Begroting en meerjarencijfers | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|
(bedragen x € 1.000) | ||||||
Uitgangssituatie | ||||||
Programmabegroting 2025-2028 | 60 | -4.087 | -4.196 | 75 | -3.828 | |
Najaarsrapportage 2024 (17e begrotingswijziging 2024) | 290 | 40 | -10 | -10 | -10 | |
Septembercirculaire 2024 (19e begrotingswijziging 2024) | 125 | 2.801 | 682 | -332 | -1.070 | |
Saldo Programmabegroting 2025-2028 (na vastgestelde wijzigingen) | 475 | -1.246 | -3.524 | -267 | -4.908 | |
Decembercirculaire 2024 (6e begrotingswijziging 2025) | 251 | 1.435 | 2.279 | 2.011 | 2.050 | |
Saldo Programmabegroting 2025-2028 (na vastgestelde wijzigingen) | 726 | 189 | -1.245 | 1.744 | -2.858 | |
MPG (7e wijziging 2025) | 151 | 128 | 84 | 22 | -4 | |
Verbouwing theater Rietveld (8e wijziging 2025) | -1.859 | -83 | 20 | 20 | 20 | |
Saldo Programmabegroting 2025-2028 (na voorstel voor wijziging) | -982 | 234 | -1.141 | 1.786 | -2.842 | |
Kadernota 2026 | ||||||
I. Bouwstenen | ||||||
1. Moties en toezeggingen | -160 | -1.099 | -386 | 153 | 153 | |
2. Opgaven | -821 | -110 | -110 | - | - | |
3. Bestaand beleid (bestuurlijke accenten) | -11.526 | -2.356 | -2.222 | -2.039 | -1.842 | |
4. Sociaal domein | 1.179 | -5.650 | -6.190 | -2.400 | -2.400 | |
5. Investeringen | - | -70 | -565 | -699 | -783 | |
6. Woonlasten | ||||||
7. Reservering (t.l.v. Gemeentefonds - Groei van de stad) | -4.000 | -7.500 | -7.500 | |||
Totaal voorstellen (12e begrotingswijziging) | -11.328 | -9.285 | -13.472 | -12.485 | -12.372 | |
Saldo Kadernota 2026 | -12.310 | -9.052 | -14.613 | -10.699 | -15.214 | |
Begroting en meerjarencijfers | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
(bedragen x € 1.000) | ||||||
II Inzet maatregelen Handelingsperspectief | ||||||
Maatregel 1: besparing uitvoeringskosten | 25 | 165 | 265 | 265 | 265 | |
Maatregel 2: realistisch ramen o.b.v. rekeningresultaten 2021-2024 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | 2.500 | ||
Maatregel 3: Gemeentefonds | ||||||
- Groei van de stad (dekking bouwsteen 7. Reservering) | 3.000 | 4.600 | 5.200 | |||
- Stelpost BCF | ||||||
- Verrekening oude jaren | 1.250 | 1.250 | 1.250 | 1.250 | 1.250 | |
Maatregel 4: Inkomsten | pm | pm | pm | pm | ||
Maatregel 5: Opschoning reserves | pm | |||||
Maatregel 6: Benodigde weerstandscapaciteit o.b.v. risicoprofiel | pm | |||||
Inzet incidentele dekkingsmiddelen | 7.650 | |||||
Totaal maatregelen Handelingsperspectief (12e begrotingswijziging) | 8.925 | 3.915 | 7.015 | 8.615 | 9.215 | |
III. Voorjaarsnota 2025 - Gemeentefonds | ||||||
Demping terugval gemeentefonds 2026 | 2.521 | 2.633 | 2.545 | 2.535 | ||
Accres | 2.322 | 2.477 | 2.770 | 2.650 | 2.841 | |
Jeugdzorg | 1.900 | 6.400 | 5.500 | -500 | -400 | |
Schrappen stelpost jeugdzorg (arbitrage) | -1.245 | -925 | -1.096 | -1.096 | ||
Bijstelling stelpost HA en maatregelen in VJN 2025 | -2.500 | -2.200 | pm | pm | ||
Afrekening ruimte onder plafond BCF 2024 | -722 | |||||
Totaal Voorjaarsnota 2025 | 3.500 | 7.653 | 7.778 | 3.599 | 3.880 | |
Saldo Kadernota 2026 | 115 | 2.516 | 180 | 1.515 | -2.119 | |
3. Financieel perspectief
We hebben een solide financiële basis, mede doordat we eerder vanuit het Herstelplan Delft al een stevig fundament hebben gelegd. We streven naar een balans tussen de opgaven die we moeten uitvoeren en de beschikbare middelen. Dat stelt ons in staat om weloverwogen keuzes te maken: verantwoord, behoedzaam en realistisch. We bieden financieel perspectief, houden ruimte voor ontwikkelingen en zijn weerbaar en wendbaar in tijden van financiële onzekerheid.
Vertrekpunt
De Programmabegroting 2025-2028 is het vertrekpunt voor deze kadernota. De begroting is vastgesteld in de raadsvergadering van november 2024 en aanvullend daarop gewijzigd als gevolg van de september- en decembercirculaire over het Gemeentefonds, de Najaarsrapportage 2024 en de begrotingswijziging met betrekking tot het Rietveld-theater.
Zoals genoemd in de Programmabegroting 2025-2028 is de financiële situatie voor gemeenten onzeker. Begin 2025 hebben we met het handelingsperspectief inzicht gegeven in het financiële perspectief vanaf 2026. Hierin benoemen we maatregelen om de begroting sluitend te maken. Met de kadernota gaan wij door met het handelingsperspectief en zetten we stappen die nodig zijn om de begroting meerjarig sluitend te maken.
Financieel toezicht begroting 2025-2028 |
Om financieel gezond te blijven en tegelijkertijd voor de stad en haar inwoners de vereiste voorzieningen te bieden, hebben we scherp gekeken welk onderwerpen inhoudelijk écht noodzakelijk zijn. Steeds hebben we een balans gezocht: enerzijds zorgen we ervoor dat lopende incidentele initiatieven niet acuut eindigen (om te vermijden dat een nieuw stadsbestuur voor een continuïteitsprobleem wordt gesteld). Anderzijds houden we voldoende financiële ruimte beschikbaar voor keuzes die een nieuwe raad en een nieuw college maken.
In dit hoofdstuk lichten we verschillende onderwerpen vanuit financieel perspectief in vogelvlucht toe. Nadere toelichtingen over de financiële omvang van individuele begrotingsposten zijn zoals gebruikelijk te vinden in de bijlage Begrotingswijziging Kadernota 2026 (bijlage B). Verder zijn uitgangspunten voor het opstellen van de Programmabegroting 2026-2029 opgenomen in bijlage E.
Financieel meerjarenbeeld 2025-2029
Het financieel meerjarenbeeld start met het saldo van de Programmabegroting 2025-2028. Daar voegen we de effecten aan toe van begrotingswijzigingen die de raad aanvullend heeft vastgesteld (Rietveld-theater) en/of separaat ter vaststelling ontvangt (Meerjarenprogramma gebiedsontwikkelingen).
We voegen deze componenten daaraan toe:
I. Bouwstenen voor de Kadernota 2026.
II. Maatregelen waarmee een sluitend begrotingssaldo 2026 met structureel evenwicht wordt bereikt.
III. Impact Voorjaarsnota 2025 van het Rijk.
De bouwstenen (I) omvatten de financiële effecten vanuit moties en toezeggingen, de drie grote opgaven, de accenten (inclusief onvermijdelijke ontwikkelingen binnen bestaand beleid), sociaal domein en investeringen. De bouwstenen gaan vooral over ‘uitvoeren en afmaken’.
In het Handelingsperspectief 2026 staan de maatregelen waarmee een sluitend begrotingssaldo wordt bereikt (II). De financiële ruimte die het gevolg is van de maatregelen zetten we ook in om middelen te reserveren voor inhoudelijke en financiële uitdagingen voor toekomstige jaren.
De impact van de Voorjaarsnota 2025 van het Rijk (III) betreft de mutaties in het gemeentefonds voor Delft. Onze duiding daarvan is betrokken bij deze kadernota.
Hierna volgt een samenvattend overzicht van het begrotings- en meerjarenbeeld, waarna we de verschillende onderdelen nader toelichten. In het overzicht staan de effecten die van invloed zijn op het begrotingssaldo. Negatieve bedragen zijn nadelig voor het saldo, positieve bedragen verbeteren het saldo.
Op basis van de Gemeentewet moet de begroting structureel en reëel in evenwicht zijn. Structureel evenwicht houdt in dat structurele lasten gedekt worden door structurele baten. Onderstaande tabel laat zien dat voor de begroting 2026 sprake is van een structureel begrotingsevenwicht.
Tabel: Begrotingsevenwicht
Terug naar navigatie - Tabel: BegrotingsevenwichtBegrotingsevenwicht (bedragen x € 1.000) | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|
Incidentele baten en lasten in de programma's | 2.126 | 6.856 | 2.270 | 769 | |
Incidentele mutaties in reserves | 1.152 | -5.204 | -1.976 | 992 | |
Saldo incidentele baten, lasten en reservemutaties | 3.278 | 1.652 | 294 | 1.761 | |
Resultaat Kadernota 2026 (zie bovenstaand overzicht) | 115 | 2.516 | 180 | 1.515 | |
Structureel begrotingsevenwicht | 3.393 | 4.168 | 474 | 3.276 | |
In onderstaande toelichtingen worden mutaties in vogelvlucht weergegeven, met het effect op de algemene middelen. Voor nadere toelichtingen op de individuele posten wordt verwezen naar bijlagen B1 (begrotingswijziging) en B2 (toelichting op de begrotingswijziging).
I. Bouwstenen voor de Kadernota 2026
Moties en toezeggingen
Gerelateerd aan moties en toezeggingen maken we middelen vrij voor actief grondbeleid, duurzame toekomst van Westvest 9, in combinatie met de herhuisvesting van Erfgoed. Daarnaast geven we met Groene Linten een (eerste) vervolg aan het initiatiefvoorstel Groene linten. Ook nemen we bedragen op voor het instandhoudingsonderhoud van Theater de Veste, realisatie woningbouw, programma betaalbare bedrijfsruimte, vergroenen achter de gevel, verlenging van de gevel tot gevel-aanpak en voor wijkregie/licht-programmatische aanpak in de wijk. Voor concrete voorstellen voor afdoening van moties en toezeggingen en tussentijdse toelichtingen verwijzen we naar de bijlage ‘Moties en toezeggingen’.
Tabel: Financiële specificatie van bouwsteen Moties en toezeggingen
Terug naar navigatie - Tabel: Financiële specificatie van bouwsteen Moties en toezeggingen(bedragen x € 1.000) | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|
1. Moties | ||||||
a Actief grondbeleid (lasten) | 1.110 | 1.480 | 1.850 | 1.850 | 1.850 | |
b Actief grondbeleid (dekking/baten) | -600 | -800 | -1.000 | -1.000 | -1.000 | |
Taakstelling personeel | -510 | -680 | -850 | -850 | -850 | |
a Duurzame toekomst van Westvest 9 | 135 | 430 | 36 | -163 | -163 | |
b Westvest 9 - Herhuisvesting Erfgoed | 25 | 25 | ||||
Initiatiefvoorstel groene linten | 25 | 50 | ||||
Plan Instandhoudingsonderhoud Theater de Veste | 180 | 10 | 10 | |||
Realisatie Woningbouw | 145 | 145 | ||||
Red de REV | 100 | |||||
Vergroenen achter de gevel | 57 | |||||
Wijkregie / Lichtprogrammatische aanpak in de wijk | 293 | |||||
Totaal | 160 | 1.099 | 386 | -153 | -153 | |
Opgaven
Het Rijk heeft € 12,3 miljoen toegekend voor de uitvoering van de aanvraag Regio Deal Delft-West onder de voorwaarde dat de gemeente met partners ook € 12,3 miljoen aan cofinanciering bijdraagt. Dit is geformaliseerd in het convenant Regio Deal Delft-West, waar zes initiatieven worden beschreven die worden uitgevoerd door meerdere organisaties. Deze zes initiatieven worden door de gemeente gesubsidieerd vanuit rijksinkomsten uit de Regio Deal en bestaande budgetten (inclusief gereserveerde middelen binnen de opgave Delft-West). Naast de financiële inzet in de vorm van subsidie leveren de gemeente en partners ook cofinanciering in natura (uren/capaciteit) om te voldoen aan de voorwaarden van het Rijk. De begrotingswijziging voor 2025 ten aanzien van de Regio Deal en subsidies aan de initiatieven vindt via deze kadernota plaats.
Tabel: Financiële specificatie Delft-West saldi van aanwendingen 2025
Terug naar navigatie - Tabel: Financiële specificatie Delft-West saldi van aanwendingen 2025(bedragen x € 1.000) | 2025 | |||
---|---|---|---|---|
Delft-West: Circulair ambachtsnetwerk (€ 411.000 volledig via baten gedekt) | - | |||
Delft-West: Rijke Leerdag | -150.000 | |||
Delft-West: Cultuur | 52.000 | |||
Delft-West: wijkuniversiteit | -113.000 | |||
Delft-West: SMD (€ 300.000 volledig via baten gedekt) | - | |||
Delft-West: buurtfabriek | -158.000 | |||
Delft-West: boostlabs | -170.000 | |||
-539.000 | ||||
Dekking: onttrekking Algemene reserve (vanuit reservering Delft-West) | 539.000 | |||
0 | ||||
Zie voor nadere onderverdeling lasten en baten per individuele post bijlage B1 en voor toelichtingen bijlage B2.
Gerelateerd aan de opgave energietransitie begroten we extra formatie tot en met 2027. Deze tijdelijke formatie wordt in belangrijke mate gedekt vanuit de landelijke Cdoke-middelen (cofinanciering). In relatie tot het Innovatiedistrict Delft houden we rekening met niet-voorziene plankosten voor het programma Schieoevers. Verder is de businesscase voor Schieoevers geactualiseerd (budgetneutraal, ten laste van stelpost).
Tabel: Financiële specificatie van bouwsteen Opgaven (exclusief Delft-West)
Terug naar navigatie - Tabel: Financiële specificatie van bouwsteen Opgaven (exclusief Delft-West)(bedragen x € 1.000) | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|
2. Opgaven | ||||||
Actualisatie Businesscase Programma Schieoevers (€ 876.000 t.l.v. stelpost) | 0 | |||||
Niet voorziene plankosten Programma Schieoevers (voorziening) | 821 | |||||
a Energietransitie- formatie Ruimte & Economie Advies | 110 | 220 | 220 | |||
b Energietransitie- formatie REA (rijksmIddelen Cdoke) | -110 | -110 | -110 | |||
Totaal | 821 | 110 | 110 | 0 | 0 | |
Bestaand beleid
In deze bouwsteen zijn diverse financiële voorstellen opgenomen. Een groot onderwerp is het Meerjarenonderhoudsplan (MJOP) Facilitair. De insteek van het plan is ‘sober en doelmatig’. Het plan beslaat in belangrijke mate herstel van achterstalligheid in het facilitair beheer van gemeentelijke panden die voor en door Delftenaren worden gebruikt. De meerjarige benodigde stortingen en onttrekkingen hiervoor lopen via de reserve Gemeentelijke huisvesting.
We willen voorkomen dat een nieuw bestuur onmiddellijk na zijn aantreden genoodzaakt is middelen vrij te maken voor bestaande initiatieven. Daarom borgen we voor enkele incidenteel gedekte initiatieven een budgettaire ruimte tot en met 2026, dan wel 2027. Dit betreft bijvoorbeeld de realisatie van woningbouw, de wijkregie/licht-programmatische aanpak in de wijk, evenementen en circulaire economie.
Enkele voorstellen betreffen onvermijdelijke kosten vanwege indexatie en andere prijsstijgingen (zoals beheerplan buitensport). Bij terugkerende investeringen wordt vanaf nu beter rekening gehouden met het optreden van nominale ontwikkelingen (zoals de beheerplannen openbare ruimte).
We kennen alleen structurele middelen voor personele capaciteit toe als hiervoor een dringende noodzaak én voldoende dekking beschikbaar is. Dit speelt voor afdeling Grond en Vastgoed. De dekking is deels voorhanden in doorbelastingen aan projecten én deels via herprioritering op andere onderwerpen. Om die reden wordt tegenover de uitbreiding voor afdeling Grond en Vastgoed ook een gemeentebrede bezuinigingsopdracht op personeel opgenomen.
Hiernaast is in Haaglanden-verband een verzoek aan gemeenschappelijke regelingen gedaan om een bezuiniging van 6,2% op de begroting te realiseren. Omdat de uitkomst daarvan nog hoogst onzeker is, nemen we de daadwerkelijke financiële impact daarvan mee in de Programmabegroting 2026-2029.
Tabel: Financiële specificatie van bouwsteen Bestaand beleid
Terug naar navigatie - Tabel: Financiële specificatie van bouwsteen Bestaand beleid(bedragen x € 1.000) | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|
3. Bestaand beleid (bestuurlijke accenten) | ||||||
Vergaderkosten raad | 45 | 45 | 45 | 45 | 45 | |
Vertrouwenscommissie | 55 | |||||
MJOP facilitair (t.l.v. incidentele dekkingsmiddelen) | ||||||
- storting reserve Dekking kapitaallasten | 859 | 2.364 | 2.219 | 74 | 64 | |
- storting reserve Dekking kapitaallasten | 205 | 154 | 212 | 232 | 69 | |
- Onderhoud | 511 | 557 | 469 | 694 | 867 | |
- storting/onttrekking reserve Gemeentelijke huisvesting | 8.685 | -2.325 | -2.150 | -250 | -250 | |
Circulaire economie | 200 | |||||
a. Groen en biodiversiteit | 70 | 70 | 43 | |||
b. Groen en biodiversiteit: geormerkte middelen Stichting Groenfonds | -183 | |||||
Vastgoedbedrijf analyse | 15 | 164 | 124 | 334 | 337 | |
Omgevingsvergunningen ingediend | 459 | 459 | 459 | 459 | 459 | |
Beheerplan Buitensport | 244 | 244 | 244 | 244 | 244 | |
Tijdelijke gymzaal GGZ | 50 | 350 | 200 | 200 | ||
Evenementen | 150 | 150 | ||||
Opvang Oekraïnse ontheemden - flexwoningen (€ 3 miljoen, budgetneutraal) | 0 | |||||
Planvormingskosten Sportcentrum Maria Duyst | 320 | |||||
OPEN geluid | 117 | 117 | ||||
Waardevol grofvuil (€ 300.000, budgetneutraal) | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
UPV zwerfafvalvergoeding - beheerkosten | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | |
UPV zwerfafvalvergoeding - overige baten | -434 | |||||
Aanvulling sanering sportpark Tanthof | 500 | |||||
Totaal | 11.526 | 2.356 | 2.222 | 2.039 | 1.842 | |
Sociaal domein
Bij deze bouwsteen hebben we de vrijval vanuit reserve Beschermd Wonen/Maatschappelijke Opvang verwerkt. Daarnaast spelen kostenstijgingen voor JGZ-ZHW. Ook verwerken we financiële ervaringscijfers en prognoses voor de autonome groei van de kosten van de jeugdzorg, BUIG, arbeidsparticipatie en de Wmo. Voor de tekorten in de jeugdzorg zijn middelen beschikbaar gesteld in de Voorjaarnota 2025 van het Rijk. We blijven sturen op beheersing van de kosten door uitvoering van de hervormingsagenda voor de jeugdzorg en de transitie van het sociale domein. Daarnaast ramen we extra middelen voor de uitvoeringskosten van de Wet Inburgering en vanwege hogere uitgaven Studietoeslag.
Tabel: Financiële specificatie van bouwsteen Sociaal domein
Terug naar navigatie - Tabel: Financiële specificatie van bouwsteen Sociaal domein(bedragen x € 1.000) | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|
4. Sociaal domein | ||||||
Inzet reserve BW/MO | -3.000 | |||||
JGZ | 119 | 119 | 119 | 119 | 119 | |
BUIG | -300 | |||||
Arbeidsparticipatie | -250 | -250 | -250 | -250 | -250 | |
Autonome groei jeugdzorg | 2.592 | 6.821 | 6.821 | 3.321 | 3.321 | |
Wet Inburgering uitvoeringskosten | 210 | 210 | 210 | 210 | 210 | |
Studietoeslag | 250 | 250 | ||||
Actualisatie WMO | -800 | -1.500 | -710 | -1.000 | -1.000 | |
Totaal | -1.179 | 5.650 | 6.190 | 2.400 | 2.400 | |
Investeringen
In deze kadernota leggen we de focus op het in stand houden van voorzieningen in de stad en noodzakelijke uitbreiding, om zo te voorzien in de groei van de stad. Voorbeelden hiervan zijn de instandhouding van Theater de Veste, de herhuisvesting van Erfgoed en sportvoorzieningen.
NB: voor Theater de Veste geldt dat, volgens het aangenomen amendement, in komende jaren nog verder moet worden afgewogen wat voor de langere termijn nodig is voor mogelijke nieuwbouw.
Vanuit het Meerjarenonderhoudsplan Facilitair maken we ook een investering mogelijk voor ‘verledding’ (aanleg ledverlichting). Dit draagt bij aan onze doelen voor verduurzaming.
Voor twee investeringen zien we vanuit externe ontwikkelingen een dringende urgentie. Dat geldt voor de reconstructie van het kruispunt Buitenhofdreef/Pierre van Hauwelaan (verkeersveiligheid en betere toegankelijkheid) en de aanleg/omvorming van een voetbalveld op Sportpark Kerkpolder (om wachtlijsten te voorkomen).
Het actualiseren van de investeringen van het IHP gebeurt in lijn met het IHP Onderwijs 2025-2041, waarover de raad in februari heeft besloten. In bijlage D (moties en toezeggingen) is de toegezegde specificatie van de toegevoegde investeringen van het IHP Onderwijs voor 2025-2028 opgenomen.
Tabel: Financiële specificatie van bouwsteen Investeringen
Terug naar navigatie - Tabel: Financiële specificatie van bouwsteen Investeringen(bedragen x € 1.000) | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|
1. Moties | ||||||
MJOP facilitair (€ 0,65 miljoen) | 45 | 45 | 44 | |||
Adaptieve Mobiliteitsagenda 2040 (€ 0,682 miljoen t.l.v. stelpost Indexatie) | 0 | 0 | 0 | |||
a Duurzame toekomst van Westvest 9 (€ 10,137 miljoen) | 431 | 458 | 468 | |||
b Westvest 9 - Herhuisvesting Erfgoed (€ 0,3 miljoen) | 10 | 30 | ||||
Plan Instandhoudingsonderhoud Theater de Veste (€ 1,955 miljoen) | 78 | 78 | ||||
Rec. Kruispunt Buitenhofdreef P. van Hauwelaan (€ 3,25 miljoen) | 19 | 38 | 67 | |||
Verlenging gevel tot gevel aanpak (€ 0,6 miljoen) | 26 | |||||
Vrijgeven gereserveerde middelen verwerving Schieweg 13 (€ 1,35 miljoen) | ||||||
Veld 51 (€ 1 miljoen) | 70 | 70 | 70 | 70 | ||
Wissellocatie VMBO (€ 1 miljoen, budgetneutraal) | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
IHP (€ 29,512 miljoen). Zie separatie specificatie. | ||||||
Wissellocaties (€ 0,15 miljoen, budgetneutraal) | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
UPV zwerfafvalvergoeding (investering € 0,258 miljoen, budgetneutraal) | ||||||
Totaal | 0 | 70 | 565 | 699 | 783 | |
Strategische Investeringsagenda Om Delft goed voor te bereiden op de toekomst, blijft het nodig om te investeren. Investeringen in beleid zijn soms ook nodig om minder kosten te maken op andere terreinen of om de groei van het uitgavenniveau in de toekomst te beperken. Ook de schaarste aan middelen, ruimte en mensen maakt zorgvuldig kiezen en faseren nodig. We leggen daarbij de focus op noodzakelijke vervangingsinvesteringen en de investeringen in het IHP Onderwijs. Verder zijn we terughoudend met investeren. Ook blijven we inzetten op het benutten van de mogelijkheden van cofinanciering. |
Woonlasten
In deze kadernota hebben we geen voorstellen opgenomen met stevige effecten voor de woonlasten. We verwijzen hier daarom naar de licht dempende werking op de rioolheffing door de besparing op de uitvoeringskosten riolering (ad € 100.000 structureel) en de verhoging van de afvalstoffenheffing uit hoofde van ‘Waardevol afval’ (ad € 300.000 structureel).
Reserveren: financiële ruimte creëren voor toekomstige jaren
Gezien de grote financiële en inhoudelijke uitdagingen en (geopolitieke) onzekerheden vinden wij het van belang incidentele middelen beschikbaar te houden en ook structurele ruimte te reserveren voor toekomstige jaren. Dit is ook in lijn met de motie ‘Verantwoord begroten, ruimte voor de toekomst’, die de raad op 3 april 2025 heeft aangenomen. Het reserveren van middelen in de kadernota is nodig om nieuwe investeringen en stijgende rentelasten op investeringen te kunnen inpassen. Ook in de toekomst zijn nieuwe investeringen beperkt mogelijk en vooral gericht op de noodzakelijke investeringen vanwege de groei van de stad. Daarnaast brengt de groei van de stad ook andere extra uitgaven met zich mee (zoals stijgende uitgaven voor uitvoerende taken).
Vanuit de incidentele dekkingsmiddelen reserveren we in deze kadernota daarom minimaal € 15 miljoen. Verder wordt meerjarige financiële ruimte gecreëerd van € 4 miljoen voor 2027 en € 7,5 miljoen per jaar voor 2028 en 2029. De dekking hiervoor wordt in belangrijke mate gevonden door de extra Gemeentefondsbaten die we verwachten door de groei van de stad (zie verderop maatregel 3 uit het handelingsperspectief). Aanvullende dekking wordt gevonden in andere maatregelen uit het handelingsperspectief.
Zo blijven we wendbaar en weerbaar en borgen we keuzemogelijkheden voor een nieuwe raad en een nieuw college.
Nieuwe investeringen |
II. Maatregelen Handelingsperspectief
In deze kadernota worden de volgende maatregelen uit het handelingsperspectief verwerkt.
Maatregel 1: Besparing uitvoeringskosten
We nemen maatregelen om de uitvoering van onze taken efficiënter te organiseren. Een nadere analyse van de uitvoeringskosten laat zien dat dit tot en met 2027 kan leiden tot structurele budgetverlagingen, die oplopen tot € 365.000. Hiervan komt € 265.000 ten gunste van de algemene middelen. Het gaat om besparingsmogelijkheden op het gebied van informatisering/automatisering, juridische zaken en het sociaal domein. De besparing van € 100.000 op de uitvoeringskosten voor het sociaal domein hangt samen met de transitie naar een sterkere sociale basis en de herinrichting van het sociaal domein. Verder is er een structurele besparingsmogelijkheid op de kosten voor riolering van € 100.000. Omdat riolering een gesloten systeem is en kostendekkend moet blijven, zal deze besparing niet vrijvallen in de algemene middelen. Het vertaalt zich in een dempende werking op de ontwikkeling van de rioolheffing.
Maatregel 2: Realistisch ramen op basis van jaarrekeningresultaten
In de Programmabegroting 2025-2028 hebben we voor het realistisch ramen al incidenteel € 2,35 miljoen opgenomen. Vanuit een aanvullende analyse van jaarrekeningresultaten vinden we het verantwoord hiervoor vanaf 2026 structureel € 2,5 miljoen te ramen. Het aangepaste bedrag hangt vooral samen met verder toegenomen parkeeropbrengsten. Ook komende jaren blijft het realistisch ramen een belangrijk speerpunt.
Maatregel 3: Gemeentefonds
De prognose van de baten vanuit het Gemeentefonds hebben we op deze onderdelen geactualiseerd:
- Groei van de stad.
Voorheen werd de raming voor de groei alleen tot en met jaar t+2 geraamd (waarbij t het lopende jaar is). Vanaf nu nemen we de geprognosticeerde groei van de maatstaven mee van de afdeling Onderzoek en Statistiek: naast t+2 (2027) ook t+3 (2028) en t+4 (2029). Dat doen we voor 90% (2027) en voor 80% (2028 en 2029) vanwege de onzekerheden die bij prognoses meespelen. - Verrekening oude jaren.
Jaarlijks past het Rijk een verrekening voor oude jaren toe, die standaard positief uitpakt. Op basis van een meerjarige analyse is het verantwoord dat we dit voortaan ook ramen.
Maatregel 4: Inkomsten
We zetten uiteraard de lobby voor extra baten voort. Daarbij richten we ons samen met andere gemeenten (via de VNG en de G40) op een hogere uitkering uit het Gemeentefonds. Ook benutten we alle mogelijkheden tot cofinanciering voor projecten. Zoals we in het handelingsperspectief al hebben toegelicht, zien we weinig potentieel voor extra inkomsten uit leges, aangezien de kostendekkendheid in de meeste gevallen al dicht bij de 100% ligt. Dit krijgt opnieuw aandacht bij het raadsvoorstel Belastingverordeningen 2026.
Maatregel 5: Opschoning reserves
Zoals eerder beloofd, hebben we mogelijke vrijval uit de Reserve Beschermd Wonen/ Maatschappelijke Opvang beoordeeld. Het incidentele positieve financiële effect daarvan is meegenomen onder de inhoudelijke bouwsteen (Sociaal domein).
Maatregel 6: Risicoprofiel
Omdat we de actuele omvang van risico’s in het risicoprofiel hebben genomen, is het risicoprofiel in het Jaarverslag 2024 gedaald van afgerond € 43 miljoen naar € 39 miljoen. Een nadere toelichting op de afzonderlijke componenten van het risicoprofiel staat in het Jaarverslag 2024.
III. Impact van Voorjaarsnota 2025 van het Rijk
In de Voorjaarsnota 2025 van het Rijk zijn extra middelen opgenomen voor de opvolging van het advies ‘Groeipijn’ van de commissie Van Ark over de tekorten in de jeugdzorg (van 30 januari 2025). Positieve effecten ontstaan met name in de jaren 2025, 2026 en 2027. Daarna zijn tegenover de extra middelen nieuwe, taakstellende kortingen voor de jeugdzorg opgenomen. De extra middelen in de Voorjaarsnota 2025 worden met de meicirculaire toegevoegd aan het gemeentefonds en verdeeld over de gemeenten.
De uitkomst zorgt enigszins voor verlichting van de financiële druk bij gemeenten in de eerste jaren, maar biedt geen oplossing voor het structurele tekort als gevolg van het ravijn en de kostenstijging in de jeugdzorg. Ondanks de voorzichtig optimistische uitkomsten voor de eerste jaren, zijn we er dus nog niet en blijft de financiële positie van gemeenten zorgelijk. De komende periode blijft de VNG inzetten op het verder in balans brengen van taken en middelen.
De financiële ruimte die ontstaat door de Voorjaarsnota 2025 wordt benut als dekking voor de autonome groei van de kosten in de jeugdzorg. Tot en met 2027 is dit toereikend voor de ontwikkeling van prijs-, volume- en intensiteitseffecten.
Vanaf 2028 is nog sprake van diverse onzekerheden, bijvoorbeeld over wetgeving die benodigd is voor uitvoering van de hervormingsagenda, aanvullende compensatie van de tekorten, de indexatie van jeugdzorgkosten en een nieuw financieel arrangement voor jeugdzorg. In reactie hierop is opnieuw advies gevraagd aan de commissie van Ark over de haalbaarheid van het financieel kader vanaf 2028 (gereed: begin 2027). Ook stelt de VNG een begrotingsadvies op (gereed: mei 2025). In afwachting van de adviezen en meer duidelijkheid van het Rijk nemen we de ontwikkeling van volume en intensiteit vooralsnog op als onderdeel van het risicoprofiel.
In de tabel is opgenomen welke financiële effecten de Voorjaarsnota 2025 van het Rijk naar verwachting heeft voor Delft.
Tabel: Effecten van de Voorjaarsnota 2025 van het Rijk voor Delft
Terug naar navigatie - Tabel: Effecten van de Voorjaarsnota 2025 van het Rijk voor DelftEffecten Voorjaarsnota 2025 voor Delft | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|
(bedragen x € 1.000) | ||||||
Demping terugval gemeentefonds 2026 | 2.521 | 2.633 | 2.545 | 2.535 | ||
- Volumeacres 2025-2029 o.b.v. CEP 2025 (bijstelling) | 290 | 618 | 525 | 741 | ||
- Prijsaccres 2025 o.b.v. CEP 2025 (bijstelling) | 2.322 | 2.187 | 2.152 | 2.125 | 2.100 | |
Accres | 2.322 | 2.477 | 2.770 | 2.650 | 2.841 | |
- Tekorten voor rekening Rijk | 1.900 | 2.100 | 2.000 | 2.000 | 2.000 | |
- Groeipad maatregelen Hervormingsagenda | 2.500 | 2.200 | 0 | 0 | ||
- Hervormingsagenda Jeugd (Aanvullende Post) | 1.800 | 1.300 | 1.600 | 1.700 | ||
- Eigen bijdrage Jeugdzorg | -1.300 | -1.300 | ||||
- Sturen op trajectduur Jeugdzorg | -300 | -300 | ||||
- Indexeren opbrengst Hervormingsagenda | -2.500 | -2.500 | ||||
Jeugdzorg | 1.900 | 6.400 | 5.500 | -500 | -400 | |
Verlagen stelpost HA en maatregelen in VJN 2025 | -2.500 | -2.200 | pm | pm | ||
Schrappen stelpost jeugdzorg (arbitrage) | -1.245 | -925 | -1.096 | -1.096 | ||
Uitstel vervanging abonnementstarief | pm | |||||
Afrekening ruimte onder plafond BCF 2024 | -722 | |||||
Totaal VJN 2025 | 3.500 | 7.653 | 7.778 | 3.599 | 3.880 | |
De tabel is als volgt opgebouwd.
Demping terugval gemeentefonds 2026
In de Voorjaarsnota 2025 zijn structurele middelen opgenomen om de terugval van het gemeentefonds in 2026 te dempen (het ‘ravijn’). Deze compensatie betreft het deel dat is toe te rekenen aan de financiering jeugd binnen het gemeentefonds.
Accres
Het gemeentefonds groeit (‘accres’) door actuele volume- en prijsontwikkelingen op basis van macro-economische cijfers in het Centraal Economisch Plan van het Centraal Planbureau (CPB, februari 2025).
Jeugdzorg
Een deel van de tekorten in de jeugdzorg vanaf 2025 wordt gecompenseerd (50%) evenals de oploop van de opbrengst van de hervormingsagenda in 2026 en 2027. In 2028 moet de volledige besparing van de Hervormingsagenda alsnog gerealiseerd worden.
In 2021 heeft arbitrage over tekorten in de jeugdzorg en het advies van de commissie van wijzen geleid tot een reservering (ministerie van Financiën, aanvullende post). Deze middelen zijn nu structureel beschikbaar gesteld.
Vanaf 2028 zijn nieuwe kortingen verwerkt, omdat het Rijk extra inkomsten bij gemeenten verwacht door eigen bijdragen in de jeugdzorg, sturen op trajectduur en hogere opbrengsten van de Hervormingsagenda Jeugd. Mogelijk mogen hiervoor op een later moment stelposten worden opgenomen, waardoor deze posten budgetneutraal worden.
Schrappen stelpost jeugdzorg (arbitrage)
Omdat de structurele middelen naar aanleiding van de arbitrage in 2021 verdeeld worden, vervalt de stelpost die hiervoor was geraamd in de begroting van Delft.
Verlagen stelpost HA en maatregelen in VJN 2025
Vorig jaar hebben we in de Kadernota 2024 een stelpost geraamd voor opbrengsten van de Hervormingsagenda. Omdat in de Voorjaarsnota 2025 de oploop van de opbrengsten van de Hervormingsagenda niet haalbaar wordt geacht, is het niet realistisch de stelpost volledig te handhaven. Welke opbrengst vanaf 2028 mogelijk is, moeten we nog nader bepalen, mede op basis van wettelijke mogelijkheden.
Uitstel vervanging abonnementstarief
De invoering van de inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage wordt uitgesteld tot 1 januari 2027. De geplande uitname uit het gemeentefonds in 2026 wordt teruggedraaid en gaat nu pas in vanaf 2027. Ingeschat wordt dat tegenover het voordeel meerkosten van vergelijkbare omvang staan in de begroting van Delft.
Afrekening ruimte onder plafond BCF 2024
Het BTW compensatiefonds (BCF) heeft een plafond. De ruimte die na de declaraties van gemeenten onder dit plafond overblijft, wordt jaarlijks verdeeld. De definitieve afrekening van het voorschot in de septembercirculaire 2024 leidt tot een nadeel dat nu is verwerkt. Dit betekent dat de geïnventariseerde stuurmaatregel uit het Handelingsperspectief waarmee de stelpost BCF wordt opgehoogd met € 0,5 miljoen niet mogelijk is en dus ook niet wordt begroot.
Financiële positie
Naast een positief begrotingssaldo en het voldoen aan de eis van structureel evenwicht zijn wendbaarheid en weerbaarheid bepalend voor de financiële gezondheid van de gemeente.
Bij wendbaarheid gaat het erom hoe snel de gemeente de financiële huishouding kan afstemmen op veranderende opgaven of nieuwe financiële verhoudingen. Zo zijn bijvoorbeeld de lasten van afschrijving en rente weinig flexibel. Daarnaast is onderwijshuisvesting een wettelijke taak met beperkte beïnvloedbaarheid. Op basis van ervaringscijfers hebben we via financieel-technische maatregelen uit de vorige paragraaf bijgestuurd. Dit zogenaamde ‘realistisch ramen’ blijft een continu aandachtspunt. Hiernaast kan een nieuw bestuur andere accenten hebben en nieuwe prioriteiten stellen (‘nieuw voor oud’).
Financiële weerbaarheid draait om de omvang van de financiële buffer die nodig is om schommelingen en onverwachte ontwikkelingen op te vangen. De benodigde omvang hangt samen met de wendbaarheid. Een lage wendbaarheid vergt een hogere weerbaarheid, omdat het aanpassen van de financiële huishouding dan meer tijd kost. De weerbaarheid is vastgelegd in de Algemene reserve en moet zo nodig worden aangevuld wanneer deze weerbaarheidsreserve een te geringe omvang zou krijgen.
Financiële kengetallen
Deze kadernota wordt inzicht gegeven in de financiële kengetallen. De financiële kengetallen over belastingcapaciteit, grondexploitatie en structurele exploitatieruimte geven inzicht in de wendbaarheid van de gemeentelijke financiën. Tegelijkertijd geven kengetallen over schulden (netto schuldquote en gecorrigeerde netto schuldquote) en eigen vermogen (solvabiliteit) een helder beeld van de weerbaarheid.
Voor inzicht in de financiële positie schrijft het BBV zes financiële kengetallen voor. Een kengetal (of financiële ratio) is een verhoudingsgetal dat is opgebouwd uit exploitatie- en/of balanscijfers. Bij de kengetallen hoort een samenhangende beoordeling van de scores in relatie tot de signaleringswaarden die de provincie als financieel toezichthouder hanteert.
Tabel: Signaleringswaarden Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader (GTK) 2020 gemeenten
Terug naar navigatie - Tabel: Signaleringswaarden Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader (GTK) 2020 gemeentenWaarderingscijfer | Minst risicovol | Neutraal | Meest risicovol | |
---|---|---|---|---|
Ratio | ||||
Netto schuldquote | < 90% | 90%-130% | > 130% | |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen | < 90% | 90%-130% | > 130% | |
Solvabiliteitsratio | > 50% | 20%-50% | < 20% | |
grondexploitaties | < 20% | 25%-35% | > 35% | |
Structurele exploitatieruimte | > 0% | 0% | < 0% | |
Belastingcapaciteit | < 95% | 95%-105% | > 105% | |
De signaleringswaarden zijn geen doel, maar gelden als maximum (schuldquotes, grondexploitaties, belastingcapaciteit) of minimum (solvabiliteit, structurele exploitatieruimte) en fungeren als referentie voor de beoordeling. Voor meer toelichting op de betekenis van de verschillende indicatoren verwijzen we naar de paragraaf ‘Weerstandsvermogen en Risicobeheersing’ van het Jaarverslag 2024.
Tabel: Financiële kengetallen Delft
Terug naar navigatie - Tabel: Financiële kengetallen DelftRatio's | ||||
---|---|---|---|---|
Prognose | Prognose | Prognose | ||
Jaarrekening 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
Netto schuldquote | 32,3% | 48,5% | 47,5% | 53,5% |
Gecorrigeerde netto schuldquote | 19,7% | 34,6% | 34,0% | 39,5% |
Solvabiliteitsratio | 41,5% | 46,6% | 47,8% | 46,8% |
Kengetal grondexploitaties | 0,3% | 0,3% | -0,9% | -0,3% |
Structurele exploitatieruimte | 6,7% | 3,6% | 4,6% | 0,4% |
Belastingcapaciteit | 113,5% | 113,5% | 113,5% | 113,5% |
De scores per kengetal zijn positief en overschrijden niet de signaleringswaarden uit het Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader (GTK 2020 Gemeenten) van de provincie. Een uitzondering geldt voor het kengetal Belastingcapaciteit, waarvoor de score als ‘risicovol’ wordt geclassificeerd. Dit kengetal geeft inzicht in de belastingdruk (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing) ten opzichte van het landelijk gemiddelde en daarmee in de ruimte voor belastingverhoging.
NB: ‘Risicovol’ heeft daarbij betrekking op de cijfermatige mogelijkheid om aanvullende inkomsten vanuit hogere woonlasten te kunnen realiseren, die als beperkt wordt gezien. Het zegt niet iets over de vrije politieke keuze die daarover is te maken.
Incidentele middelen
Hieronder bieden we een geactualiseerd beeld van de beschikbare incidentele middelen. Als vertrekpunt is de Kadernota 2023 opgenomen (het moment waarop werd gestart met deze weergave van incidentele middelen). Daarnaast is de stand uit de Programmabegroting 2025-2028 opgenomen. In de rechterkolom wordt de stand van zaken van deze kadernota weergegeven. Na aftrek van de eerder toegelichte extra incidentele reservering van € 15 miljoen voor de volgende bestuursperiode resteert een saldo van € 15 miljoen.
Tabel: Overzicht van incidentele dekkingsmiddelen
Terug naar navigatie - Tabel: Overzicht van incidentele dekkingsmiddelenIncidentele dekkingsmiddelen | |||||
---|---|---|---|---|---|
Financiële ruimte | KN 2023 | PB 2025-2028 | KN 2025 | ||
Algemene reserve | |||||
- Buffer | 43.100 | 7.737 | 9.499 | ||
- Vrij besteedbare ruimte | 27.097 | 33.756 | 38.709 | ||
Reserve Stad | |||||
- Saldo | 22.467 | 18.467 | 18.467 | ||
96.391 | 59.960 | 66.675 | |||
Reservering | |||||
1. Cofinanciering | -26.350 | -14.550 | -13.200 | ||
2. Opgave Delft-West | -10.000 | -2.488 | -1.949 | ||
3. Opgave IDD (Delft Zuid Oost) | -8.000 | - | - | ||
4. Museum Prinsenhof | -10.000 | -10.000 | -10.000 | ||
5. Gelatinebrug | -8.000 | -8.000 | -4.600 | ||
6. Begrotingssaldo 2025-2029 | -24.000 | -4.600 | -6.800 | ||
7. Financiële ruimte betuursperiode 2026 e.v. | -15.000 | ||||
-86.350 | -39.638 | -51.549 | |||
Saldo incidentele ruimte | 10.041 | 20.322 | 15.126 | ||
Het overzicht van incidentele middelen is als volgt opgebouwd. Het eerste deel van de tabel geeft (het verloop van) de oorsprong van de middelen weer. Het tweede deel laat (het verloop van) de reserveringen voor inzet van de incidentele middelen zien.
Algemene reserve
De buffer is in de Programmabegroting 2023-2026 gevormd door extra inkomsten uit het gemeentefonds (coalitieakkoord kabinet Rutte IV en Voorjaarsnota 2022). De buffer is als dekking gebruikt voor de opgaven Delft-West en Innovatiedistrict Delft en voor het nadelige begrotingssaldo in 2025.
Het saldo van de Algemene reserve is vrij besteedbaar na aftrek van de benodigde weerstandscapaciteit (risicoprofiel) en de buffer. De vrij besteedbare ruimte is met name gestegen door een daling van het risicoprofiel. De verhouding tussen het risicoprofiel en de beschikbare weerstandscapaciteit biedt een belangrijke indicatie van de weerbaarheid. Oftewel: hoe hoger de weerstandsratio, hoe meer vrij besteedbare ruimte er is in de algemene reserve. Per 31 december 2024 is de weerstandsratio 2,2 en daarmee, op grond van het Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader 2020 Gemeenten, als 'uitstekend' te karakteriseren.
Reserve Stad
Dit betreft het saldo van de reserve Stad, nadat rekening is gehouden met de afgesproken bijdragen aan projecten in het kader van het Fonds Delft 2040. De reserve Stad is bestemd voor een vitale, sterke en duurzame toekomst van Delft, hier horen ook de drie langjarige opgaven en cofinanciering bij Rijksbijdragen bij.
Cofinanciering
Vanwege de verplichte cofinanciering bij rijkssubsidies en andere subsidies wordt rekening gehouden met benodigde bijdragen vanuit de gemeente. De mutatie in deze kadernota hangt samen met de cofinanciering voor de aankoop Schieweg 13, voor de aanleg van de Gelatinebrug en deels voor de realisatie van het stadspark Schieoevers.
Opgave Delft-West
In de tabel wordt zichtbaar welke middelen nog gereserveerd zijn voor Delft-West (€ 1,949 miljoen) na de aanspraken tot dusver op deze reservering.
Opgave IDD
Zoals zichtbaar in de tabel is de reservering voor de opgave Innovatie District Delft (IDD) volledig benut.
Museum Prinsenhof
De reservering stelt de gemeente in staat om de continuïteit van het project te waarborgen.
Gelatinebrug
Bij de Kadernota 2023 is vanwege een verslechterde businesscase een reservering van € 8 miljoen aangelegd, in afwachting van de zoektocht naar externe bijdragen. Externe bijdragen vanuit de MRDH en het Rijk leiden tot een vrijval van € 3,4 miljoen, waardoor sprake is van een resterende reservering van € 4,6 miljoen.
Begrotingssaldo 2025-2029
In de reservering voor compensatie van een negatief begrotingssaldo is rekening gehouden met de bijstellingen die zijn verwerkt bij de septembercirculaire 2024, de Jaarstukken 2024 en de Kadernota 2026.
Financiële ruimte bestuursperiode 2026 e.v.
Voor toekomstige jaren is in deze kadernota voorgesteld om middelen te reserveren in lijn met de motie ‘Verantwoord begroten, ruimte voor de toekomst’, die de raad op 3 april 2025 heeft aangenomen. Naast de meerjarige spaarbedragen (zie eerdere toelichting daarop onder “Bouwstenen”) wordt aanvullend een incidentele ruimte van € 15 miljoen gereserveerd.