Wat is een Strategische Investeringsagenda?
De stad blijft groeien en zich ontwikkelen. Dat uit zich in diverse opgaven, gebiedsontwikkelingen en beleidsambities. De Strategische Investeringsagenda (SIA) geeft inzicht in geplande investeringen en benodigde investeringen met een tijdhorizon tot 2040. Dit inzicht is belangrijk voor raad en college om keuzes te maken en te kunnen bijsturen op veranderende maatschappelijke, organisatorische en financiële omstandigheden. De SIA is beeldvormend, niet uitputtend en kan door (huidige en toekomstige) raad en college worden gebruikt als een dynamisch instrument om de besluitvorming vanaf de Kadernota 2026 te ondersteunen.
Een planhorizon die verder gaat dan het begrotings- en meerjarenbeeld is van belang, omdat de drie grote opgaven van de gemeente Delft (Delft-West, Innovatiedistrict Delft en de energietransitie) een lange doorlooptijd kennen. Dat geldt ook voor diverse gebiedsontwikkelingen en beleidsambities. En niet alleen de gemeente, ook partners om ons heen werken met een lange planhorizon. Zo heeft de gemeente Delft de afgelopen jaren forse (rijks)subsidies binnengehaald voor projecten met langere doorlooptijden. Denk bijvoorbeeld aan infrastructurele werkzaamheden met een bestedingsdoorlooptijd van 10 jaar, gekoppeld aan de realisatie van voldoende woningen.
Een Strategische Investeringsagenda met een langere planhorizon geeft inzicht in lange termijneffecten van bestaande, geplande en toekomstige investeringen. Zoals de benodigde realisatiekracht, de ontwikkeling van de kapitaallasten na de huidige planperiode en de gevolgen voor de financiële positie van de gemeente (financiële ruimte en balanspositie).
Het inzicht op basis van de SIA stelt ons in staat om vanuit een langetermijnperspectief integrale en realistische keuzes te maken, waarmee we rekening moeten houden met nadere beleidskeuzes, financiële mogelijkheden én de uitvoeringskracht van de organisatie, nu en in de toekomst. Dat doen we door iedere kadernota een SIA op te nemen en uit de SIA te selecteren over welke investeringen in ieder geval een besluit genomen moet worden. Het SIA kan ondersteunend zijn op het moment dat de raad een concrete investeringsbeslissing heeft te nemen.
Welke investeringen staan in de Programmabegroting 2025-2028?
Op de balans per 31 december 2024 staat een boekwaarde van onze huidige materiële vaste activa van ca. € 375 miljoen. Met het investeringsprogramma, zoals dat is opgenomen in de Programmabegroting 2025-2028, komt daar ca. € 600 miljoen bij. De kapitaallasten die voortvloeien uit dit investeringsprogramma stijgen de komende jaren en kennen een piek van € 34 miljoen per jaar in de jaren 2029 t/m 2031.
Bij de berekening van deze kapitaallasten is rekening gehouden met een stijgende rente. Dit leidt per saldo tot rentelasten in 2029 van € 7,62 miljoen. Voor het dekken van de afschrijvingslasten is deels een jaarlijkse gemiddelde onttrekking van circa € 3,5 miljoen aan de reserve dekking kapitaallasten opgenomen. De reserve dekking kapitaallasten wordt in principe alleen gevuld en aangewend voor eenmalige investeringen (met andere woorden: niet voor investeringen die in de toekomst weer om vervangingsinvesteringen vragen). Het restant van de afschrijvingslasten komt ten laste van de jaarlijkse exploitatie.
Figuur: Ontwikkeling kapitaallasten 2024-2040
Het huidige investeringsprogramma laat jaarlijks in de verantwoording een onderschrijding zien ten opzichte van de geplande investeringsuitgaven, onder andere als gevolg van langdurige besluitvormingsprocedures, marktontwikkelingen en optimistisch ramen. Dit legt onbedoeld beslag op financiële ruimte voor kapitaallasten en vraagt elk jaar een herfasering van geplande investeringen. In het kader van realistisch ramen houden we in de programmabegroting rekening met een realisatie van 70% van de geplande investeringen. Een weergave hiervan is opgenomen in onderstaande tabel. De tabel toont de gerealiseerde investeringen in de afgelopen vier jaar (2021 t/m 2024) en de planning van de investeringen op basis van de vastgestelde Programmabegroting 2025-2028.
Figuur: Actueel overzicht investeringen
Over welke investeringen besluiten we deze kadernota?
In de Kadernota 2026 hebben we een aantal nieuwe investeringsvoorstellen opgenomen. Met de investeringsvoorstellen stijgt het vastgestelde investeringsprogramma uit de Programmabegroting 2025-2028 met ca. € 47 miljoen.
Tabel: Investeringsvoorstellen Kadernota 2026
Om de kapitaallasten beheersbaar te houden, is het belangrijk dat we de ontwikkeling van de omvang hiervan volgen. De kapitaallasten als gevolg van de investeringsvoorstellen in de Kadernota 2026 stijgen vanaf 2026 met circa € 0,6 miljoen per jaar ten opzichte van de programmabegroting 2025-2028. Dit betekent dat de huidige piek aan kapitaallasten in de periode 2029-2031 op circa € 35 miljoen komt te liggen. Op een begroting met een totale omzet van circa € 500 miljoen is dit circa 7%.
Met financiële ruimte voor toekomstige investeringen hebben we in de Kadernota 2026 rekening gehouden door middel van reserveringen vanaf 2027.
Over welke investeringen in de Strategische Investeringsagenda moet nog besluitvorming plaatsvinden?
De SIA is opgebouwd vanuit de opgaven, gebiedsontwikkelingen en huidige beleidsinhoudelijke uitgangspunten. De totale bruto omvang van de SIA bedraagt circa € 1.400 miljoen. Van deze € 1.400 miljoen is ca. 27% (€ 400 miljoen) al gedekt door reguliere instandhoudingsinvesteringen (€ 200 miljoen) en diverse projecten (€ 200 miljoen) met reeds toegekende rijkssubsidies. Van het overige deel (ca. € 1.000 miljoen) blijft na aftrek van subsidies (Rijk, MRDH), evenals bijdragen van ontwikkelende partijen volgens de nota Kostenverhaal, een netto investeringsaandeel over van ongeveer € 700 miljoen voor de gemeente Delft. Dit geldt uiteraard alleen als besloten wordt om de investeringen te doen, aanvullend op de investeringen uit de Programmabegroting 2025-2028 en de voorstellen in deze kadernota. De ingeslagen weg om medefinanciering van externe partners te verkrijgen is succesvol. Die wordt voortgezet.
Het indicatieve investeringsvolume van de SIA is gemiddeld € 110 miljoen per jaar (€ 1.357 miljoen in 12 jaar). Dit ligt ver boven het gerealiseerde investeringsvolume in 2023 en 2024 van gemiddeld € 45 miljoen. Het benadrukt de aanzienlijke financiële inzet en de realisatiekracht die nodig is. Let wel: bedragen in de SIA zijn indicatief en er moet nog veel worden uitgewerkt.
Over de nieuwe investeringen in de SIA hoeven we op korte termijn nog geen keuze te maken. Noodzakelijk geachte investeringen op de korte termijn zijn immers onderdeel van deze kadernota. Bij iedere kadernota wordt opnieuw de afweging gemaakt. Wat wel duidelijk is, is dat we te maken krijgen met (besluitvorming over) aanzienlijke investeringen en dat de kapitaallasten zullen stijgen naarmate de investeringen toenemen. Dit moet passen binnen de bestaande financiële kaders.
Indeling van de Strategische Investeringsagenda
Voor de investeringen in de SIA hebben we gekozen voor een indeling in drie verschillende categorieën:
- Strategische Investeringen: deze zijn gekoppeld aan de groei van de stad. Voorbeelden zijn onze drie grote opgaven, gebiedsontwikkelingen (Schieoevers/Innovatie District Delft), Mobiliteitsprogramma Delft 2040, ontwikkelplan Maatschappelijke voorzieningen en Integraal Huisvestingsplan Cultuur.
- Verbeteren bestaande activa: voor diverse activa is alleen in stand houden niet meer voldoende. Renovatie, verduurzaming, maar ook toekomstbestendig maken van onze assets (zoals vastgoedbezit). Voorbeelden: Integraal Huisvestingsplan Onderwijshuisvesting, Cultuur (Prinsenhof, Rietveldtheater, Theater de Veste) en overig gemeentelijk vastgoed.
- In stand houden activa: betreft diverse beheerplannen binnen de Openbare Ruimte en de bedrijfsmiddelen.
Figuur: Overzicht investeringen 2025 t/m 2040
Voor de eerste twee categorieën van investeringen moeten we zorgvuldig keuzes maken en budgetten reserveren. Bij de besluitvorming houden we rekening met de financiële ruimte en met de uitvoeringskracht die nodig is om investeringen succesvol te realiseren. In de afgelopen jaren hebben we deze aanpak gevolgd bij grote ontwikkelingen zoals Schieoevers, Prinsenhof en de Gelatinebrug. Voor de derde categorie—het in stand houden van activa—ontvangt de gemeente in principe middelen via het gemeentefonds. Dit budget stelt ons in staat om bestaande voorzieningen te onderhouden.
Hieronder volgt een toelichting per categorie.
Categorie 1 - Strategische investeringen
Figuur: Specificatie van categorie 1, strategische investeringen
Leeswijzer: Deze categorie bevat ook projecten, waar al wel financiële ruimte voor is. Het gaat dan bijvoorbeeld om grondexploitaties, die de raad heeft vastgesteld en de verschillende infrastructurele projecten, waarvoor de afgelopen jaren ca. € 98 miljoen rijkssubsidie is binnengehaald.
Delft-West (grondexploitaties, versnellingsgelden en Woningbouwimpuls (WBI)-gelden) - ca. € 69 miljoen
Onderdeel van deze investeringen zijn onder andere de besteding van de versnellingsgelden en WBI-gelden binnen Delft-West (ca. € 25 miljoen). Inclusief cofinanciering van de gemeente gaat dat om een investering van € 45 miljoen. Ook de door de raad goedgekeurde grondexploitatie Kop van de Buitenhof valt hieronder. Dit geldt ook voor de grondexploitaties Gillis Delfia en de Reiger, die de raad nog moet vaststellen, en het project Hasseltlaan (facilitaire ontwikkeling).
Energietransitie - ca. € 155 miljoen
Het Rijk financiert gemeenten meerjarig, in ieder geval tot en met 2030, voor de uitvoering van het Klimaatakkoord. De gemeente draagt financieel bij aan de aanleg van het Open Warmtenet vanuit het Fonds Delft 2040. Daarnaast heeft de gemeenteraad middelen beschikbaar gesteld voor het isolatieplan en warmte-uitvoeringsplannen. Met deze middelen is de fase tot 2030 financieel redelijk voorzien. Voor de fase 2030 tot 2040 (10.000 woningen Warmtenet 2e fase en 15.000 woningen isoleren) moeten we, gezien de ambities voor 2040, nog flinke stappen zetten om de doelstellingen te behalen. Daarvoor zijn investeringen nodig. Hier ligt een duidelijke rol voor de (rijks)overheid. Het bedrag ad € 155 miljoen is een zeer indicatieve (genormeerde) raming van mogelijke extra investeringen, die niet altijd (en zeker niet volledig) voor rekening van de gemeente komen. Voor dekking van investeringen wordt gekeken naar rijksoverheid, woningeigenaren, lokale overheid, marktpartijen en beleggers.
Schieoevers/Innovatiedistrict Delft (IDD) - ca. € 257 miljoen
In de (door)ontwikkeling van Schieoevers hebben we een fasering aangebracht: fase 1 tot 2030 en fase 2 van 2030 tot 2040. Met name voor die tweede fase zijn nog geen middelen toegekend, terwijl de opgave wel een lange-termijn-ambitie betreft. Onder dit bedrag vallen ook de investeringen (ca. € 128 miljoen) waarvoor wij subsidies (€ 73 miljoen) hebben binnengehaald. Het betreffen vooral infrastructurele werkzaamheden en mobiliteitsmaatregelen, zoals hartlijn, park, fietstunnel onder het spoor en bijbehorende plankosten.
Groei van de stad (ontwikkelperspectief maatschappelijke voorzieningen) - ca. € 198 miljoen
Onze stad heeft voldoende, kwalitatief goede en betaalbare maatschappelijke voorzieningen nodig, die aansluiten op de wensen van de (toekomstige) bewoners en gebruikers. Ook de openbare voorzieningen kunnen bijdragen aan ontmoeten, ontwikkelen en meedoen voor alle Delftenaren. Een eerste indicatieve (grove) raming vraagt om een investering van ca. € 198 miljoen. Dit betreft de volgende onderdelen: welzijn/ontmoeting, sport (binnensport, buitensport en zwemmen) en cultuur. Deze investeringen dienen nog geconcretiseerd te worden en komen niet altijd (en zeker niet volledig) voor rekening van de gemeente.
NB: Het ontwikkelperspectief is overkoepelend beleid voor maatschappelijke voorzieningen en diverse onderliggende sectoren. Voor wat Cultuur betreft zit hier een duidelijke link naar het IHP Cultuur. Op basis van het nog door de raad vast te stellen IHP Cultuur vindt een nadere uitwerking en concretisering plaats van de nog te maken keuzes.
Mobiliteitsprogramma 2040 - ca. € 36 miljoen (€ 3 miljoen per jaar)
Op 28 januari 2021 heeft de gemeenteraad het Mobiliteitsprogramma 2040 (MPD) vastgesteld. De Adaptieve Mobiliteitsagenda 2040 is het uitvoeringsprogramma voor het MPD. Hierin staan projecten die bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen uit het MPD. In 2025 beginnen we met het actualiseren van de Adaptieve Mobiliteitsagenda voor 2026-2030. Deze middelen (ca. € 3 miljoen per jaar) kunnen ook gebruikt worden als cofinanciering/vliegwiel voor mobiliteitsprojecten, waarvoor we subsidie bij de MRDH kunnen krijgen.
Categorie 2 - Verbeteren Vaste activa
Figuur: Specificatie van categorie 2, verbeteren vaste activa
Vastgoed: toekomstbestendig maken panden – ca. € 34 miljoen
Ons eigen vastgoedbezit is op enig moment toe aan renovatie of sloop/nieuwbouw. Naast het reguliere onderhoud is een uitgangspunt dat na 25 jaar sprake kan zijn van renovatie en na 50 jaar van sloop/nieuwbouw, tenzij het een monument is. In de periode 2029 tot en met 2040 is naar de huidige inzichten in de vastgoedportefeuille voor 15 objecten een investeringsvolume van ca. € 34 miljoen geïnventariseerd. In de meeste gevallen zullen wij deze investeringen doorberekenen in de kostprijsdekkende huur.
De maatschappelijke functie van onze panden, waarin onze maatschappelijke partners meestal de activiteiten verzorgen, maakt echter dat niet altijd alle huisvestingskosten hieruit gedekt kunnen worden. Door middel van subsidie aan maatschappelijke activiteiten draagt de gemeente dan bij aan het behouden van deze activiteiten.
Theater de Veste - ca. € 75 miljoen
De raad heeft besloten om niet eerder dan in 2028 af te wegen of een volgende verkennende fase voor het project nieuwbouw Theater de Veste opgestart kan worden. Gezien de verwachte doorlooptijd van een mogelijk nieuwbouwproject voor een theater, kan het gebouw niet eerder dan in 2040 zijn deuren openen. Hoewel de omvang nog niet exact te bepalen is, gaan we in de SIA uit van een mogelijke investering van ca. € 75 miljoen.
IHP Onderwijs - ca. € 340 miljoen
Het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs 2025-2041 geeft voor de opgave voor onderwijshuisvesting voor de eerste vier jaar een concrete planning en voor de jaren daarna een doorkijk voor 12 jaar.
De opgave onderwijshuisvesting in Delft is fors, net als in de rest van Nederland. De bekostiging vanuit het Rijk blijft ver achter bij wat nodig is om de inhaalslag op het gebied van onderwijshuisvesting te kunnen financieren. De totale opgave is terug te vinden in het IHP 2025-2041 en beslaat voor de periode (2029-2040) een bedrag van ca. € 340 miljoen.
Categorie 3 - In stand houden activa
Figuur: Specificatie van categorie 3, in stand houden activa
Beheerplannen openbare ruimte – ca. € 181 miljoen
Beheer en onderhoud van de openbare ruimte is een kerntaak van de gemeente. Een goede openbare ruimte draagt bij aan het welzijn en de veiligheid van de gebruikers van de openbare ruimte. Op basis van het integrale beheersysteem en de diverse schouw- en inspectierondes worden via de beheerplannen keuzes gemaakt voor de instandhouding of vervanging en daarvoor benodigde middelen. In de binnenstad en het beschermd stadsgezicht hanteert Delft CROW-niveau "B"; in de overige delen van de stad CROW-niveau "C".
De beheerplannen geven op korte en middellange termijn (twintig jaar) aan wanneer welke onderhouds- en vervangingsmaatregelen genomen moeten worden om het kapitaalgoed in stand te houden. Voor de langere termijn hebben we de Nota Kapitaalgoederen opgesteld. Deze geeft een theoretische weergave van de vervangingsopgave voor de periode van twintig tot honderd jaar.
Indicatief is nu een bedrag ad € 181 miljoen opgenomen voor de periode 2029 tot en met 2040. Dit is geëxtrapoleerd als volgt verdeeld over de verschillende beheerplannen:
Figuur: Specificatie van beheerplannen 2029-2040
Bedrijfsmiddelen – ca. € 11 miljoen
Gemiddeld wordt ook voor ca. € 0,9 miljoen per jaar rekening gehouden met noodzakelijke investeringen in bedrijfsmiddelen. Daarbij kan gedacht worden aan (vervangings)investeringen parkeerautomaten, tractie, meubilair en ICT-voorzieningen.
Samenvatting
De SIA biedt een integraal en indicatief overzicht van lange-termijn-investeringen, gekoppeld aan de doelen en opgaven na de huidige planperiode (2029-2040). De SIA bestaat uit (1) strategische investeringen, (2) verbetering van bestaande activa en (3) Investeringen voor het in stand houden van activa. In de Kadernota 2026 hebben we een beperkt aantal investeringsvoorstellen opgenomen uit de SIA, met name vervangingsinvesteringen (categorie 3) en onderwijshuisvesting (categorie 2).
Bruto heeft de SIA een omvang van circa € 1,4 miljard. Hiervan is € 0,4 miljard al financieel gedekt. Van het resterende deel (€ 1,0 miljard) blijft er, na aftrek van subsidies (Rijk, MRDH) en bijdragen van ontwikkelende partijen op basis van de nota Kostenverhaal, een netto investeringsaandeel van circa € 700 miljoen voor de gemeente Delft.
Keuzes over deze investeringen in de SIA moeten overwegend nog gemaakt worden en dat hoeft niet op de korte termijn. Het vergt in de toekomstige kadernota’s een integrale afweging die rekening houdt met uitvoeringskracht (vanwege huidige onderschrijdingen) en financiële ruimte voor kapitaallasten (vanwege oplopende kapitaallasten). De huidige uitvoeringskracht leidt ertoe dat rekening moet worden gehouden met een jaarlijks investeringsniveau tussen de € 45 en € 55 miljoen. Om in de komende jaren keuzes te kunnen maken voor wat betreft nieuwe investeringen zal in een volgend SIA inzichtelijk gemaakt worden hoe aan de beheersing van de omvang van investeringen/ kapitaallasten verder invulling kan worden gegeven.