In de uitwerking van bovengenoemde doelstellingen zijn bijbehorende maatregelen per aandachtsgebied, dus per beleidsveld gegroepeerd. Binnen elk aandachtsgebied worden verschillende maatregelen getroffen die allemaal hun bijdrage leveren aan de verschillende doelstellingen. Het is daarom niet mogelijk om per specifieke doelstelling maatregelen te vermelden, aangezien alle maatregelen bijdragen aan verschillende doelstellingen. Het geheel aan maatregelen biedt daarom een antwoord op de combinatie van doelstellingen.

Voetganger op één

De voetganger staat in ons mobiliteitssysteem op de eerste plaats. We werken aan een verbeterslag van het voetgangersnetwerk om het lopen aantrekkelijker te maken. Daarbij sluiten we aan bij de wens om de ruimte te vergroenen en klimaatadaptief in te richten door in te zetten op schaduwrijke routes.In de binnenstad doen we dat met de uitbreiding van autoluw-plus. Daarnaast werken we, samen met partijen in de stad, aan versterking van voetgangersroutes tussen station Delft Campus en Innovatiedistrict Delft, routes in Delft-West en wandelroutes naar recreatiegebieden buiten de stad. Het lopen draagt zo bij aan de verduurzaming van het mobiliteitssysteem.

Ruimte in de binnenstad

We breiden het autoluwplus-gebied uit in het zuidwestelijk deel van de binnenstad. Dit doen we in twee fasen. In het gebied dat bij de eerste fase hoort, halen we de parkeerplaatsen weg en geven we de openbare ruimte een kwaliteitsimpuls. De voetganger krijgt hier maximaal de ruimte. We richten de vrijkomende ruimte anders in met onder andere groen, verblijfsruimte en verbetering van fietsparkeren. De bewoners en ondernemers worden hier direct bij betrokken. In het gebied dat hoort bij de tweede fase blijven vooralsnog parkeerplaatsen beschikbaar voor de direct aanwonenden en voor een aantal deelauto's.

Fietsparkeren

Voor verplaatsingen binnen Delft is fietsen een belangrijke vervoerswijze. Het succes van de fiets brengt met zich mee dat er meer aandacht moet komen voor de gestalde fiets. Op basis van het Handelingsperspectief Fietsparkeren en de Uitvoeringsagenda Fietsparkeren willen we in 2025 en 2026 een winkelpand omzetten naar een inpandige fietsenstalling. Of dit lukt is onder meer afhankelijk van de beschikbaarheid van een locatie op één van de aanrijroutes naar de binnenstad. De maatregelen uit de Uitvoeringsagenda Fietsparkeren lopen parallel aan het project Ruimte in de Binnenstad. Daarnaast voeren we een globale verkenning uit naar de mogelijkheid voor een grootschalige inpandige stallingsruimte.

Met NS en ProRail werken we aan veilige en toekomstbestendige stallingen die efficiënt benut worden. De inzet is om de fietsenstallingen en de openbare ruimte rond het station zo goed mogelijk te laten functioneren en de aantrekkelijkheid voor fietsers te verhogen (zo veel en zo vaak mogelijk open). Financiën en veiligheid zijn daarbij belangrijke aspecten. We kijken hierbij of het 24/7 gratis stallen toekomstbestendig is.

Duurzame Mobiliteit

Bij het verduurzamen van mobiliteit werken we langs de lijnen van de 'trias mobilica': het Verminderen, Veranderen en Verschonen van mobiliteit. Het verminderen van mobiliteit vindt zijn uitwerking in de stedelijke planning en gebiedsontwikkelingen, door bijvoorbeeld het mengen van functies. In het programma Bereikbare Stad richten we ons op het veranderen en het verschonen van mobiliteit. Dit doen we in samenhang met het Schone Lucht Akkoord en het Programma Duurzame Mobiliteit van de MRDH. We leveren hiermee een belangrijke bijdrage aan de opgave energietransitie en het bestuurlijke accent 'duurzame stad'.

Veranderen van mobiliteit
De basis voor het veranderen van mobiliteit ligt in het Mobiliteitsprogramma Delft 2040. Door prioriteit te geven aan het verbeteren van het voetgangers- en fietsnetwerk en in te zetten op een beter openbaar vervoer stimuleren we het gebruik van schone en actieve vormen van verplaatsen. Projecten waarmee we dit bereiken zijn opgenomen in de Adaptieve Mobiliteitsagenda.

Verschonen van mobiliteit
Bij het verschonen van mobiliteit werken we vooral aan het stimuleren van deelmobiliteit en het gebruik van elektrische auto's.

Deelmobiliteit
Deelmobiliteit draagt bij aan de duurzame stad. Deelvoertuigen worden efficiënter gebruikt en door het delen van vervoermiddelen is minder parkeer- en stallingsruimte nodig. Voor deeltweewielers hebben we sinds 2022 een vergunningstelsel. Voor deelauto’s hebben we in 2024 het beleid geactualiseerd en nieuwe beleidsregels vastgesteld. We kunnen nu meer sturing geven aan het aanbod van deelauto's. Het beleid werken we in 2025 verder uit naar concrete projecten in de stad.

Daarnaast kan deelmobiliteit een belangrijke rol vervullen bij regionale verplaatsingen. Met gemeenten in de regio Haaglanden onderzoeken we afstemming van beleid om de potentie van deelmobiliteit voor regionale verplaatsingen optimaal te benutten. Daarnaast is Delft partner van het landelijk programma Natuurlijk!Deelmobiliteit. Vanuit dit programma werkt Delft met andere gemeenten samen op de onderwerpen 1) inclusieve deelmobiliteit, 2) bewonersinitiatieven deelvervoer en 3) leidraad sturing en bekostiging (wijk)hubs in gebiedsontwikkeling.

Laadinfrastructuur
In 2024 is beleid vastgesteld voor laadinfrastructuur. In het beleid is een uitvoeringsparagraaf opgenomen met een aantal uitwerkingen om proactief aan de slag te gaan met laadinfrastructuur. Dit beleid werken we in 2025 uit.

Duurzaam zoneren
Op 1 januari 2025 voeren we de nul-emmissiezone in voor logistiek verkeer in de binnenstad. Alleen vrachtverkeer en bestelbussen die zonder uitstoot rijden, mogen dan de binnenstad in. We houden een overgangsperiode aan voor bedrijven die de overstap naar emissievrije voertuigen nog niet hebben kunnen maken. Ook dit hoort bij een gastvrije en leefbare binnenstad.

Openbaar vervoer (OV)

De coronacrisis en de daaropvolgende energiecrisis hebben een flinke wissel getrokken op het openbaar vervoer. Daarnaast spelen personeelstekorten de vervoerbedrijven parten. Er zijn nog altijd minder reizigers in het openbaar vervoer, waardoor er ook minder inkomsten zijn voor de openbaarvervoerbedrijven. De vervoerbedrijven zijn onder zware financiële druk komen te staan. In 2024 zijn in MRDH-verband afspraken gemaakt met de vervoerders om de concessie weer toekomstvast te maken. Onderdeel van deze afspraken is dat EBS, aanvullend op tramlijn 19, de avond- en weekendbediening naar de campus voor haar rekening gaat nemen. Een verdere invulling van deze afspraak wordt in 2025 gemaakt.

In 2024 zijn we gestart met het opstellen van een netwerkvisie voor het openbaar vervoer in Delft. Deze wordt begin 2025 afgerond. Het openbaar vervoer moet een inclusief systeem zijn met aandacht voor de behoefte aan mobiliteit voor alle doelgroepen. Daarnaast geven we prioriteit aan de visie van de bereikbaarheid van het openbaar vervoer voor gebiedsontwikkelingen (zoals Nieuwe Haven en Schieoevers) en de opgaven Delft-West en het Innovatiedistrict.

Samen met Rijk en regio verkennen we de mogelijkheden en maatregelen voor een schaalsprong op de "Oude Lijn". De MIRT-verkenning is eind 2025 gereed. Het samenspel tussen de verstedelijkingsopgave, het verbeteren van de bereikbaarheid en het versterken van de landschappelijke kwaliteit is hierbij van belang. We werken onder andere samen met de Verstedelijkingsalliantie, de NOVEX Zuidelijke Randstad en het Bijzonder Provinciaal Landschap Midden-Delfland. De gemeenteraad wordt op een later moment verder geïnformeerd.

Parkeren

De ruimte in Delft is schaars en veel van deze ruimte wordt ingenomen door geparkeerde auto's. Met lage parkeernormen en de inzet op lopen, fietsen en deelmobiliteit willen we het ruimtebeslag door geparkeerde auto's verminderen. Met het project Ruimte in de Binnenstad gaan we in 2025 het aantal parkeerplaatsen op straat in het centrum verlagen en de parkeergarages beter benutten.

In andere delen van de stad onderzoeken we bij het uitvoeren van groot onderhoud of herinrichtingsprojecten of er een overmaat is aan parkeerruimte. We kijken dan samen met bewoners naar de mogelijkheden om een aantal parkeerplaatsen op te heffen en zo ruimte te geven voor een kwalitatieve invulling, zoals vergroening, speelruimte of klimaatadaptieve maatregelen.

In gebieden rondom het huidige gereguleerde gebied waar de parkeerdruk te hoog is, voeren we parkeerregulering in. Daarnaast zijn er gebieden waarvan we voorzien dat de parkeerdruk hoog gaat worden als gevolg van ruimtelijke ontwikkelingen. Ook daar kunnen we voorbereidingen treffen om regulering proactief in te voeren. Dat zorgt voor voldoende parkeerruimte voor bewoners en ondernemers die hier wonen en werken. Maar ook voor ruimte voor bijvoorbeeld wonen, vergroenen, ondernemen en ontspannen.

Verkeersveiligheid

In 2024 hebben we bij zeven basisscholen de pilot 'Veilig op de fiets' uitgevoerd (motie 4.1.29) in samenwerking met de scholen, leerlingen, ouders en omwonenden. In 2025 werken we maatregelen verder uit en kunnen een aantal concreet worden uitgevoerd. We richten ons daarbij ook op cofinanciering van de MRDH, zodat we ons budget uit de Adaptieve Mobiliteitsagenda zo efficiënt mogelijk kunnen besteden. Daarnaast hebben we in 2024 een meerjarenprogramma voor verkeerseducatie en gedragsbeïnvloeding opgezet. In 2025 gaan we deze verder uitwerken naar concrete projecten op de doelgroepen die het meest kwetsbaar zijn, zoals jongeren en ouderen op de fiets.

Adaptieve mobiliteitsagenda

De Adaptieve Mobiliteitsagenda 2040 - update 2023 (AMA) is het uitvoeringsprogramma voor het Mobiliteitsprogramma Delft (MPD). In de AMA staan projecten die bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen uit het MPD. De projectenlijst is tot stand gekomen door een afweging te maken tussen de mate waarin projecten bijdragen aan de doelstellingen, de mee-koppelkansen (werk met werk) en de mogelijkheid om subsidie te krijgen.

De uitvoeringsagenda is adaptief, waarbij het beschikbare budget richtinggevend is. De projectenlijst wordt aangepast bij wijzigingen in bijvoorbeeld de planning of de kosten van projecten. Hiermee zijn we in staat om de dynamiek van de stad te volgen en projecten te realiseren die maximaal bijdragen aan onze doelstellingen.

In 2025 starten we met het actualiseren van de Adaptieve Mobiliteitsagenda voor 2026-2030.