Podiumkunsten

Theater de Veste
Met Theater de Veste is veelvuldig overlegd over de scenario’s voor de toekomst, waarvan het college de voorkeur voor nieuwbouw op termijn heeft uitgesproken. De raad is nog niet zover, maar heeft in de raadsvergadering van 3 november wel ingestemd met een gewijzigde versie van het raadsbesluit waarin geen voorkeur voor nieuwbouw meer wordt uitgesproken, maar op basis waarvan wel doorgegaan kan worden met het onderzoeken van de meest logische toekomstrichting, door onder andere het ontwikkelen van een financiële strategie. Qua bezoek heeft Theater de Veste het niveau van het recordjaar 2023 weten vast te houden en dit loopt dus goed, ondanks de beperkingen waarmee men in het huidige pand te maken heeft. Door het succes is het voor mensen in de stad wel steeds lastiger om aan kaartjes te komen (de zaal is vaak uitverkocht).
Rietveld Theater
In 2024 is verder gewerkt aan de scenario-afweging voor het Rietveld Theater, locatie Rietveld 49. In de raadsvergadering in juni 2024 is een viertal scenario’s afgevallen en heeft de raad besloten om het scenariobesluit in 2025 te nemen door middel van de integrale afweging in het Integraal Huisvestingsplan (IHP) Cultuur en op basis daarvan een go/no go besluit te nemen om het pand Rietveld 49 te verbouwen of niet. Gedurende 2024 heeft het Rietveld Theater geprogrammeerd in Hal 015. Over het algemeen is Hal 015 een groot succes, maar met een duidelijk onderscheiden eigen profiel en publiek.
Delfts popmotor (motie 4.1.5 Laat de Delftse popmotor weer draaien, 10 november 2022)
In 2024 zijn middelen ter beschikking gesteld aan de Delftse pop-organisaties Popdelft en Stichting Popoefenruimten Delft (SPOD) en diverse andere aan pop verwante initiatieven (o.a. in Hal 015). Door Popdelft is een aantal popconcerten georganiseerd met als belangrijkste moment de Delftse popweek, culminerend in de Pop Delfts Music Awards, een evenement dat is georganiseerd in Theater de Veste. Hoewel er regelmatig activiteiten worden georganiseerd blijft het bezoek nog achter bij de verwachtingen. Mogelijk draagt het meerjaarlijkse perspectief van een vierjarige subsidieperiode per 2025 bij aan het kunnen realiseren van een herkenbaar programma waar meer doelgroepen zich door aangesproken voelen.