000
Aandelen kapitaal € 18.000 € 18.000
Financieel belang 20% (=gestort aandelenkapitaal)  
Verstrekte garanties / geldleningen geen  
Omvang van de bijdrage 2024 € 150.000   

 

InnovationQuarter BV

Terug naar navigatie - InnovationQuarter BV

Omschrijving (toelichting)

Innovation Quarter BV

Algemene informatie

InnovationQuarter BV is sinds 2014 de regionale ontwikkelingsmaatschappij voor Zuid-Holland. Aandeelhouders zijn ministerie van Economische Zaken en Klimaat, provincie Zuid-Holland, Stichting Holdingsfonds Economische Investeringen Den Haag (HEID), gemeenten Rotterdam, Leiden, Delft, Den Haag, Dordrecht en Westland, Technische Universiteit Delft, Libertatis Ergo Holding (Universiteit Leiden), Erasmus MC Holding, Leids Universitair Medisch Centrum

Vestigingsplaats Den Haag
Doel / openbaar belang

De economische structuur van de regio duurzaam versterken en het innovatief vermogen van Zuid-Holland ontsluiten. Door: aantrekken, behouden en vernieuwen van bedrijvigheid in de provincie. 

Koppeling beleidsdoel(en)

De activiteiten van InnovationQuarter BV dragen bij aan de doelen van de gemeente Delft zoals omschreven in de Ruimtelijk Economische Visie 2030:

  • De realisatie van 10.000 extra banen op álle niveaus tot aan 2040
  • De realisatie van 100.000 m2 extra bedrijfsruimte tot aan 2040;
  • Delft doorontwikkelen als stad van innovatie en technologie.
Ontwikkelingen

InnovationQuarter heeft in 2024 gewerkt aan de realisatie van de doelen uit de in 2023 opgestelde meerjarenstrategie die de richtlijn vormt voor hun werkzaamheden de komende jaren tot aan 2026. IQ richt zich op de maatschappelijke vraagstukken op het gebied van Duurzaam & Schoon, Slim & Veilig en Groen & Gezond om zo businesskansen voor vandaag en morgen te ontwikkelen.

InnovationQuarter heeft de gestelde doelstellingen voor 2024 ruimschoots behaald.

Rol van de gemeente t.o.v. verbonden partij

De gemeente draagt bij in kapitaal en exploitatie.

Risico's (Financieel, bestuurlijk, maatschappelijk)

In de jaarrekening 2023 zijn door de accountant geen materiële onzekerheden ten aanzien van de continuïteit geïdentificeerd. 

Programma Economie en vastgoed
Rechtsvorm Besloten vennootschap
Financiële gegevens Beginstand (1-1-2024) Eindstand (31-12-2024)
Eigen vermogen € 117.452.000 € 114.607.000
Vreemd vermogen € 20.332.000 €    23.249.000
Resultaat € 6.396.000 -/- € 2.845.000
Aandelen kapitaal € 125.836.000 € 125.836.000
Financieel belang 2,578 %  
Verstrekte garanties / geldleningen n.v.t.  
Omvang van de bijdrage 2024 € 215.000  

 

Delft Support BV

Terug naar navigatie - Delft Support BV

Omschrijving (toelichting)

Delft Support BV

Algemene informatie

Delft Support BV is uitvoerder van gemeentelijke taken in het sociaal domein met 100% van de aandelen in eigendom van de gemeente. Delft Support vormt de lokale toegangsorganisatie voor de inzet van jeugdhulp en begeleiding en voorzieningen vanuit de Wmo.

Vestigingsplaats Delft
Doel / openbaar belang

Zelfstandig en onafhankelijk kunnen beslissen over inzet van jeugdhulp en begeleiding en voorzieningen vanuit de Wmo met efficiënte bedrijfsvoering.

Koppeling beleidsdoel(en)

 Koppeling van uitvoering aan beleidsdoel(en) [in ontwikkeling]

zie bijvoorbeeld jaaroverzicht hier

Rol van de gemeente t.o.v. de
verbonden partij

Opdrachtgever wettelijke taken op domein jeugd en wmo en enig aandeelhouder

Ontwikkelingen Landelijke ontwikkelingen zoals Hervormingsagenda, Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming en de nog komende Wet aanpak meervoudige problematiek sociaal domein (Wams) hebben invloed op de uitvoering van de diverse wetten door Delft Support. Delft Support is mede betrokken bij de  stappen die de gemeente zet in het welzijnswerk in Delft 
Risico's (Financieel, bestuurlijk, maatschappelijk)

Met Data Protection Impact Assesment (DPIA) zijn risico's voor databeveiliging in beeld gebracht en maatregelen genomen; met behulp van risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) de risico's voor het personeel in kaart gebracht en maatregelen genomen en deels in voorbereiding. Het risico voor de uitvoeringsorganisatie bestaat met name uit een mogelijk tekort aan personeel als gevolg van de krapte op de arbeidsmarkt.

Programma Gezonde en veilige stad
Rechtsvorm Besloten vennootschap
Financiële gegevens Beginstand (1-1-2024) Eindstand (31-12-2024)
Eigen vermogen € 259.000 € 475.000
Vreemd vermogen € 2.068.000 € 2.596.000
Resultaat  € 259.000 € 217.000
Aandelen kapitaal € 100 € 100
Financieel belang 100% 100%
Verstrekte garanties / geldleningen geen geen
Omvang van de bijdrage (2024 gew begr) € 15.019.000  

 

Werkse! Holding BV

Terug naar navigatie - Werkse! Holding BV

Omschrijving (toelichting)

Werkse! Holding BV

Algemene informatie

Werkse! Holding BV (100% dochteronderneming van de gemeente) is een onderdeel van Werkse! Organisatie, waar ook de gemeentelijke afdeling Werk en Inkomen onder valt. De taken omvatten: ontwikkelen, plaatsen en begeleiden van medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt. Werkse! voert in opdracht ook taken uit voor gemeenten Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp en Lansingerland.

Vestigingsplaats Delft
Doel / openbaar belang

Op bestuurlijke afstand ondernemend kunnen optreden in opdrachtverwerving voor arbeid voor de doelgroep.

Koppeling beleidsdoel(en)

 Koppeling van uitvoering aan beleidsdoel(en) [in ontwikkeling]

zie cijfers en/of download sociaal jaarverslag

Rol van de gemeente t.o.v. de verbonden partij

Opdrachtgever van gemeentelijke taken en enig aandeelhouder.

Ontwikkelingen
  1. Afbouw sociale werkvoorziening (WSW) en opbouw Beschut Werk (BW);
  2. Convenant Doeltreffend samenwerken met ondersteunende organisaties in het sociaal domein en met werkgevers;
  3. Zorghub; 
  4. Duurzaamheid en Topwerkgeverschap.
Risico's (Financieel, bestuurlijk, maatschappelijk)

Wijziging taakopdracht met onvoldoende kostendekkende middelen van Rijk, economische verschuiving met onvoldoende arbeidspoteniteel voor doelgroep, wijziging samenstelling participatiebestand bemoeilijkt plaatsing op betaald werk. Voor de organisatie bestaat risico op digitale criminaliteit (hacks, datagijzeling) en tekort aan personeel voor de taakuitvoering.

Programma Werk en inkomen / Begeleide participatie en Arbeidsparticipatie
Rechtsvorm Besloten vennootschap
Financiële gegevens Beginstand (1-1-2024) Eindstand (31-12-2024)
Eigen vermogen € 2.450.000 € 2.580.000
Vreemd vermogen € 2.295.000 € 2.341.000
Resultaat € 170.000 € 129.000
Aandelen kapitaal € 90.000 € 90.000
Financieel belang 100% 100%
Verstrekte garanties / geldleningen geen geen
Omvang van de bijdrage (2024) € 20.904.201  

 

ParkerenDelft BV

Terug naar navigatie - ParkerenDelft BV

Omschrijving (toelichting)

ParkerenDelft BV

Algemene informatie

ParkerenDelft BV (voorheen Parking Delft of Integraal Parkeerbedrijf Delft) is 100% dochteronderneming van de gemeente.

Vestigingsplaats Delft
Doel / openbaar belang

Uitvoeren van het parkeerbeleid Delft en de exploitatie van parkeergarages.

Koppeling beleidsdoel(en)

 Koppeling van uitvoering aan beleidsdoel(en) [in ontwikkeling]

Rol van de gemeente tov de verbonden partij

Enig aandeelhouder én opdrachtgever straatparkeren en garageparkeren.

Ontwikkelingen Parkeren Delft voert een dialoog met de stad om te kijken waar kansen en /of verbeteringen zijn op het vlak van parkeren. De bezettingsgraden van de garages zijn weer op het niveau van vóór de coronatijd. De gemeente werkt aan een parkeertransitie.
Risico's (Financieel, bestuurlijk, maatschappelijk)

Risico op waarde aandelen en de garantiestelling / financiering. 

De parkeertransitie draagt positief bij aan de bezetting van de garages en beperkt aldus het financiële risico. De businesscase blijft echter een punt van aandacht. De uitvoerende taken op het gebied van straatparkeren zijn middels een dienstverleningsovereenkomst (DVO) door de gemeente belegd bij ParkerenDelft BV. Uit risico-inventarisatie in 2024 komen risico's naar voren met betrekking tot de business case: zoals structurele daling parkeervraag groter dan groei stad en bezoekers) en tot de operatie (integriteit en beschikbaarheid data ivm parkeervergunningen, onvoldoende gekwalificeerd personeel, incidenten met de garages als brand of overstroming).   

Programma Bereikbare stad / Parkeren
Rechtsvorm Besloten vennootschap
Financiële gegevens Beginstand (1-1-2024) Eindstand (31-12-2024)
Eigen vermogen € -10.630.070 €-9.726.516
Vreemd vermogen € 66.645.194 € 65.759.567
Resultaat € 685.974  
Aandelen kapitaal € 90.000  
Financieel belang 100%  
Verstrekte garanties / geldleningen (2024) € 12,9 miljoen / € 44,5 miljoen € 11,8 miljoen / € 43,5 miljoen
Omvang van de bijdrage (2024)

€ 2.507.000 voor activiteiten straatparkeren
(Dienstverlenings- overeenkomst)

 

 

Stedin Holding NV

Terug naar navigatie - Stedin Holding NV

Omschrijving (toelichting)

 

Stedin Holding NV

Algemene informatie Stedin NV is energielevering en -infrastructuurbedrijf in overheidshanden. In totaal 42 gemeenten zijn de aandeelhouder van deze N.V.
Vestigingsplaats Rotterdam
Doel / openbaar belang

Netwerkbedrijf

Koppeling beleidsdoel(en)

De gemeente heeft hier een maatschappelijk (verplichte) rol en geen direct  beleidsdoel. 

Rol van de gemeente t.o.v. de verbonden partij

Publieke aandeelhouder (netwerk in de gemeente)

Ontwikkelingen

Gezien de energietransitie zal Stedin in de toekomst grote investeringen moeten gaan doen. December 2023 is de rijksoverheid aandeelhouder geworden bij Stedin met aandelen ter waarde van € 500 miljoen. Tevens zijn er enkele gemeenten in het verzorgingsgebied van Stedin toegetreden. Hierdoor is het aandelenbelang van de gemeente Delft gedaald van 2,15% naar 2,135%. Dividend voor de komende jaren zal zich bewegen tussen ongeveer de € 1 miljoen en de € 1,5 miljoen voor de gemeente Delft, naast de uitkering per jaar voor de cumulatief preferente aandelen van € 146.000 .

Risico's (Financieel, bestuurlijk, maatschappelijk)
Risico op waarde aandelen en lager / geen dividend. Stedin houdt de vraag naar energie(stroom) niet bij voor wat betreft de infrastructuur.
Programma Algemene dekkingsmiddelen
Rechtsvorm Naamloze vennootschap
Financiële gegevens Beginstand (1-1-2024) Eindstand (31-12-2024)
Eigen vermogen € 3,2 miljard € 3,4 miljard
Vreemd vermogen €5,1 miljard € 5,7 miljard
Resultaat in 2024 € 180 miljoenen in 2023 € 162  miljoen (totaalresultaat)   
Aandelen kapitaal

121.380 aandelen circa € 100 nominaal. Niet op de balans geactiveerd

 
Financieel belang 2,135 % gestort aandelenkapitaal.
Te ontvangen dividend over boekjaar 2024 uitkering regulier dividend voor Delft €1 miljoen,- . Tevens te ontvangen dividend over de cumulatief preferente aandelen voor Delft over 2024 € 146.391.
Verstrekte garanties / geldleningen geen geen
Omvang van de bijdrage

n.v.t.

 

    

Evides NV

Terug naar navigatie - Evides NV

Omschrijving (toelichting)

Evides NV

Algemene informatie

Aandeelhouder Gemeenschappelijk Bezit Evides (GBE) die 50% aandeelhouder is van Evides N.V.. Deze groep bestaat uit 17 gemeenten in Zuid-Holland. De andere 50% is in bezit van Agua B.V. met als aandeelhouders de provincie Zeeland, 13 Zeeuwse gemeenten, 2 Brabantse gemeenten en 1 Zuid-Hollandse gemeente.

Vestigingsplaats Rotterdam
Doel / openbaar belang

Beheren en exploiteren van een waterbedrijf

Koppeling beleidsdoel(en)

De gemeente heeft hier een maatschappelijk (verplichte) rol en geen direct  beleidsdoel.

Rol van de gemeente t.o.v. de verbonden partij

Aandeelhouder met in totaal 32 gemeenten en provincie Zeeland, waarmee Evides N.V. geheel in overheidshanden verkeert.

Ontwikkelingen Evides zal de komende jaren veel gaan investeren om de beschikbaarheid en kwaliteit van het drinkwater te kunnen blijven garanderen. Dit zal een neerwaarts effect hebben op het uit te keren dividend de komende jaren. De huidige prognose van Evides is dat het dividend vanaf 2025 de helft zal zijn van eerdere jaren.
Risico's (Financieel, bestuurlijk, maatschappelijk)
Evides heeft zes prioritaire risico's vastgesteld: 1. Cybersecurity incident; 2. Gebrek aan grondstoffen, bouwmateriaal en chemicaliën (nieuw); 3. Ernstig ongeval; 4. Personeelstekort (nieuw); 5. Non-compliance ten aanzien van biologische stabiliteit; 6. Verscherpte normstelling PFAS.
Programma Algemene dekkingsmiddelen
Rechtsvorm Naamloze vennootschap
Financiële gegevens Beginstand (1-1-2023) Eindstand (31-12-2023)
Eigen vermogen € 535 miljoen € 558 miljoen
Vreemd vermogen € 703 miljoen € 727 miljoen
Resultaat € 47,9 miljoen  
Aandelen kapitaal € 431.000  
Financieel belang 5,8% gestort aandelenkapitaal (in GBE die 50% heeft van Evides N.V.)
Verstrekte garanties / geldleningen geen  
Omvang van de bijdrage n.v.t.  

 

BNG Bank NV (Bank Nederlandse Gemeenten)

Terug naar navigatie - BNG Bank NV (Bank Nederlandse Gemeenten)

Omschrijving (toelichting)

BNG Bank NV (Bank voor Nederlandse gemeenten)

Algemene informatie

De BNG Bank is een bank ten dienste van de overheid en Delft neemt deel sinds de oprichting in 1914. Aandeelhouders zijn gemeenten door het hele land en de rijksoverheid is de grootste aandeelhouder met 49% van de aandelen.

Vestigingsplaats Den Haag
Doel / openbaar belang

De BNG Bank draagt met haar dienstverlening bij aan het zo laag mogelijk houden van de kosten voor de financiering van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.

Koppeling beleidsdoel(en)

De gemeente heeft hier een maatschappelijk (verplichte) rol en geen direct  beleidsdoel.

Rol van de gemeente t.o.v. de verbonden partij

Aandeelhouder sinds de oprichting en klant bij de bank.

Ontwikkelingen De BNG Bank gaat haar kantoor in Den Haag de komende jaren grondig renoveren.
Risico's (Financieel, bestuurlijk, maatschappelijk)
Beperkt risico. Waarde van aandelen niet geactiveerd. Jaarlijks dividend is beperkt.
Programma Algemene dekkingsmiddelen
Rechtsvorm Naamloze vennootschap
Financiële gegevens Beginstand (1-1-2024) Eindstand (31-12-2024)
Eigen vermogen € 4,7 miljard € 4,8 miljard
Vreemd vermogen € 0 € 0
Resultaat € 294 miljoen [in eerdere jaren €254 miljoen (2023) en €300  miljoen (2022)]  
Aandelen kapitaal 47.385 aandelen van € 2,50. Niet op de balans geactiveerd  
Financieel belang

0,085% van het geplaatst aandelen kapitaal. Te ontvangen dividend € 102.351 .
De BNG Bank zal 50% van het netto resultaat uitkeren in de vorm van dividend.

Verstrekte garanties / geldleningen geen  
Omvang van de bijdrage n.v.t.  

 

Subsidies

Terug naar navigatie - Subsidies

Omschrijving (toelichting)

Subsidies
In deze paragraaf verantwoorden we op hoofdlijnen het beleid met betrekking tot het verlenen van subsidies en te ontvangen subsidies.

Uitgaande subsidies

Subsidiesystematiek
Het Delftse subsidiestelsel voor 2024 bestond uit een door de gemeenteraad vastgestelde Algemene Subsidieverordening Delft (ASV) 2022 en een vastgestelde Subsidieregeling gemeente Delft 2020. In 2024 kon voor het laatst subsidie aangevraagd worden op onderstaande doelstellingen omdat de ASV en de subsidieregeling per september 2024 vernieuwd zijn.

De nieuwe subsidieregeling ten behoeve van subsidies 2025 en verder heeft per beleidsthema een eigen hoofdstuk waarin duidelijk wordt omschreven voor welke doelstelling en activiteiten er subsidie verstrekt kan worden. Daarnaast bestaat het subsidiestelsel uit een regeling gericht op maatschappelijke initiatieven  (voorheen eenmalige subsidie) en nog een aantal regelingen die van tijdelijke aard zijn. Onder het kopje overig staat geduid welke dit zijn.

Periodieke of (meer)jaarlijkse subsidie
De periodieke of (meer) jaarlijkse subsidie is een subsidie die en relatie legt tussen de door de gemeente toegekende subsidie en de daarvoor overeengekomen subsidieafspraken in het kader van de doelen die de gemeente heeft gesteld. In 2024 hebben we circa 34,4 miljoen euro aan (meer)jaarlijkse subsidies verleend.

Overzicht (meer)jaarlijkse subsidies 2024

Soort subsidie

Subsidiejaar

Doelstelling

Totaal per doelstelling      (bedragen x 1.000)

(meer)jaarlijkse subsidie

2024

Duurzame stad Delft

€421

(meer)jaarlijkse subsidie

2024

Schone en veilige stad

€49

(meer)jaarlijkse subsidie

2024

Stad en bestuur

€16

(meer)jaarlijkse subsidie

2024

Economie en Vastgoed

€ 2.147

(meer)jaarlijkse subsidie

2024

Samenleven, onderwijs en cultuur

€ 17.745

(meer)jaarlijkse subsidie

2024

Gezonde en sociale stad

€ 9.996

(meer)jaarlijkse subsidie

2024

Werk en inkomen

€ 1.809

(meer)jaarlijkse subsidie

2024

Overhead

€ 80

(meer)jaarlijkse subsidie

2024

SPUK

€ 2.138

Totaal

   

€ 34.401

 

Subsidieregeling maatschappelijke initiatieven (voorheen eenmalige subsidies)

De subsidie voor maatschappelijke initiatieven is een subsidie die bijdraagt aan de onderstaande gemeentelijke doelstellingen. Een werkgroep beoordeelt de subsidieaanvragen integraal. In 2024 hebben we circa € 533.000,- aan deze subsidie verleend.

Soort subsidie

Subsidiejaar

Doelstelling

Totaal per doelstelling (bedragen x 1.000)

Eenmalige subsidie

2024

Participatie van inwoners

€ 154

Eenmalige subsidie

2024

Eigen kracht en gezamenlijke kracht

€ 65

Eenmalige subsidie

2024

Goed sociaal klimaat en veiligheid

€ 51

Eenmalige subsidie

2024

Duurzaamheid en Delfts milieu

€ 54

Eenmalige subsidie

2024

Sterke Wijken/Verbonden Stad

€ 182

Eenmalige subsidie

2024

Straatfeestsubsidies

€ 28

Totaal aan verleende eenmalige subsidies 2024

€ 533

 

Overige subsidies

Onder de overige subsidies vallen de volgende subsidieregelingen:

Soort regeling

Subsidiejaar

Totaal per doelstelling (bedragen x 1.000)

Delfts Sportakkoord

2024

€ 51

Impuls evenementen

2024

€ 51

Impuls jongerencultuur

2024

€ 334

Subsidie creatieve makers

2024

€ 100

Onderhoud monumentale bomen

2024

€ 2

Valpreventie

2024

€ 99

Subsidie Vakleerkracht bewegingsonderwijs

2024

€ 302

Welzijnsaanpak

2024

€ 6.984

Totaal

 

€ 7.920

 

  • Delfts Sportakkoord: het doel is om activiteiten te bevorderen die sporten, bewegen en participatie bestendigen;
  • Impuls evenementen; ter ondersteuning van evenementenorganisaties die een tekort hebben op de begroting en waar de continuïteit in gevaar komt;
  • Impuls Jongerencultuur: het doel is om jongeren actief te laten deelnemen aan culturele activiteiten en om het culturele aanbod voor en door jongeren in Delft te stimuleren
  • Creatieve makers; het stimuleren van werkgelegenheid van Delftse creatieve makers en daarmee weer zorgen voor een levendig cultureel leven;
  • Onderhoud monumentale bomen: het doel is eigenaren van een monumentale boom te een bijdrage te verstrekken voor het deskundig onderhouden van de monumentale boom;
  • Valpreventie; het doel is om activiteiten te bevorderen gericht op het risico op vallen te verminderen of te voorkomen;
  • Vakleerkracht bewegingsonderwijs: de subsidie is een bijdrage in de kosten voor het aanstellen van een bevoegde vakleerkracht bewegingsonderwijs;
  • Welzijnsaanpak: Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op de ondersteuning van inwoners van de gemeente Delft die een afstand ervaren om mee te doen aan activiteiten en/of in een zorg-/ondersteuningstraject zitten.

Inkomende subsidies

Delft benut kansen om subsidies te vergaren voor de eigen ambities en beleidsdoelstellingen. Het Subsidieservicepunt (SSP) vervult hierin een actieve ondersteunende rol naar de beleids- en uitvoeringsafdelingen. Het SSP identificeert mogelijkheden bij projecten/ideeën en zoekt naar projecten/ideeën aan de hand van komende openstellingen. Hierbij wordt gemeentebreed samengewerkt met beleid, uitvoering en strategie. De subsidieverstrekkende instanties zijn regionaal, provinciaal, nationaal en Europees. Het SSP voorziet in de voorlichting en duiding van voorwaarden en mogelijkheden, voordat besloten wordt een aanvraag in te dienen. Daarnaast houdt het SSP ook zicht op de afwikkeling van de bijbehorende administratieve processen tot en met de (eind)verantwoording.

In 2024 hebben we een substantieel hoger bedrag beschikt gekregen dan voorgaande jaren. Dit komt vooral door de grote toename aan (aangevraagde en goedgekeurde) Specifieke Uitkeringen (SPUK) zoals Woningbouwversnellingsgelden (€74,6 mln), Volkshuisvestingsfonds (€2,2 mln), Regiodeal Delft West (€12,3 mln), IZA-gelden (€7,5 mln), Kansrijke wijken (€4,8 mln), Preventie en Gezag (€3,7 mln), Aanpak Isolatie (€2,1 mln). Daarnaast zijn we ook succesvol geweest bij diverse Provinciale subsidieregelingen en het Europees Sociaal Fonds.

Jaarrekening 2024

           

Overzicht inkomende subsidies

 

 

 

 

Beschikt bedrag per jaar (x € 1.000) :

Regionaal

Provinciaal

Nationaal

Europees

Totaal

2022

           1.430

                34

              7.997

               -  

               9.460

2023

               657

          1.223

            63.096

           308

             65.284

2024

               400

          2.199

          116.690

           567

          119.856

           

 

       2.487

          3.456

       187.783

          875

          194.600

 

 

 

Bedrijfsvoering

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Omschrijving (toelichting)

De wereld van bedrijfsvoering ontwikkelt zich in een razend tempo. Daarom streeft de gemeente Delft voortdurend naar modernisering van de interne dienstverlening. Dit onderzoeken we in nauwe samenwerking met de gebruikers van deze dienstverlening en waar nodig passen we onze dienstverlening aan.

Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering

Excel-tabel

Bedrijfsvoering
Vergelijkingscijfers BBV 2023 2024
Formatie per 1000 inwoners 8,4 8,5
Bezetting per 1000 inwoners 8,7 9
Apparaatskosten per inwoner € 1.001 € 1.123
Externe Inhuur 17,30% 17,83%
Overhead (tov de totale begroting) 8,90% 8,78%

Organisatie

Terug naar navigatie - Organisatie

Omschrijving (toelichting)

Omvang van de organisatie en samenstelling personeelsbestand
Op 31 december 2024 bedroeg het personeelsbestand 990 fte. De formatie is toegenomen met 19,8 fte. In 2024 is 2,02 fte bezuinigd en is 6,14 fte toegekend via begrotingswijzigingen. De overige 15,69 fte zijn ontstaan door (werk-)budgetten om te zetten in formatiebudget.
De bezetting is met 36,2 fte toegenomen. De totale overbezetting van 53,3 fte (990,5 – 937,2) wordt betaald vanuit de incidentele gelden (bijvoorbeeld projectgelden). 
In 2024 zijn 126 medewerkers uit dienst gegaan en 170 in dienst gekomen wat resulteert in een toename van 42 medewerkers. In de huidige arbeidsmarkt blijft het echter een uitdaging om goed gekwalificeerd personeel aan te trekken en te behouden voor de organisatie. Daarom willen we het Delftsblauwe werkgeverschap aantrekkelijker maken en houden.

  • zie tabel omvang organisatie
  • zie tabel leeftijdsopbouw

Binden en boeien, werken voor Delft is leuk 
Het behouden van medewerkers voor de gemeente Delft is een lastige opgave. De arbeidsmarkt is nog steeds krap en de concurrentie met omliggende gemeenten is groot. Het Binden en Boeien programma richt zich op goed en aantrekkelijk werkgeverschap en kent verschillende pijlers: 

Onboarding programma. Nieuwe medewerkers krijgen een warm welkom waarbij de verschillende werkfaciliteiten worden uitgereikt en toegelicht. Daarnaast is er een 100 dagen programma dat medewerkers in hun eigen tempo kunnen volgen. Bij dit programma hoort ook het afleggen van de ambtseed. Het programma wordt positief beoordeeld en helpt bij een goede landing in de gemeente Delft.

Matchpoint, het interne matching bureau wordt bekender in de organisatie en meer medewerkers melden zich aan. Hiermee willen we de doorstroom in de organisatie verhogen en medewerkers die op zoek zijn naar een uitdaging behouden voor Delft. 

Vitaliteit is een andere pijler. In 2024 heeft elke medewerker een vitaliteitsbudget van € 150,00 mogen inzetten voor sport, materiaal of diensten. Daarnaast worden er verschillende trainingen aangeboden over gezonde leefstijl, gezonde balans werk – privé. 

Ook proberen we externe medewerkers te verleiden om in dienst te komen van de gemeente Delft.

Inhuur
Het externe inhuur percentage bedraagt 17,8% van de loonsom op 31 december 2024. We streven ernaar de inhuur zo beperkt mogelijk te houden, en willen, mede in het kader van Delftsblauw werkgeverschap, meer inzetten op vaste ambtelijke capaciteit.  In 2024 zijn 18 ingehuurde medewerkers in dienst gekomen bij de gemeente Delft. 

  • zie tabel inhuur

Organisatieontwikkeling
In 2024 lag de focus voornamelijk op het verder doorontwikkelen van het nieuwe sturingsconcept. De focus hierbij was inzet op de onderwerpen integraal samenwerken en prioriteren en kiezen. Deze onderwerpen werden samengebracht onder de noemer ambtelijk vakmanschap, en stonden centraal omdat de organisatie daar nog een ontwikkeling door te maken heeft. Voor medewerkers is er ingezet op een bewustwordingscampagne met daarin het aanbieden van informatie, workshops en trainingen. 

Voor leidinggevenden werd ambtelijk vakmanschap en de wijze waarop leiderschap in Delft wordt gezien, verweven in het leiderschapsprogramma. Het leiderschapsprogramma was toegankelijk voor zowel de formeel als informeel leidinggevenden in onze organisatie. Aan de hand van de inhoudelijke thema's Delftse Opgaven, gedrag in organisaties en diversiteit en inclusie werd gestuurd op bewustwording van de leiderschapsrol in het bieden van richting, ruimte en reflectie aan medewerkers. 

De functie van afdelingshoofd is geëvalueerd. Hierbij is vooral gekeken of de functie een andere inhoud heeft gekregen omdat afdelingshoofden weer inhoudelijk verantwoordelijk zijn. Tijdens de ontwikkeling en implementatie van het sturingsconcept was het uitgangspunt dat elk afdelingshoofd een vergelijkbare functie had en dat de 'span of control' zorgde voor een versterking van een managementlaag binnen een afdeling. Na de evaluatie is gebleken dat er een verschil is tussen afdelingshoofden en dan vooral op het strategisch werken. Daarom is er gekozen om toch te differentiëren in de functie van afdelingshoofd.

Met elk cluster is een strategisch personeelsplan gemaakt om inzicht te krijgen en gericht te kunnen sturen op de optimale personeelsbezetting van de organisatie voor nu en in de toekomst. Daarbij is rekening gehouden met de verminderde inkomsten uit het gemeentefonds vanaf 2026 en het kunnen blijven betalen van medewerkers die nu vanuit incidenteel geld worden betaald.

Diversiteit en veilige werkomgeving
Diversiteit en inclusie staan hoog op de agenda. Daarom investeren we in bewustwording en organiseren we veel activiteiten rondom dit thema. Het is uiteraard belangrijk om te weten of we hierin ook slagen. Hiervoor is een korte enquête onder het personeel gehouden met 5 stellingen.
Het resultaat van deze enquête laat zien dat de meeste collega’s zich thuis en welkom voelen, kansen krijgen en vinden dat hun talenten tot hun recht komen. We willen dat íédereen dit gevoel heeft dus er is natuurlijk ook nog wat te winnen, zowel qua zichtbare aandacht voor dit onderwerp en de praktische aanpak. In 2025 zullen we op basis van de uitkomsten werken aan de zichtbaarheid. Een eerste praktische uitvoering is de diversiteitsdinsdag. Via intranet wordt elke week aandacht besteed aan diversiteit door middel van een artikel een voorbeeld of praktische tips. 

Hybride werken: de nieuwe norm
Hybride werken is inmiddels de nieuwe norm geworden. In 2024 zijn onze technische en facilitaire middelen aangepast om hybride werken op een optimale manier mogelijk te maken. De ontwikkelingen op dit gebied worden gevolgd en indien nodig toegepast. 

Verzuim
Het verzuimpercentage is fors gestegen en is het hoogst van de afgelopen 5 jaar. De stijging is zichtbaar bij bijna alle clusters maar het verzuim bij het KCC is het sterkst gestegen. Ook de landelijke trend is dat het verzuimcijfer iets stijgt ten opzichte van 2023. 

  • zie tabel ziekteverzuim

Omvang organisatie

Terug naar navigatie - Omvang organisatie

Excel-tabel

Omvang van de organisatie
2020 2021 2022 2023 2024
Formatie in FTE 852,6 864,6 886,7 917,4 937,2
Bezetting in FTE 857,2 836,5 878,1 954,3 990,5
Medewerkers 935 907 950 1032 1074

Leeftijdsopbouw

Terug naar navigatie - Leeftijdsopbouw

Excel-tabel

Leeftijdsopbouw personeel
2020 2021 2022 2023 2024
Jonger dan 25 jaar 2% 2% 2% 3% 3%
25 tot 35 jaar 12% 12% 16% 16% 17%
35 tot 45 jaar 22% 23% 22% 21% 20%
45 tot 55 jaar 30% 28% 28% 28% 29%
55 tot 60 jaar 18% 18% 16% 15% 15%
60 jaar en ouder 18% 16% 17% 17% 17%

Inhuur

Terug naar navigatie - Inhuur

Excel-tabel

Inhuur
2020 2021 2022 2023 2024
Als fractie van de totale loonsom 19,7% 18,4% 18,3% 17,3% 17,8%
In fte (op 31-12) 130 135 123 114 128
Kosten Inhuur (bedrag x 1000) € 16.601 € 15.762 € 15.971 € 16.952 € 19.649

Ziekteverzuim

Terug naar navigatie - Ziekteverzuim

Excel-tabel

Ziekteverzuimpercentage
Organisatieonderdeel 2020 2021 2022 2023 2024
Raadsgriffie 0,4 2,5 1,4 0,9 0,7
Ruimte en Economie 4,3 4,5 6,8 5,8 6,7
KCC 7,8 7,1 9 9,2 11,8
Interne Dienstverlening 4,6 5,3 6,1 5,7 7,2
Informatievoorziening 5 4,4 4,4
Veiligheid 8,9 6,3 5,7 5,8 7,7
Samenleving 3,6 3,5 4,6 3 3,4
Bestuur 3,4 3,2 5,4 4,3 5,0
Directie en Programmeurs 0,6 1,1
Directieteam 9,3 6 3,7
Museum Prinsenhof Delft 6 8,8 7,8 4,9 3,8
Totaal 5,4 5,2 6,4 5,6 6,6

Informatievoorziening

Terug naar navigatie - Informatievoorziening

Omschrijving (toelichting)

Gedurende 2024 is gestart met de herijking van onze visie- en informatiestrategie. In 2025 zal deze visie naar verwachting definitief worden vastgesteld. 

Daarnaast is in 2024 de focus meer gelegd op het belang van de digitale vaardigheden en informatiebekwaamheid van medewerkers. In samenwerking  met HR is het leerpad ‘De digitale wereld’ opgezet. Dit leerpad maakt onderdeel uit van het interne ontwikkelaanbod. Ook zijn de eerste stappen gezet met het opzetten van datascience binnen de organisatie.

Informatie bekwaam en bewuste inzet Artificiële Intelligentie (A.I).
In 2024 zijn we aan de slag gegaan met het opstellen van A.I. beleid. Daarnaast is onderzoek gedaan naar verschillende A.I. oplossingen die ons zouden kunnen helpen bij het bereiken van verschillende organisatiedoelen. 

Stand van zaken Wet open overheid

Actieve openbaarmaking
In 2024 is ons publicatieplatform ontwikkeld en ingericht. Met behulp van dit publicatieplatform kunnen we voldoen aan de verplichte actieve openbaarmaking van de Wet open overheid die in 2025 verder wordt geïmplementeerd. 

Passieve openbaarmaking
Het Woo-loket is per 1 mei 2023 ingesteld voor de passieve openbaarmaking; door middel van een beroep op de Wet open overheid (Woo) wordt aan de gemeente gevraagd informatie openbaar te maken.  
In 2024 heeft het Woo-loket in totaal 47 verzoeken afgehandeld. Daarvan zijn 12 verzoeken -door de verzoeker- ingetrokken.  De belangrijkste reden voor het intrekken van een Woo-verzoek is dat een verzoeker na een gesprek met een ambtenaar of het toezenden van documenten tevreden is. Verdere formele afhandeling van het Woo-verzoek is dan niet meer nodig. 
 
Van het totaal aantal verzoeken zijn er 13 buiten de wettelijke termijn afgehandeld. Dit betreft omvangrijke verzoeken, of verzoeken waarbij verschillende bestuursorganen betrokken zijn en zienswijzen moeten worden opgevraagd. Dit kost veel tijd. Conform artikel 4.2a van de Woo gaan de medewerkers van het Woo-loket in dergelijke situaties in gesprek met de verzoeker om uit te leggen waarom de afhandeling langer duurt en om afspraken te maken over het verdere proces. Het Woo-loket onderhoudt sowieso gedurende het gehele proces regelmatig telefonisch of per e-mail contact met de verzoeker. Bij omvangrijke verzoeken kan worden afgesproken om de documenten in delen openbaar te maken, met uiteindelijk één besluit. 
 
Het Woo-loket coördineert ook het opstellen van een zienswijze, als een ander bestuursorgaan daarom vraagt. In 2024 is dat 5 maal aan de orde geweest.
 
In 2024 hebben wij geen bezwaren ontvangen tegen Woo-besluiten. 
 
Het Woo-loket zet onverminderd in op verdere verbetering van het werkproces. Vaker contact met verzoeker en het sneller verzamelen van documenten zijn daarbij actiepunten. Het publiceren van Woo-besluiten kan ook zorgen voor snellere afhandeling van Woo-verzoeken, omdat verwezen kan worden naar documenten die al openbaar zijn. Inmiddels is het publicatieplatform in werking en zullen de eerste Woo-verzoeken worden gepubliceerd.

Informatiehuishouding op orde
Het afgelopen jaar is een nieuw groot project gestart  ‘Samenwerken met informatie’.  Dit project is erop gericht om te zorgen dat onze applicaties beter ingericht zijn om goed informatiebeheer te kunnen voeren. Tegelijkertijd besteden we meer aandacht aan de vaardigheden van onze medewerkers om dit te kunnen doen.
Daarnaast is een risicoanalyse gedaan op het gemeentelijk applicatielandschap over de vraag of informatie in betreffende applicaties wel goed wordt vernietigd   en is gestart met het uitrollen van een nieuw kwaliteitssysteem voor informatiebeheer. 

Informatiebeveiliging en gegevensbescherming
Informatiebeveiliging is van essentieel belang voor de continuïteit van de gemeentelijke bedrijfsvoering. Medewerkers zijn bij hun dagelijks werk zeer afhankelijk van de beschikbaarheid van betrouwbare en bestendige informatie. Die afhankelijkheid neemt alleen maar toe. Ook omvang en impact van dreigende inbreuken op de informatieveiligheid nemen toe. In oktober 2024 is de  Network and Information Security Directive (NIS2) vastgesteld door de Europese Unie. De richtlijn is gericht op een versterking van de digitale en economische weerbaarheid van Europese lidstaten en wordt op dit moment omgezet naar de Nederlandse Cyberbeveiligingswet. 

Naast het beschermen van informatie is het ook belangrijk dat de organisatie rechtmatig, behoorlijk en transparant omgaat met (persoons-)gegevens. Ter versterking van de onafhankelijke derdelijns positie van de Functionaris Gegevensbescherming (FG) is in 2024 de rol van Chief Privacy Officer belegd bij dezelfde persoon die de CISO rol vervult. Hiermee is de CISO/CPO verantwoordelijk voor beleid en advisering op informatiebeveiliging en gegevensbescherming en focust de FG op toezichtstaken. 

Gestart is met het aanscherpen van het PDCA-proces voor zowel informatiebeveiliging als gegevensbescherming waarmee de weerbaarheid en risico-gebaseerde sturing van de gemeente wordt versterkt. Enkele belangrijke resultaten vanuit informatiebeveiliging en gegevensbescherming uit 2024 zijn:
•    Voortzetting informeren aan de Raad (twee keer per jaar) over de actuele stand van zaken rond informatiebeveiliging en gegevensbescherming.
•    Geactualiseerd en vastgesteld overzicht kritieke processen en applicaties voor de gemeente,
•    Uitgevoerde training NIS2 met het college,
•    Start selectie monitoringfunctie (Managed Detection & Reponse),
•    Vastgesteld beveiligingsbeleid voor mobiele apparatuur,
•    Start onderzoek en advies naar business continuïteitsplannen,
•    Inventarisatie impact beveiligingsmaatregelen op Operationele Technologie,
•    Intensiveren uitvoering DPIA’s.

Financien

Terug naar navigatie - Financien

Omschrijving (toelichting)

Advisering en ondersteuning
In 2024 is de  managementinformatie- en advisering over financiën en het beheer daarvan verbeterd. Reden hiervoor is de omvang van incidentele geldstromen vanuit de overheid alsmede de toename van allerlei specifieke uitkeringen (SPUK's) en de hierbij behorende verantwoordingsplicht.  Ook voor de drie opgaven is het belangrijk dat de geldstromen goed in beeld blijven, zodat er op een juiste wijze gerapporteerd kon worden over het verloop van de uitgaven en het bereiken van de gestelde doelen. Door continue verbetering van rapportages streven we ernaar het voorspellend vermogen van de organisatie op financieel gebied te versterken, zodat tijdige bijsturing mogelijk is. 

Nieuw financieel systeem
In  2024 is een nieuwe financiële applicatie geïmplementeerd die vanaf 2025 gebruikt wordt. Om  de overgang soepel te laten verlopen, is veel  geïnvesteerd in testen van het nieuwe financiële systeem. Het nieuwe systeem biedt mogelijkheden om het aantal handmatige handelingen te verminderen en gebruik te maken van de nieuwste ICT-ontwikkelingen. Zo zal financiële informatie 'realtime' beschikbaar zijn en is de applicatie gekoppeld aan een aantal andere applicaties waardoor de kans op foute informatie gereduceerd is.

Facilitair

Terug naar navigatie - Facilitair

Omschrijving (toelichting)

Belangrijkste doel voor de facilitaire dienstverlening blijft de aankomende periode ook het bieden van een veilige, duurzame en klantgerichte werkomgeving, die de efficiënte levering van gemeentelijke diensten ondersteunt. Deze bieden we ook aan Delft Support. Daarbij streeft de gemeente naar uitstekende en betaalbare faciliteiten en diensten, voor de inwoners, organisaties, bezoekers en medewerkers. 

In 2024 zijn de warme en koude dranken aanbesteed en is de overstap van wegwerpbekertjes naar (herbruikbare) porseleinen mokken gerealiseerd. De vloerbedekking van het vergadercentrum van het stadskantoor is op een duurzame manier vervangen, het onderhoudscontract met de hoofdaannemer is verlengd en om dit onderhoud ook voor de komende jaren goed te verzorgen is het aanbestedingsproces hiertoe gestart. Het meerjaren onderhoudsplan voor de facilitaire dienstverlening is opgesteld en de financiële consequenties hiervan worden in beeld gebracht. Verder zijn de voorbereidingen gestart om de verlichting van het stadkantoor gefaseerd om te zetten naar ledverlichting en zijn de voorbereidingen voor de tijdelijke verhuizing van het personeel van het Prinsenhof Museum naar het Prinsenkwartier uitgevoerd, zodat zij begin 2025 hier de bedrijfsvoeringswerkzaamheden kunnen voortzetten. Ter voorbereiding op de herijking van het huisvestingsconcept is een bezettingsgraadmeting uitgevoerd. Tot slot hebben we de energieontwikkelingen gemonitord, waarvan de kosten iets lager zijn uitgevallen dan  begroot. 

Inkoop

Terug naar navigatie - Inkoop

Omschrijving (toelichting)

MVOI
Eind 2022 heeft Delft zich aangesloten bij het landelijk manifest Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen (MVOI). Delft heeft als doel om een bijdrage te leveren aan het versterken van duurzaamheid. We stimuleren diversiteit en inclusie met onze inkoop en streven naar 'social return'. Met het in 2024 afgeronde MVOI actieplan geven we duidelijkheid op welke manier we in de praktijk invulling gaan geven aan dit manifest. Voor de bijbehorende meting en verantwoording sluiten we aan bij het landelijke instrument MVI-Zet waarover eind Q1 2025 gerapporteerd kan worden.

Mercell
In 2024 is gestart met het gebruiken van het platform van Mercell. Dit platform biedt een tweeledige omgeving, 1 voor het centrale contractbeheersysteem en 1 voor het publiceren van aanbestedingen. 

Rechtmatigheid

Terug naar navigatie - Rechtmatigheid

Omschrijving (toelichting)

Preventie frauderisico
Voor zover bekend, heeft zich het afgelopen jaar geen fraude voorgedaan. De processen waarbij een frauderisico aanwezig is, zijn geïdentificeerd. Jaarlijks worden deze processen beoordeeld en wordt gekeken of de maatregelen het risico voldoende beheersen. Aan de hand van steekproeven wordt beoordeeld of de maatregelen afdoende werken.

Rechtmatigheid
Deze jaarrekening bevat de rechtmatigheidsverantwoording van het college. Met deze verantwoording geeft het college aan in hoeverre het college het afgelopen jaar rechtmatig heeft gehandeld. Belangrijk daarbij is of de rechtmatigheidscriteria zijn nageleefd bij de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties. Deze criteria houden in dat het college opereert binnen de gestelde budgetten door de raad (begrotingscriterium), dat gelden worden besteed en ontvangen conform de geldende wet- en regelgeving (voorwaardencriterium) en dat het college voldoende maatregelen treft om te voorkomen dat inwoners of bedrijven geen misbruik maken van de voorzieningen die de gemeente verstrekt (misbruik & oneigenlijk gebruik criterium).

In de Financiële verordening, artikel 20, lid 4B en C, zijn de rechtmatigheidsgrens en de rapportagegrens vastgesteld. De rechtmatigheidsgrens is vastgesteld op 1% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan de reserves (dit is € 5.302.840 ). De rapportagegrens is vastgesteld op € 200.000. Financiële verordening (Gemeentewet 212 en 213) | Lokale wet- en regelgeving

Begrotingscriterium 
Het begrotingscriterium heeft betrekking op afwijkingen ten opzichte van de door de raad goedgekeurde begroting. De rechtmatigheid wordt beoordeeld op programmaniveau. De raad heeft in de Financiële verordening vastgelegd hoe om te gaan met begrotingsonrechtmatigheden:  Artikel 20, lid 6D, Financiële verordening (Gemeentewet 212 en 213) | Lokale wet- en regelgeving.

Een bijzonderheid in de regelgeving betreft onrechtmatigheden die wel als acceptabel worden gezien. Dit zijn de volgende gevallen:

  • Een afwijking wordt gecompenseerd door inkomsten die hieraan direct zijn gerelateerd. De afwijking wordt toegelicht bij het desbetreffende programma.
  • Een afwijking vindt plaats binnen een open-einde regeling. De afwijking wordt toegelicht bij het desbetreffende programma.
  • Een afwijking is tussentijds geautoriseerd door de raad. De afwijking wordt toegelicht bij het desbetreffende programma.
  • Een afwijking kan passen binnen bestaand beleid. De afwijking wordt toegelicht bij het desbetreffende programma.

De overschrijdingen van de begroting worden bij de programma’s toegelicht.

Voorwaardencriterium
Het voorwaardencriterium heeft betrekking op de voorwaarden die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. Hierbij kan gedacht worden aan voorwaarden bij inkoop en aanbesteding of bij subsidies en uitkeringen. Het niet in acht nemen van deze voorwaarden kan leiden tot een onrechtmatigheid van de lasten in de jaarrekening.

De controle over het afgelopen jaar heeft aan het licht gebracht dat verschillende opdrachten hebben geleid tot onrechtmatige lasten in de jaarrekening tot een totaalbedrag van € 1.570.106.  Deze opdrachten hebben in geen enkel geval geleid tot onrechtmatigheid in de jaarrekening boven de rapportagegrens van € 200.000.

De reeds ingezette koers waarbij meer aandacht wordt besteed aan de naleving van de Europese aanbestedingsregels en de inhuur van personeel waarbij ook nadrukkelijk wordt gekeken over de jaren heen, wordt verder doorgezet.

Misbruik en oneigenlijk gebruik
Het Misbruik en Oneigenlijk gebruik (M&O) criterium houdt in:

  • Misbruik: het opzettelijk niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van gegevens met als doel ten onrechte overheidssubsidies of -uitkeringen te verkrijgen of niet dan wel een te laag bedrag aan heffingen aan de overheid te betalen.
  • Oneigenlijk gebruik: het door het aangaan van rechtshandelingen, al dan niet gecombineerd met feitelijke handelingen, verkrijgen van overheidsbijdragen of het niet dan wel tot een te laag bedrag betalen van heffingen aan de overheid, in overeenstemming met de bewoordingen van de regelgeving maar in strijd met het doel en de strekking daarvan.

Om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen worden maatregelen getroffen. Daarnaast vinden controles plaats die tijdig signalering en sanctionering mogelijk maken. Uit de controle van de processen zijn geen onrechtmatigheden gebleken in het kader van het M&O criterium.

213a Onderzoeken

Op grond van art. 213a Gemeentewet verricht het college periodiek onderzoek naar de doelmatigheid van het gevoerde bestuur. In de financiële verordening is vastgelegd dat het college in de jaarstukken rapporteert over de onderzoeken naar doelmatigheid en doeltreffendheid. In 2024 zijn de volgende audits uitgevoerd: 
•    Audit archeologie in het kader van het kwaliteitsmanagementsysteem zoals voorgeschreven in de Erfgoedwet. De controle van de projecten leidde tot de constatering dat aan de eisen is voldaan.
•    In het najaar van 2023 is een audit naar subsidieverlening uitgevoerd. Hierbij is vooral de sturing op tijdigheid onderzocht (tijdige indiening van aanvragen en tijdige afhandeling subsidieaanvragen), omdat op dit punt veranderingen in de werkwijze waren aangebracht. De audit is in januari 2024 afgerond. Geconcludeerd werd dat de veranderingen in de werkwijze ertoe hebben geleid dat de consequenties van een niet tijdige indiening  van aanvragen en afhandeling zich niet goed verhielden met subsidieregels en de mandaatregeling. Bovendien leidde het tot ondoelmatigheid vanwege de extra organisatorische inzet en vertragingen in de afhandeling. Aanbevolen is om de tijdigheid te verbeteren volgens een gestructureerde aanpak. De aanbevelingen hebben geleid tot een verbeteraanpak waar het DT op 20 juni 2024 mee heeft ingestemd.
•    In het najaar van 2024 is gestart met een audit naar het gebruik van de prepaid pinpas en de in 2024 ingevoerde digitale variant ervan (Simpled Card) binnen de organisatie. Omdat dit  betaalmiddel een relatief hoog risico heeft op ongepaste uitgaven (dat wil zeggen niet gerelateerd aan het werk) en er geen controle vooraf is, zijn alle uitgaven via dit betaalmiddel in de periode 2019-2023 onderzocht. Tevens is nagegaan of deze uitgaven met de controleerbare andere betaalmiddelen hadden kunnen worden gedaan, om te bepalen of er een noodzaak is om over dit risicovolle betaalmiddel te beschikken. Het onderzoek is afgerond in het voorjaar van 2025.

Financiering

Excel-tabel

Kaders en beleid

Terug naar navigatie - Kaders en beleid

Omschrijving (toelichting)

Bij het aantrekken van financiële middelen streven we naar zo laag mogelijke financieringskosten. Dit bereiken we doordat we, bij het aangaan van leningen met een looptijd langer dan 1 jaar, altijd ten minste twee prijsopgaven bij verschillende financiële instellingen opvragen.

Daarnaast volgen we de normen voor het beheersen van het renterisico, zoals bepaald in de Wet financiering decentrale overheden (renterisiconorm, kasgeldlimiet). Het risicobeheer van de leningenportefeuille is gebaseerd op het beperken van de risico’s die verbonden zijn aan de financieringsfunctie, zoals rente-, koers- en kredietrisico’s. Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties bedingen we, indien mogelijk, zekerheden.

Ook in 2024 heeft in het treasuryberaad afstemming plaatsgevonden over het te voeren treasurybeleid en over de transacties die daaruit volgden. Het treasuryberaad zorgt voor de informatievoorziening naar het college. Het financieringsresultaat is ook in 2024 nagenoeg binnen de begroting gebleven. Dit is verder toegelicht bij de algemene dekkingsmiddelen.

Schuld

Terug naar navigatie - Schuld

Excel-tabel

Schuld
Bedragen x € 1.000 Begin boekjaar Einde boekjaar verschil
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer 255.299 232.534 -22.765
Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar 10.753 23.374 12.621
Overlopende passiva 106.228 140.521 34.293
Stadsschuld 372.280 396.429 24.149
Waarvan langlopende leningen 252.225 229.558 -22.667
Waarvan doorgeleende gelden 72.428 57.139 -15.289

Ontwikkeling leningenportefeuille 2024

Terug naar navigatie - Ontwikkeling leningenportefeuille 2024

Excel-tabel

Ontwikkeling leningenportefeuille 2024
Bedragen x € 1.000 Begin boekjaar leningen (o/g, u/g) aflossingen Eind Boekjaar
Opgenomen gelden 252.225 22.667 229.558
Uitgeleende gelden 72.428 15.289 57.139
Netto Financiering 179.797 7.378 172.419

Uitgezette geldleningen (UG lang) 2024

Terug naar navigatie - Uitgezette geldleningen (UG lang) 2024

Excel-tabel

Uitgezette geldleningen(UG lang) 2024
Bedragen x € 1.000 begin boekjaar einde boekjaar Mutatie
St. exploitatie sport ACC Concordia 231 193 -38
Budo Gouweleeuw 86 79 -7
Parkeren Delft BV 44.514 43.484 -1.030
St Kunstgras Sportpark Kruithuisweg 134 117 -17
SV De Hollandse Leeuw 247 224 -23
Stichting DuWo 7.596 - -7.596
Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten 10.104 10.695 591
Vidomes Delft 7.935 1.532 -6.403
Woonbron Maasoevers 388 357 -31
St. scholengemeenschap Spinoza 900 800 -100
Provincie Zuid-Holland 293 213 -80
Totaal UG lang 72.428 57.139 -14.734

Stadsschuld en financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Stadsschuld en financieringsbehoefte

Omschrijving (toelichting)

De bruto stadsschuld bestaat uit de vaste en vlottende schulden, alsmede de verplichtingen die in een volgend jaar tot betaling komen (overlopende passiva).

De bruto stadsschuld is in 2024 toegenomen met € 24,1 miljoen. Deze stijging komt enerzijds door een toename van de netto-vlottende schulden en de overlopende passiva met respectievelijk € 12,6 miljoen en € 34,3 miljoen.

De vaste schulden bestaan voor het grootste deel uit langlopende leningen van banken en overige financiële instellingen. Een klein deel bestaat uit ontvangen waarborgsommen en vooruitontvangen afkoopsommen van derden voor erfpachtovereenkomsten. Een deel van de langlopende leningen is weer doorgeleend aan bijvoorbeeld woningcorporaties, Stimuleringsfonds Volkshuisvesting en Parkeren Delft BV.

Ontwikkeling leningenportefeuille

Per saldo is de opgenomen leningenportefeuille met bijna € 23 miljoen afgenomen door hoofdzakelijk reguliere aflossingen. De mutaties in de portefeuilles opgenomen geldleningen (o/g > 1 jaar) en uitgeleende geldleningen (u/g > 1 jaar) kunnen we als volgt weergeven.

Rente

Terug naar navigatie - Rente

Omschrijving (toelichting)

Voor zowel de korte rente (geldmarktrente) als de lange rente (kapitaalmarktrente) geldt dat deze in 2024 is gedaald. De ECB heeft sinds juli 2024 in vier gelijke stappen de REFI rente(herfinancieringsrente) met 1% naar beneden gebracht van 4% naar 3%  De verwachting is dat deze rente nog licht zal dalen in 2025. De renteontwikkeling houden we nauwlettend in de gaten.

Het renteresultaat

Op grond van de Financiële verordening moeten we inzicht bieden in de rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie en in de omslagrente. Het renteschema zoals de commissie BBV dat adviseert biedt dit inzicht.

Onder projectfinanciering wordt verstaan: het aantrekken van externe financiering voor een specifiek project. Financiering met eigen vermogen wordt niet aangemerkt als projectfinanciering. Er moet extern een lening zijn aangetrokken om het betreffende project te kunnen financieren. In het geval van projectfinanciering wordt inderdaad de voor die aangetrokken lening geldende rente toegerekend aan het betreffende project. Dit kan een ander percentage zijn dan wordt toegerekend op basis van de omslagrente.

De omslagrente wordt bij de begroting berekend door de werkelijk aan de taakvelden toe te rekenen rente (in euro’s) te delen door de boekwaarde per 1 januari van de vaste activa die integraal zijn gefinancierd. De omslagrente moet vervolgens op consistente en eenduidige wijze worden toegerekend aan de individuele activa. Het is niet toegestaan om per investering te differentiëren in het toe te rekenen rentepercentage.

De totaal door te rekenen externe rente is € 1,1 miljoen negatief (werkelijke rentelasten € 6,3 miljoen -/- werkelijke rentebaten € 7,4 miljoen). Als rekening wordt gehouden met de overige taakvelden bedraagt het renteresultaat € 1,1 miljoen.

Om te bepalen of de stadsschuld betaalbaar is, kijken we naar de rentedruk. Hiermee laten we het aandeel van de rentekosten in de begroting zien. Hoe hoger de rentedruk, hoe minder ruimte er is voor andere uitgaven. In het verslagjaar is de bruto rentequote 1,2% (norm: lager dan 5%) en de netto rentequote 1,4% (norm: lager dan 2,5%).

 

Renteschema

Terug naar navigatie - Renteschema

Excel-tabel

Renteschema Primaire begroting 2024 Bijgestelde begroting 2024 Realisatie 2024 Verschil Rentedruk
Bedragen x € 1.000
a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering 6.265 6.265 6.302 -37 1,2%
b. De externe rentebaten over de korte en lange financiering 7.049 7.049 7.471 422 1,4%
Totaal door te rekenen externe rente -785 -784 -1.169 385 -0,2%
c1. De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend -
c2. De rente van projectfinanciering toegerekend aan taakvelden. 105 105 -17 122
Saldo door te rekenen externe rente -890 -889 -1.152 263
d1. Rente over eigen vermogen - - - -
d2. Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde) - - - -
De aan taakvelden (inclusief overzicht Overhead) toe te rekenen rente -890 -889 -1.152 263
e. De aan taakvelden (inclusief Overhead) toegerekende rente (renteomslag) - - - -
f. Renteresultaat op het taakveld treasury 890 889 1.152 263

Renterisico-norm en renterisico's

Terug naar navigatie - Renterisico-norm en renterisico's

Excel-tabel

Renterisico-norm en renterisico's
Bedragen x € 1.000 2024
1a. Renteherziening op vaste schuld o/g -
1b. Renteherziening op vaste schuld u/g
2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a-1b) -
3a. Nieuw aangetrokken vaste schuld
3b. Nieuwe verstrekte lange leningen
4. Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b) -
5. Betaalde aflossingen 22.624
6. Herfinanciering (laagste van 4 en 5) -
7. Renterisico op vaste schuld (2+6) -
Renterisiconorm
8. Begrotingstotaal 460.000
9. Percentage vastgesteld per ministeriele regeling 20%
10. Renterisiconorm (8 x 9) 92.000
Toets renterisiconorm
10. Renterisiconorm 92.000
7. Renterisico op vaste schuld -
11. Ruimte(+) Overschrijding (-); (10-7) 92.000

Kasgeldlimiet 2024

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet 2024

Excel-tabel

Kasgeldlimiet 2024
Bedragen x € 1.000 kwartaal 1 kwartaal 2 kwartaal 3 kwartaal 4
Vlottende korte schuld Maand 1
Maand 2
Maand 3
Vlottende middelen Maand 1 123.587 111.102 161.625 182.299
Maand 2 102.878 132.995 156.793 180.817
Maand 3 116.361 133.807 170.128 177.001
Netto vlottende schuld(-)/ vlottende middelen(+) Maand 1 123.587 111.102 161.625 182.299
Maand 2 102.878 132.995 156.793 180.817
Maand 3 116.361 133.807 170.128 177.001
Totaal netto vlottende schuld(-)/ vlottende middelen(+) 114.275 125.968 162.849 180.039
Toets kasgeldlimiet
Totaal netto vlottende schuld(-)/ vlottende middelen(+) 114.275 125.968 162.849 180.039
Toegestande kasgeldlimiet 39.100 39.100 39.100 39.100
Ruimte (+) of overschrijding (-) van de limiet 153.375 165.068 201.949 219.139
Begrotingstotaal (*) 460.000
Percentage vastgesteld per ministeriele regeling 8,5%
Kasgeldlimiet 39.100
* totaal bedrag van de baten

Renterisico's

Terug naar navigatie - Renterisico's

Omschrijving (toelichting)

De Wet financiering decentrale overheden (FiDO) hanteert twee normen voor het beheersen van het renterisico, te weten de renterisiconorm en de kasgeldlimiet:

Renterisiconorm

Als de gemeente nieuwe geldleningen aantrekt of oude leningen aflost en moet herfinancieren, ontstaat daarover een renterisico. De wet FiDO stelt een maximum aan het bedrag waarover de gemeente in enig jaar een renterisico mag lopen. Deze zogenaamde renterisiconorm is 20% van het begrotingstotaal op 1 januari van het betreffende jaar. Onderstaande tabel geeft inzicht in het renterisico op de vaste schuld, in relatie tot de norm zoals die is voorgeschreven in de wet FiDO. Delft is ruim onder de wettelijke norm gebleven.

Kasgeldlimiet

Om het renterisico op de vlottende schuld te beheersen, hanteert de wet FiDO een kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet is het gemiddelde saldo van de korte vlottende schuld en de korte vlottende middelen per kwartaal. Dit saldo mag niet meer zijn dan 8,5% van de totale begroting van de gemeente. Als het saldo groter is en als dit meer dan drie opeenvolgende kwartalen het geval is, moet geld worden aangetrokken voor een periode langer dan een jaar. Het beleid van Delft is enerzijds gericht op beheersing van en sturing op kasstromen en anderzijds op minimalisatie van de rentelasten. De gemeente mag de kasgeldlimiet gedurende een aaneengesloten periode van drie kwartalen overschrijden zonder dat de provincie om ontheffing moet worden gevraagd. Het Treasuryberaad maakt daarover een afweging. Onderstaande tabel laat zien dat de kasgeldlimiet in 2024 niet is overschreden.

Garantieportefeuille

Terug naar navigatie - Garantieportefeuille

Omschrijving (toelichting)

Voor een nadere toelichting op de garantieportefeuille wordt verwezen naar de balanspost  "niet uit de balans blijkende verplichtingen".

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Omschrijving (toelichting)

Algemene toelichting op de paragrafen
In de paragrafen zijn de beleidslijnen vastgelegd over beheersmatige onderwerpen en de lokale heffingen. Doel van de paragrafen is om onderwerpen met een groot financieel belang, die versnipperd in de jaarstukken staan, te bundelen in een kort overzicht dat de raad voldoende inzicht geeft. De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de jaarstukken en zijn bedoeld om extra informatie te geven voor de beoordeling van de financiële positie op de korte en langere termijn.  

In de jaarstukken staat de verantwoording van wat in dezelfde paragrafen in de begroting is opgenomen. 

Weerstandsvermogen en risicobeheersing
In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing lichten we diverse onderdelen met betrekking tot de financiële positie toe:

  • het beschikbare weerstandsvermogen en de financiële kengetallen,
  • het risicoprofiel met een toelichting in hoeverre schade en verliezen als gevolg van de risico's van materieel belang met de weerstandscapaciteit kunnen worden opgevangen,
  • de strategische risicoagenda.

Lokale heffingen
In de paragraaf Lokale heffingen wordt verslag gedaan van de opbrengsten per lokale heffing, het bedrag aan kwijtscheldingen, de kostendekkendheid van de rioolrechten en de afvalstoffenheffing, alsmede van de (ontwikkeling van de) lokale lastendruk voor eenpersoonshuishoudens, meerpersoonshuishoudens en bedrijven.

Grondbeleid
In de paragraaf Grondbeleid wordt op hoofdlijnen ingegaan op (de uitvoering van) het Meerjaren Programma Grondontwikkeling (MPG).

Fonds Delft 2040
In de paragraaf Fonds Delft 2040 wordt de inzet van de reserve Stad voor de aanvragen Fonds Delft 2040 toegelicht en wordt ingegaan op de opheffing van het Fonds Delft 2040 per 1 januari 2025 (motie 7_2_1 “Neem op een nette manier afscheid van Fonds Delft 2040‘’ van 17 oktober 2024 en het amendement A 6.2.F ‘Formele afwikkeling motie ‘Neem op een nette manier afscheid van Fonds Delft 2040’’ van 7 november 2024).

Onderhoud kapitaalgoederen
In de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen wordt verslag gedaan over de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallig onderhoud aan openbaar groen, water, wegen, kunstwerken, riolering en gebouwen.

Verbonden partijen en subsidies
De paragraaf verbonden partijen en subsidies geeft een overzicht van:

  • de partners (lokaal en regionaal) die te beschouwen zijn als een verbonden partij,
  • de overige deelnemingen,
  • onze lokale samenwerkingsrelatie met gesubsidieerde maatschappelijke instellingen.

Bedrijfsvoering
In deze paragraaf wordt gerapporteerd over de bedrijfsvoering en de nieuwe ontwikkelingen die zich daarin voordoen. Daarnaast besteedt deze paragraaf aandacht aan de rechtmatigheid van bestedingen die zijn verantwoord in deze jaarrekening en over de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid zoals bedoeld in artikel 213a Gemeentewet.

Financiering
De paragraaf Financiering bevat een overzicht van de kasgeldlimiet, de renterisiconorm, de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende drie jaar, de rentevisie en de rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie.