15.000 woningen groeien in de periode 2018-2040, betaalbare nieuwbouw (bestuurlijk accent ruimte voor wonen)

We constateren dat door onder meer procedures bij de Raad van State, stijgende bouwkosten, hogere rentelasten en gebrek aan personele capaciteit bij actoren het woningbouwprogramma in de knel komt. In regionaal verband hebben we in 2023 afspraken met onder meer het Rijk gemaakt om tot realisatie van woningbouw te blijven komen en ten minste twee derde deel van de nieuwbouw in het betaalbare segment te realiseren. Voorwaardelijk is dat met name het Rijk belemmeringen wegneemt.
In 2024 is hiertoe in regionaal verband frequenter en breder (uitbreiding met 'woonzorg') gemonitord, waarbij nu ook belemmeringen van nieuwbouwprojecten inzichtelijk worden gemaakt. In 2024 is een tijdelijke programmamanager woningbouw aangesteld. Hiermee kunnen we sneller regie terugpakken door bijvoorbeeld te herprioriteren, bij te sturen of hulp vragen waar mogelijk. Via een medio 2024 opgezette lokale Bouwtafel proberen we versnelling te realiseren. In 2024 zaten de corporaties aan tafel, in goed overleg is besloten projectontwikkelaars in 2025 te laten aansluiten. De lokale Bouwtafel staat in verbinding met een breed opgezette regionale Versnellingstafel waaraan onder meer het Rijk en de provincie Zuid-Holland deelnemen. Op de regionale tafel hebben we drie Delftse casussen ingebracht: flexwoningen Brasserskade, Grasbuurt Schoemaker Plantage en Gele Scheikunde. Eind 2024 wordt mede op basis van de opbrengst vanuit de regionale Versnellingstafel aan deze projecten gewerkt, en worden belemmering ook kenbaar gemaakt aan de landelijke Versnellingstafel.
In 2024 zijn in Delft circa 300 nieuwbouwwoningen opgeleverd. Dat is fors minder dan vorig jaar (circa 1.300) en ook fors minder dan de benodigde circa 850 nieuwe woningen per jaar. Ook de jaren 2025 en 2026 zien er niet rooskleurig uit. Het percentage betaalbare nieuwbouwwoningen is te laag om tot het jaar 2040 structureel een woningvoorraad van een derde deel sociale huurwoningen te behouden. De Delftse Woonmonitor maakte dit duidelijk en leidde tot nadere studie voor bijsturingsmogelijkheden om tot meer betaalbare woningen te komen (oplevering Q1-2025).
Vanuit betaalbaarheid werd in 2024 verkend of we met erfpacht, Koopgarant of andere constructies betaalbare koop mogelijk kunnen maken. Ook verkenden we of erfpacht meerwaarde biedt om tot middenhuurwoningen te komen. Ultimo 2024 werden deze onderzoeken afgerond. Ze bieden een basis voor de in 2025 te presenteren studie om tot bijsturing te komen. In 2024 zijn 31 startersleningen verstrekt. In september moesten we de verstrekking beëindigen omdat het beschikbare geld op was.
Met de grote woningcorporaties die in Delft actief zijn, actualiseerden we in 2024 de in 2023 gemaakte meerjarige afspraken over de streefvoorraad en de beoogde nieuwbouwlocaties voor betaalbare huurwoningen. Het lukte ons niet om in 2024 met grotere particuliere verhuurders het gesprek aan te gaan over het behoud van de particuliere sociale huursector. De betaalbaarheid van nieuwbouwwoningen op de lange termijn willen we beter borgen via het planologisch instrumentarium. Met de komst van de Omgevingswet zijn er geen mogelijkheden meer voor een doelgroepenverordening. Dit is in 2024 dan ook niet opgepakt. Als de ICT-techniek van het landelijke DSO-systeem het toelaat, kunnen we pas vanaf 2025 gewenste woning(prijs)segmenten in omgevingsplannen gaan vastleggen. Tegelijkertijd bekijken we alternatieven. We blijven waar mogelijk privaatrechtelijk bijsturen.
Om tot snellere bouw van (betaalbare) woningen te komen, heeft Delft in G40/VNG-, NPLV-, Verstedelijkingsalliantie-, NSN- en NKN-verband gewerkt aan landelijke Woontop-afspraken (december). Dit leidde tot een breed pakket aan landelijke maatregelen. Bijzondere aandacht en geldmiddelen zijn er voor het landelijke NPLV-programma en dus ook voor Delft-West (Wij West).
We hebben eind 2024 een gemeentelijk meldpunt voor collectieve woonvormen ingericht en hier publiciteit aan gegeven. Er zijn hierdoor zeven nieuwe en hernieuwde contacten gelegd. We proberen initiatieven aan locaties te koppelen. In de Woonmonitor hebben we deze woonvormen ook een plek gegeven.