We constateren dat door stijgende bouwkosten en hogere rentelasten woningbouwprogramma’s in de knel komen. In regionaal verband hebben we in 2023 afspraken gemaakt om tot realisatie van woningbouw te blijven komen en ten minste twee derde deel van de nieuwbouw in het betaalbare segment te realiseren. Ontwikkelingen gaan we intensiever monitoren. Hiermee kunnen we sneller regie terugpakken door bijvoorbeeld te herprioriteren, bijsturen waar nodig of hulp vragen waar mogelijk. Via een op te zetten lokale Bouwtafel met externe samenwerkingspartners (corporaties en ontwikkelaars) voeren we het goede gesprek. Deze tafel staat in verbinding met een regionale Versnellingstafel waaraan ook het Rijk en de provincie Zuid-Holland deelnemen. In 2025 vindt evaluatie en mogelijk bijsturing van de regionale afspraken plaats. Met de corporaties overleggen we over de na te streven sociale en middenhuur voorraad en werken we de mogelijkheden per wijk uit.

Met de grote woningcorporaties die in Delft actief zijn, maken we prestatieafspraken over de streefvoorraad, segmentering en beoogde nieuwbouwlocaties voor betaalbare huurwoningen. Met grotere particuliere verhuurders gaan we in gesprek over het behoud van de particuliere sociale huursector. We blijven startersleningen verstrekken.

We zetten in 2025 in op drie initiatieven voor collectief wonen in nieuwbouwprojecten. Daartoe bekijken we mogelijkheden in de bestaande planvoorraad. We willen een meldpunt inrichten en initiatiefnemers koppelen aan ontwikkelaars. Begeleiding van de wooncollectieven gebeurt primair door de (beoogd) ontwikkelaar via een gemeentelijk incentive.